Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
“Wasberen (raccoons - JH) kruipen ’s nachts massaal uit rioleringen en waterafvoeren. Wij hebben altijd geoefend in vochtige kelders dus we voelen ons verwant met de wasbeer. We vonden dat we het beest moesten eren met onze naam.” ‘Raccoo-oo-oon’ dus, volgens Shawn Reed een geestesvorm van de normale wasbe-ee-eer; ietsje groter, meestal helemaal wit. “Een spirituele verschijning”, claimen ze zelfs. Een spirituele beestenbende; dat geldt ook voor de muziek die ze als Raccoo-oo-oon maken, maar voor hetzelfde geld hoor je gewoon een ruwere versie van Animal Collective. Of gewoon een hoop gekte vanuit een kelder. Hoe dan ook, ze raken een snaar met hun prettig ontspoorde liederen voor nachtwandelaars.
Bosdwalingen
“Als kind spendeerde ik veel tijd in de bossen rondom de plek waar ik opgegroeid ben”, vertelt Shawn. “Dat heeft veel invloed op me gehad. Alledaagse geluiden, natuurgeluiden, de Dylan-platen die mijn vader had. Maar ook de plattelandskerk waar mijn grootouders naartoe gingen. Later vond ik die inspiratie weer terug in een band als Fugazi. Vooral de Sun Ra documentaire A Joyful Noise die ik jaren geleden zag heeft me beïnvloed tot het oprichten van Raccoo-oo-oon.” Raccoo-oo-oon komt in 2004 voor het eerst samen tijdens zogenaamde ‘late night kitchenjams’. Dat resulteert eind 2004 in een bescheiden debuut, een cassette genaamd This Is Night People die ze zelf uitbrengen en die in undergroundkringen behoorlijk wat stof doet opwaaien. Het is echter de volwaardige albumrelease van The Cave of Spirits Forever in 2005 die de eerste goede indruk definitief maakt.
Waar Animal Collective altijd aan de aantrekkingskracht van popdeuntjes toegeeft beweegt Raccoo-oo-oon zich op The Cave of Spirits Forever juist in de tegenovergestelde richting, dieper het woud in. ADHD-noisejams, onontwikkelde mantra’s, diepe sporen van maniakale percussie en, hier en daar, een ontspoorde saxofoonsolo.
Panne
De gezamenlijke invloeden van de band die vrij consistent terug te linken zijn naar freejazz, Don Cherry, Sonny Sharrock en Sun Ra, kleuren het dynamische geluid van Raccoo-oo-oon, maar evenzeer zijn on the road ervaringen een bron van inspiratie, dan wel anekdotes op verjaardagen. Zo strandden ze vorig jaar tijdens een Amerikaanse tour met autopech ergens diep in de bossen bij Lake George, New York. “Die ervaring was bijzonder belangrijk, een bewijs dat Raccoo-oo-oon op onvoorspelbare plaatsen terecht komt, zowel mentaal als fysiek,” vertelt Reed. “We hadden alleen elkaar en we beklommen Prospect Peak, een berg daar. En toen we al ons eten opaten bij een vuurtje, terwijl onze vrienden meer dan achttien uur onderweg waren om ons op te halen, wisten we dat dit een grotere invloed op ons als band zou hebben dan wanneer al die shows gewoon door waren gegaan.”
Ondanks die sporadische pechmomenten zijn optredens wel degelijk een spirituele belevenis voor de groep. “Het voelt erg lekker om met een groep creatievelingen bezig te zijn voor een publiek. Op zo’n momenten vergeet je de dagelijkse sleur compleet en dat is behoorlijk bevrijdend.”
Saxy
Het valt niet mee om je als experimentele band nog te onderscheiden tegenwoordig. Er zijn zoveel groepen en bewegingen in omloop die allemaal met dezelfde instelling muziek maken dat het niet anders kan dat er in de loop van tijd behoorlijk wat stilistische overlap ontstaat. Raccoo-oo-oon ondervangt dat probleem door het gebruik van een saxofoon. Een geheim wapen dat ze soms ongemerkt door de moerasjams weven en soms een plaats in de schijnwerpers gunnen. Bijvoorbeeld tijdens ‘Under the Deck’ waar de saxofoon duidelijk te horen is. Eerst rustig bewegend maar al snel wildere patronen creëerend. “Er zit veel minder saxofoon in onze opnames dan gedacht wordt,” zegt Andy Spore
bescheiden. “Ik had jaren geen saxofoon vastgehad toen ik in Raccoo-oo-oon weer begon met spelen. Niet om allemaal die grote saxofonisten onderuit te halen maar er is iets fysieks aan dat instrument dat maakt dat je makkelijk wat jaren oefening kunt overslaan. Je kunt het instrument manipuleren om het de dingen te laten doen die jij wilt.”
De constante verschuiving van energie komt samen tijdens het magische ‘Stick Eaters’ dat begint als een massieve stonergroove en langzaam bijval krijgt van delirische vocalen en glinsterende gitaarlijntjes. Terwijl de meeste nummers op The Cave of Spirits Forever een losse aanpak hanteren lijkt dit hoogtepunt volgens een keurige structuur te zijn afgewerkt. “Alles wat we opnemen kun je in twee kampen onderverdelen: gepland of improvisatie”, verklaart Andy. “Tijdens die geplande weg is er nog steeds plek voor improvisatie maar wel volgens bepaalde lijnen, we weten onderling van elkaar hoe ver we daarin kunnen gaan.”
Ambitie
Raccoo-oo-oon opereert vanuit het noordelijk gelegen Iowa en begeeft zich daar min of meer in een vacuüm wat experimentele hoogvliegerij betreft, geeft ook Shawn toe. “Raccoo-oo-oon is een onbekende band uit een plattelandsstaat zonder grote steden of gerenommeerde muzikale eenheden. Toch sprankelt de lokale scene in Iowa City behoorlijk en het wordt almaar beter. Laat ik het zo zeggen: we kunnen redelijk eenvoudig een tour volboeken en vrienden maken door het hele land.”
Plannen om Europa aan te doen zijn er vooralsnog niet, maar de ambitie is er wel degelijk. “We komen meteen. Als er mensen zijn met tips of advies, laat het ons weten.” Daren Ho: “Ik heb altijd gedacht ooit door de hele Melkweg te touren, en op elke asteroïde een show te doen. Playing rock on rocks – het kan wat mij betreft nog allemaal.”
In the Cave of Spirits Forever is verkrijgbaar via Clear Spot.
http://www.kindamuzik.net/interview/racoo-oo-oon/raccoo-oo-oon-mikt-op-de-melkweg/12840/
Meer Raccoo-oo-oon op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/racoo-oo-oon
Deel dit artikel: