Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"Zo midden jaren tachtig is het begonnen", verklaart veertiger Matthijs Linnemann, in het dagelijkse leven jurist bij de NOS en daarnaast onder meer schrijver bij OOR, zijn passie voor folk nader. "Daarvoor volgde ik gewoon de muziek van dat moment. Halverwege de jaren tachtig, toen new wave niet zo spannend meer was, wilde ik nieuwe dingen ontdekken en ben ik me gaan verdiepen in de jaren zestig en vroege jaren zeventig. Door platen uit die tijd te verzamelen kwam ik ook op folk. Ik bezocht platenbeurzen en vrij snel al kocht ik Nederfolkplaten.
Met Stille Trom van Wargaren was een van de eerste. Die Nederlandse folk interesseerde eigenlijk niemand iets. Het kostte echt helemaal niks. Dat was ook deels de reden om het eens te proberen. Maar er zat toch wel verdomd mooie muziek tussen. Vanaf het begin had ik er een goed gevoel bij."
Compilatie
Het idee om op basis van zijn verzameling een compilatie samen te stellen speelde bij Linnemann al jaren door het hoofd en kreeg vaste vorm "door een toevallige samenloop van omstandigheden." Een inspiratiebron vormde de in 2005 verschenen verzamelaar Dutch Rare Groove, een overzicht van vroege obscure Nederlandse funk en soul, tot stand gekomen met behulp van Fonos, de webwinkel van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid dat de voormalige NOS-fonotheek beheert.
"Jammer dat er niets met die Nederlandse folk gebeurt, dacht ik steeds. Maar ook: als je dingen opnieuw uitbrengt, breng je de toplp’s uit het genre één op één uit. Dutch Rare Groove was een eyeopener. Zo kon het dus ook, gewoon een mooi genreoverzicht. Als introductie misschien ook beter geschikt. Zo ben ik langs die lijnen gaan denken."
"Toen ik met dit project begon," gaat Linnemann verder, "had ik een plaat of zestig, zeventig met Nederlandse folk. Terugkijkend vraag ik me af hoe ik erbij kwam dat dat een goede basis was voor het samenstellen van een mooie verzamelaar. Ik had het idee dat het om een heel klein gebied ging. Aanvankelijk was het plan ook om er één cd van te maken. Nadat ik me er echt in was gaan verdiepen, kreeg ik snel in de gaten dat ik weliswaar aardig wat had maar toch ook een heleboel niet. Dus daar ben ik achteraan gaan jagen."
Speurtocht
Immers, ook Beeld en Geluid had lang niet alles, ondervond Linnemann. "In het begin heb ik er veel aan gehad, maar op een gegeven moment ontdek je ook de beperkingen van zo’n archief. Dan zoek je naar dingen die zij ook niet hebben. Toen ben ik weer teruggegaan naar iets waar ik de laatste jaren niet meer zoveel aan had gedaan, tweedehandsplatenzaken en platenbeurzen afgaan. Ook heb ik veel gespeurd op internet."
Aangezien folk, uitzonderingen als het halverwege de jaren zeventig bij een breed publiek succesvolle Fungus daargelaten, in Nederland vooral een liefhebbersaangelegenheid is, waren het vooral kleine platenmaatschappijen die zich ermee bezig hebben gehouden. Tot de belangrijkste producenten behoorden Munich met het door wijlen Job Zomer in het leven geroepen Stoof-label en Universe Productions van de Fries Wobbe van Seijen.
Veelal waren de originele mastertapes zoek, in het ongerede geraakt of gewoon niet beschikbaar, ontdekte Linnemann. "Sommige bands waar ik contact mee heb gezocht hadden zelf de mastertapes nog. Maar op een gegeven moment werd mij duidelijk dat er nauwelijks nog banden beschikbaar waren. Toen hebben we besloten één lijn te trekken en alles van plaat te remasteren."
Kritiek
"Denk niet dat het een liefdeloze haastklus is geweest", pareert de samensteller kritiek uit de hoek van fanatieke folkliefhebbers als zou hij met Dutch Rare Folk teveel pretenderen een beknopte geschiedenis van de Nederlandse folk tussen 1967 en 1987 te hebben afgeleverd. "Folk is op voorhand geen populair genre. Het is ook een beetje missiewerk: iets dat naar mijn mening onderbelicht is gebleven onder de aandacht proberen te brengen."
Op de compilatie ontbreekt de nauw met folk verwante strijdliedcultuur waarvan Peter Koene als een van Neêrlands belangrijkste vertegenwoordigers geldt. Het genre spreekt hem zelf niet aan, bekent Linnemann volmondig. "Ik heb ze allemaal gehoord, maar als ik het ondiplomatiek mag zeggen zijn ze over het algemeen niet om aan te horen. Ik wilde gewoon een mooie cd", vervolgt hij zijn betoog. "Er staan nummers op van platen die verder niet zo goed zijn. Dan kan je zeggen dat ik geen eerlijk beeld geef, maar het draagt wel bij tot een mooie compilatie. Ik wilde iets maken waarbij mijn eigen smaak leidend was."
Engelstalige tekst
Zelf heeft hij ook financieel bijgedragen, zodat het project kon uitgroeien tot een dubbel-cd met ruim veertig tracks, begeleid door een luxe uitgevoerd en informatief boekje. Met Engelstalige tekst. "Het liefst had ik het tweetalig gedaan, want zelf vind ik het ergens ook een beetje vreemd. Je komt met Nederlandse volksmuziek, voor een behoorlijk deel Nederlandstalig en dan is het boekje in het Engels. Maar het paste gewoon niet. Het boekje was al behoorlijk dik en ik moest kiezen. Toen heb ik voor Engels gekozen vanuit het idee dat de meeste Nederlanders dat prima kunnen volgen en dat de plaat dan ook voor het buitenland toegankelijk is."
Afbeeldingen uit het boekje bij Dutch Rare Folk. Boven: Fungus. Rechtsboven: Matthijs Linnemann (eigen materiaal). Midden: Roel Slofstra. Onder: Familie van der Meer.
Kijk voor meer informatie over de compilatie op Fonos.nl.
http://www.kindamuzik.net/interview/matthijs-linnemann/liefdewerk-oude-folk/16577/
Meer Matthijs Linnemann op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/matthijs-linnemann
Deel dit artikel: