Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
‘Strakker dan het slipje van Angelina Jolie’, ‘compleet van God los’, ‘een muur van gewapend beton waar geen bulldozer tegen opgewassen is’. Mocht u er nog aan twijfelen, Millionaire heeft met Paradisiac een plaat gemaakt die niet enkel in Zonhoven een kleine aardverschuiving teweegbracht.
Het bonte gezelschap trok voor de opname van Paradisiac naar de befaamde Sound City-studio in L.A., waar niemand minder dan Queen of the Stone Age-frontman Josh Homme zich over de groep ontfermde. Voor zanger/gitarist Tim Vanhamel (ex-Evil Superstars en ex-interim bij dEUS) en toetsenist Aldo Struyf was Amerika echter al lang geen onbekend terrein meer. Zo maakte Vanhamel vorig jaar deel uit van de geschifte Eagles of Death Metal en werd hij door Homme geïnviteerd voor diens prestigieuze Desert Sessions. Aldo Struyf (in een ver verleden onder meer actief bij Nemo en Orange Black) is te horen op het lichtjes geniale Bubblegum van Mark Lanegan, met wie hij ook op tournee mocht. KindaMuzik strikte het duo op de Lokerse Feesten voor een spontane babbel.
Had Paradisiac anders geklonken indien jullie niet in tijdnood waren gekomen, of met andere woorden fulltime in een homestudio dichter bij huis aan de slag waren gegaan?
Vanhamel: “Ik denk niet dat dit hele grote verschillen zou opgeleverd hebben. Ze zou allicht wel gepolijster, iets meer afgewerkt, geklonken hebben. De Sound City-studio is anderzijds wel erg bepalend geweest voor het geluid van de drums en de gitaren… Er zijn wel momenten geweest waarop we redelijk onder druk kwamen te staan, gewoon omdat we een bepaalde deadline te halen hadden. Het was ook een voordeel dat we in een inspirerende omgeving zaten, waardoor de ideeën sneller kwamen en we uiteindelijk toch economischer te werk gingen.”
Het is ook een plaat geworden die zich zonder verpinken opdringt als één geheel.
Struyf: “We hebben deze plaat totaal anders benaderd en gemaakt dan onze debuutplaat. Dat geldt zowel voor de nummers zelf als voor de werkwijze. Vooraleer we naar de States vertrokken stond er ook al een stevige basis. We hadden al veel gerepeteerd en hard aan de nummers gewerkt. Vergeleken met Outside The Simian Flock is dit véél meer een groepsplaat en eigenlijk heb ik daarom geen recht van spreken, want ik zat toen nog niet bij Millionaire (lacht).”
Jouw teksten, Tim, zijn opvallend expliciet. Nooit aan gedacht dat jouw woorden een veel sterkere weerklank zouden krijgen éénmaal ze op plaat stonden?
Vanhamel: “Van sommige dingen ben ik inderdaad wel geschrokken. Ik denk dat je je het als kunstenaar moeilijk kunt permitteren om jezelf te censureren. Het was inderdaad vrij confronterend allemaal, maar indien ik het niet gedaan had, zou het enkel maar een soort vlucht geweest zijn van de persoon die ik ben.”
In welke mate heeft L.A. jullie kijk op de muziekbusiness veranderd?
Vanhamel: “We gaan er nog ‘feller’ tegenaan dan vroeger al het geval was. Door ginder veel bands aan het werk te zien, kom je tot de conclusie dat je vaak op dezelfde golflengte zit en met de juiste dingen bezig bent. In gesprekken bleek vaak dat wij zelfs nog een ruimere muzikale achtergrond hebben, met dien verstande dat wij bescheiden zijn en uit België komen.”
Struyf: “Amerikanen zijn nu éénmaal op een andere manier met muziek bezig en dat vertaalt zich naar verschillende zaken. Daarentegen maakt het heus niet zoveel verschil of je naar een concert gaat in de Knitting Factory in New York of een optreden bijwoont in Antwerpen.”
Van bescheidenheid gesproken. Ik zag deze week een foto van een Eagles of Death Metal-concert, waarbij Jesse Hughes zijn robuuste lijf in een Amerikaanse vlag gewikkeld had en Josh Homme getooid was met een stars and stripes-bandana. Ik zie het jullie Belgen niet zo snel doen.
Vanhamel: “Het is humor en je moet het allemaal met een korreltje zout nemen. Voor Amerikanen is het showelement natuurlijk ook niet onbelangrijk. Ik ben noch pro-Amerikaans, noch een chauvinistische Belg, maar wij houden ons toch liever wat meer aan de oppervlakte.”
In welke gedaante heeft Josh Homme het meest indruk op jullie gemaakt tijdens het opnameproces, als mens of als producer?
Vanhamel: “Vooral als mens. Op muzikaal vlak kenden we hem uiteraard al veel langer dan vandaag. Ten tijde van Kyuss waren we al diep onder de indruk van hoe hij bepaalde geluiden weet te produceren. Ik zie hem eigenlijk nog het meest als vriend.”
Dat heeft dan weer als voordeel dat je hem op punten kunt wijzen die je bij een louter professioneel of zakelijk gerelateerde producer waarschijnlijk blauw-blauw zou laten en vice versa?
Struyf: “Josh kent ons intussen door en door en dat maakt het enkel maar eenvoudiger. Qua geluid weet hij perfect hoe de vork in de steel zit en zodoende hoefden wij ons nooit zorgen te maken. We hebben een blindelings vertrouwen in hem en moesten ons echt niet druk gaan maken om pietluttigheden.”
Jullie zijn deze zomer opvallend veel in eigen land aan het werk te zien. Dat sterkt enkel mijn vermoeden dat jullie een band zijn die – om het met een voetbalcliché te zeggen – veel matchritme nodig heeft.
Vanhamel: “Ja, toch wel. We worden beter naarmate we meer spelen.”
Binnenkort trekken jullie ook opnieuw naar Engeland. Tim, jij hebt geruime tijd haatgevoelens jegens Engeland gekoesterd. Ben je daar intussen al enigszins op teruggekomen?
Vanhamel: “Zeker weten! Het maakt me niet zo gek veel uit waar we spelen. Ik kan me gewoon mateloos ergeren aan make or break-blaadjes als NME en Melody Maker, die elke week wel een nieuwe hype tevoorschijn toveren. Dàt interesseert me gewoon niet! Het laat me koud noch warm. Engeland heeft in geen geval een diepere indruk op me nagelaten dan eender welk ander land. Maar binnenkort vertrekken we opnieuw en dat zie ik met positieve verwachtingen tegemoet.”
Ik durf er intussen gif op innemen dat jij als nuchtere Limburger evenmin wakker ligt van een platendeal met Warner USA en de bijhorende buzz, die er ongetwijfeld gecreëerd zal worden met het verschijnen van de plaat eind september?
Vanhamel (lacht): “Néé… Aldo?”
Struyf: “We voelen geenszins de schrik om het lijf slaan, omdat we het daar persé moeten maken. Het is gewoon erg fijn om er te toeren (Tim knikt instemmend), maar nu ook weer geen maanden aan een stuk.”
Vanhamel: “Ik wil er gewoon op toezien dat ze weten welk vlees ze met ons in de kuip hebben. We moeten vermijden dat er dingen gebeuren waar we geen controle over hebben en die niét in onze winkel passen. Het is niet de bedoeling dat ze ideologieën gebruiken die haaks staan op de onze en ze onze naam gaan verbinden aan evenementen waar wij niet achter staan, want zo zit hun marketingstrategie wél in elkaar natuurlijk.”
In de biografie op jullie website sturen jullie even onwaarschijnlijke als hilarische legendes de wereld in. Zo zou jij, Tim, zijn grootgebracht in een klooster, waarna je mits enkele kwajongensstreken definitief naar Pakistan verbannen werd. Aldo, jij maakte in een ver verleden furore als Macedonische folkmuzikant. Wij weten uiteraard beter, maar stel dat een onwetende Japanse journaliste…
Vanhamel (met uitgestreken gezicht): “… dat is écht gebeurd! Nee, ik wil zoveel mogelijk uitlaatkleppen en dan hou ik me met iets dergelijks bezig. Ik schrijf ook veel, of tekenen. Wat de website betreft, wil ik het iets interessanter maken dan de voorgekauwde bullshit die je doorgaans leest. Schoenen spuiten is ook één van mijn favoriete bezigheden, … gewoon bezig zijn, daar draait het om.”
Aldo, jij werd een hele tijd terug genoemd in een project met Danny Mommens, Craig Ward en Rudy Trouvé, Radical Zero genaamd. Die laatste twee hebben zich uiteindelijk verenigd in The Love Substitutes, maar van jou is er geen enkel spoor te bekennen.
Struyf: “Ik denk dat ik drie keer met hen gerepeteerd heb, samen met Danny. Ik kon slechts sporadisch aanwezig zijn en het vlotte niet echt, dus hebben ze er uiteindelijk Mauro en nog een bassist bij genomen. Maar dat is inderdaad The Love Substitutes geworden. Het is iets te vroeg in de pers verschenen, want mijn rol is tot het uiterste minimum beperkt gebleven.”
Stel dat de kinderen of kleinkinderen binnen enkele jaren of decennia naar jullie toe komen met de vraag waar Millionaire voor staat of stond. Welke repliek hebben jullie voor hen klaar?
Vanhamel: “Ouwebokkenmuziek! Da’s muziek voor ouwe mensen! (helemaal onder stoom nu) Daar moet je niet naar luisteren, laat dat maar. We leven nù, laat het verleden maar rusten! (terug au sérieux) Ik wil echt geen trotse grootvader worden die om de haverklap zit te pochen over alles wat hij in zijn leven gepresteerd heeft.”
Nu we toch bezig zijn: ik stel voor, Tim, dat jij en Hannelore (Knuts, vermaard topmodel, DC) voortaan tweewekelijks met jullie smeuïge privé-verhalen naar Story of Dag Allemaal stappen! In vergelijking met Pete Doherty en Kate Moss zijn jullie wel een héél saai koppel, niet?
Vanhamel (lacht): “Ok dan, beloofd! Nee, ik heb geen behoefte om dat met anderen te delen. Trouwens, we zijn ook héél braaf hoor! (duivels lachje)
No comment!
Millionaire speelt binnenkort nog op Feest in het Park (27/8, Oudenaarde), Wonderfestival (Antwerpen, 2/9) en Crammerock (Stekene, 3/9). In november volgt er nog een uitgebreide clubtournee door de Benelux, onder meer in het voorprogramma van dEUS. En nèt voor het ter perse gaan bereikte ons het heuglijke nieuws dat Millionaire op 18 december het voorprogramma zal verzorgen van de Foo Fighters in Londen (Earls Court).
http://www.kindamuzik.net/interview/millionaire/gespot-na-de-apenjaren-millionaire/10365/
Meer Millionaire op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/millionaire
Deel dit artikel: