Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Zoals je in elk artikel over Madonna het woord Kabbala tegenkomt, bij The White Stripes altijd de vraag wordt gesteld wat Jack en Meg nu eigenlijk van elkaar zijn, zo zal Martha Wainwright altijd geconfronteerd worden met haar familie. Logisch ook, wanneer je vader Loudon III een bekend singer-songwriter is, moeder Kate McGarrigle in een vermaard folkduo zit en de ster van broer Rufus immer stijgende is. De goedgemutste Martha realiseert zich dat als geen ander en praat dan ook zonder enige tegenzin over de familiebanden “omdat zij nu eenmaal een groot deel van mijn leven vorm hebben gegeven en nog steeds doen.”
Ze rent er ook niet voor weg, getuige de medewerking die moeder en broer aan haar album hebben verleend en de confrontatie die zij op het prijsnummer ‘Mother Bloody Fucking Asshole’ aangaat met haar vader. Een hartverscheurend en pijnlijk naakt nummer waarin Martha precies uitlegt hoe ze over Loudon denkt. Zo noemt ze hem een hoer en heeft ze geen idee wie haar vader precies is. Zou het niet beter zijn om dat gewoon rechtstreeks tegen hem te zeggen in plaats van de wereld getuige te laten zijn van de familieproblematiek? “Tja, in onze familie is het gebruikelijk dat we via onze muziek met elkaar communiceren. We schrijven veel over elkaar en niemand stelt daar verder vragen over”, aldus Martha.
Maakt haar achtergrond – ze groeide toch op in een muzikale en beroemde familie – het makkelijker om zich open en kwetsbaar op te stellen in het openbaar? “Dat weet ik niet. Mijn teksten zijn autobiografisch, maar dat komt ook omdat ik niet in staat ben over andere mensen te schrijven. Over iemand die daar aan de bar zit of voorbij komt lopen of zo. Het is ook wel grappig om te zien dat de meest persoonlijke nummers juist als universeel worden ervaren. Ik heb bijvoorbeeld al veel reacties gehad op ‘Mother Bloody Fucking Asshole’. Men weet er zich blijkbaar goed mee te identificeren, terwijl ik er alleen maar mijn eigen wereld in kan zien.”
Platendeal
Wie Martha’s album hoort, vraagt zich af waarom ze pas op haar 29ste debuteerde. Ze groeide op in New York en Montreal; in die laatste stad studeerde ze toneel. Hoewel ze een bestaan als actrice wel zag zitten (ze dook recent nog op in Scorseses The Aviator), kon ze de lokroep van de muziek niet weerstaan. Eind jaren negentig stond ze dan ook met stem en gitaar Rufus bij tijdens de tournees voor zijn eerste twee albums. Hierna verhuisde ze terug naar New York om zich op een solocarrière te storten. Het jaren van spelen in clubs leverde haar aandacht op van verschillende platenmaatschappijen, maar geen enkele waar Martha zich bij thuisvoelde. “Ze wilden me allemaal in een bepaalde muzikale richting drijven waar ik geen zin in had. Vrij frustrerend allemaal. Via via kwam ik in contact met producer Bred Albetta met wie ik een E.P. heb gemaakt. Dat klikte heel goed en ik besloot om met hem mijn album te maken. De kosten kwamen op mijn rekening. Uiteindelijk kwamen we bij het label Zoe terecht, dat het album in april in Amerika heeft uitgebracht.”
Hoe kon Martha in die tijd dan de huur van Manhattaniaanse proporties betalen? “Geen idee, haha. Nee, ik heb bij optredens gelukkig altijd mijn E.P.’s kunnen verkopen. Tijdens de tournees met Rufus verkocht ik er vijftig, zestig per avond, dus zo had ik veel contant geld op zak.”
New York
Opvallend aan Martha’s lichte folksongs is haar zweverige manier van zingen. Ze plakt woorden aan elkaar, herhaalt ze en varieert telkens op de basismelodie waardoor er een hypnotische werking van de muziek uitgaat. “Grappig dat je dat opvalt. De muzikanten vonden het in eerste instantie ook moeilijk om er passende arrangementen bij te verzinnen. Door gewoon te blijven proberen komt er altijd iets goeds uit, is mijn ervaring. Hun bijdragen zijn ook redelijk ‘los’ gebleven. Ik vind zo zingen het lekkerst, het geeft mij en de muziek een gevoel van vrijheid. Zoals ook de teksten, die verhalend maar toch ook vrij poëtisch van aard zijn, zich losjes over de muziek verplaatsen.”
Het album roept ook een New York-gevoel op. In ‘This Life’ bijvoorbeeld lijkt het alsof je als een herfstblaadje langs de wolkenkrabbers wordt meegesleurd. “Bijna alle nummers heb ik in New York geschreven. We hebben het album daar ook opgenomen, dus dat zou de reden kunnen zijn. Ik vind het een geweldige en inspirerende stad. Ik ben er graag, maar in Montreal vind ik het ook erg fijn. Ik heb een Amerikaans en Canadees paspoort. Gelukkig hoef ik niet tussen die twee te kiezen. ‘When the Day Is Short’ is hét New York-nummer voor mij. Dat speelt zich letterlijk af in de stad en gaat over mijn leven daar.” Martha zingt daarin: “And on the jukebox is your only song and I, I have never remembered the words”. Op welke song doelt ze? “‘Marquee Moon’ van Television. Het staat vol met gitaarsolo’s, dus dat zal wel de reden zijn dat ik de tekst ervan niet ken.” (lacht)
Tournee
Artiesten op tournee zien er meestal niet erg voordelig uit. Vermoeide gezichten, vieze kleding, maar Martha is de uitzondering op die regel. Nonchalant maar uiterst stijlvol gekleed gaat zij door het leven. “Je zou me na een optreden moeten zien. Dan ruik ik behoorlijk punkrock! Maar hoewel ik niet overdreven bezig ben met mijn uiterlijk, vind ik het wel belangrijk om er verzorgd uit te zien. Op tournee moet je dat ook juist bijhouden, want je vervalt snel in het luie en geïsoleerde bestaan van heel de dag niks doen en reizen. Dat is niet goed voor je lichaam en geest.” Aan haar tournee, die al sinds april bezig is, komt half december een einde. “Het wordt een leuk slot, want voor het eerst speel ik met band ook wat optredens als voorprogramma van Rufus.” Toch wel aardig van haar grote broer dat hij haar gevraagd heeft. “Van je familie moet je het hebben, hé!”
» De Wainwrights: Songschrijversgeslacht ontleed
http://www.kindamuzik.net/interview/martha-wainwright/martha-w-van-je-familie-moet-je-het-hebben/11159/
Meer Martha Wainwright op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/martha-wainwright
Deel dit artikel: