Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Uitverkoren locatie voor het optreden van Manta Ray in Gent was de – ver buiten de eigen stadsgrenzen – bekende muziekkroeg Charlatan. Als de laatste kruitdampen verdwenen zijn, schuiven we aan tafel met zanger José Luis Garcia en multi-instrumentalist Frank Rudow. Deze laatste is een uit Darmstadt afkomstige Duitser die zich goed tien jaar geleden definitief in Spanje vestigde. “Toen ik met mijn vorige band op tournee was in Spanje, kwam ik toevallig in contact met José. Het klikte dermate goed dat Manta Ray binnen de kortste keren een feit was”. De spraakvaardige en on-Duits sympathieke Rudow neemt het merendeel van het gesprek voor zijn rekening. Rudow mag dan zijn residentie hebben in Spanje, het is ook hem niet ontgaan dat de Duitse elektropop-scène stilaan uit haar voegen barst. Nog voor ik mijn eerste vraag gesteld heb, keuvelen we honderduit over Thomas Morr, het hippe Berlijnse Kitty Yo-label en het jaarlijkse Popkomm-festival in Keulen, waar ik volgens Rudow zeker eens heen moet. Ik voel nu reeds dat het snor zit met mijn gasten!
Bij wijze van introductie voor de Kindamuzik-lezers vragen we Frank om een beeld te schetsen van de groep. “Leuke vraag! Manta Ray is een band die opgericht werd in 1992, reeds meer dan tien jaar geleden dus. In 1995 verscheen onze eerste plaat en dat was meteen een zeer geslaagd jaar voor ons. Er was op dat moment ook echt iets aan het bewegen in de underground-scène van Gijon. We waren allemaal heel erg beïnvloed door Amerikaanse bands op dat ogenblik, … Pixies, Come, Afghan Whigs, etc ... . Pas later is Manta Ray helemaal geëvolueerd en dat is ook de reden waarom al onze albums tot dusver zoveel verschillen van elkaar. Als je Estratexa vergelijkt met onze eerste plaat, zul je merken dat die platen mijlenver van elkaar verwijderd liggen. Elk album dat we gemaakt hebben staat volledig op zichzelf, er is geen rechtstreeks verband tussen hen”.
Manta Ray is hier dus ter promotie van Estratexa, het vijfde album van het kwartet. De groep is nu vier weken van huis weg, maar lijkt vooralsnog weinig last te hebben van heimwee. “We zijn gestart in Moskou, dan hebben we een weekend in Portugal gespeeld en de laatste veertien dagen zijn we door Spanje en Italië getrokken. Het is fantastisch dat we nu de kans krijgen om ook buiten Spanje te spelen en dat is ook de reden waarom we van platenfirma (Acuarela Records) veranderd zijn. Acuarela heeft aardig wat contacten in het buitenland en dat is aardig meegenomen voor ons”.
Moskou, ‘place of all places’! Zoveel groepen is het niet gegeven om ooit in het Oostblok op te treden en Moskou lijkt al helemaal utopisch, … maar niet voor Manta Ray dus. “Moskou was lichtjes fantastisch! Het is een uiterst boeiende en fascinerende stad en we hebben er heel wat lol getrapt”, aldus Frank.
Als West-Europeaan zou je kunnen denken dat ze in het kille Rusland niet echt wakker liggen van een band uit het verre Spanje, dat toch niet bepaald een uitgesproken rockgeschiedenis met zich meedraagt. Rudow vertelt. “Dat viel echter erg goed mee. Je moet weten dat het de allereerste keer was dat we dit ‘soort’ songs live speelden. Het was tegelijk een zeer bevreemdende ervaring, temeer omdat we zo ver van huis verwijderd waren en we in een stad speelden waar we nooit eerder geweest waren. Ik moet bekennen dat Moskou zelf een diepere indruk op me nagelaten heeft dan ons optreden ginds. Maar … het grappigste was de persconferentie die speciaal ingelast werd naar aanleiding van onze komst. (lacht) Dat was heel bizar, want er is zelfs een Spaans televisiestation komen filmen.”
“Zelfs de Russische TV was aanwezig!”, beaamt een nog steeds dolenthousiaste Garcia. “Er waren ook perslui van allerlei magazines. We kregen er in zekere zin méér aandacht dan in Spanje. That was really amazing!”
Om het Russische succesverhaal compleet te maken nog even meegeven dat er sinds kort zelfs een speciale uitgave van Estratexa in Rusland te verkrijgen is. Rudow: “Er zijn zo’n 600 kopieën gedrukt voor de Russische markt en daar zijn wij heel blij om”.
Het verhaal van Belgische bands die succes oogsten in Spanje (of er zelfs een plaat opnemen), is genoegzaam bekend. Het omgekeerde is echter minder vanzelfsprekend, laat staan dat een Zuid-Europese band voet aan de grond zou krijgen in het ‘overzeese’ Engeland. Rudow stemt hier duidelijk mee in. “Vanuit Spanje lijkt Engeland even utopisch als Amerika, het lijkt onoverkomelijk ver weg. Ik denk dat het zelfs voor een Belgische band niet evident is om iets uit te bouwen in het buitenland”.
Hoewel het de eerste keer is dat Manta Ray op Belgische bodem rondzwerft, is de Belgische scène niet bepaald onbekend terrein voor Frank. De populariteit van bijvoorbeeld dEUS in Zuid-Europa zit daar ongetwijfeld voor iets tussen. “Hun eerste album heeft toch aardig gescoord in Europa en zéker in Spanje. Ze hebben me ook verteld dat elke muzikant er hier ook nog talloze hobbyprojecten en nevengroepen op nahoudt. Interessant!” In de Lage Landen loopt het vooralsnog dus niet zo’n vaart voor Manta Ray. De groep stond enkele jaren geleden wel op Eurosonic/Noorderslag en nam hier zelfs een VPRO-sessie op, maar een grote schare fans heeft de band er vooralsnog niet aan overgehouden.
In de geschiedenis van de Spaanse indie-rockscène mag Manta Ray zich echter zonder schroom de belangrijkste en meest invloedrijke band van het Iberische schiereiland noemen, samen met die andere indie-groep, Migala. Hysterische toestanden en opdringerige fans zijn echter niet aan hen besteed. De bekendheid beperkt zich eerder tot een vrij select publiek. “Er zijn heel wat mensen die Manta Ray kennen in Spanje, we hebben er zoiets van een cultstatus, denk ik. Onze platenverkoop is niet echt overweldigend, we moeten het eerder hebben van onze live-shows. Die lopen heel erg goed en dat is fantastisch! We spelen er meestal in kleine clubs voor een 150 tot 400 man”.
Het titelloze debuut van Manta Ray veroorzaakte destijds – 1995 om precies te zijn – dus een ware schokgolf in de Spaanse underground-scène. De groep bulkte van ambitie en hun rauwe, noise rock zorgde vooral live voor de nodige sensatie. Drie jaar later bracht de groep Pequenas Puertas que Se Cierran, Pequenas Puertas Que Se Abren uit. Hun dan al onweerstaanbare live-reputatie bezorgde hen een stek op het befaamde zomerfestival van Bénicàssim, waar de groep steun kreeg uit onverwachte hoek. “PJ Harvey en Yo La Tengo waren er ook, net als Sonic Youth. We hebben Thurston Moore even ontmoet, maar het grappigste was dat hij zelfs zijn persconferentie onderbroken heeft omdat hij ons naar het schijnt persé aan het werk wou zien. Dus stond Thurston tijdens ons optreden in de coulissen met Kim Gordon en PJ Harvey. Dat gaf een ‘eigenaardig’ gevoel”, bekent Frank.
De Spaanse pers bestempelde Manta Ray ook in 1999 als ‘best national act of the year’, al was dat voor de incrowd allang geen verrassing meer. Manta Ray liet zich echter niet van de wijs brengen door al die lovende kritieken en trok in 2000 de studio in met de Baskische producer Kaki Arkarazo. Esperanza liet een vrij experimenteel geluid horen van een band die de grenzen steeds verder aftastte. Intussen had Manta Ray zich laten verleiden tot het maken van een handvol split-cd’s met onder meer Diabologum, Cosmos en Schwarz. José Luis en Frank stortten zich tevens in hun minimalistisch nevenproject Viva Las Vegas. Samen met Chris Brokaw (Come) zijn ze onder meer te horen op een split. Via deze Brokaw kwamen Rudow en bassist Nacho Alvarez in contact met de andere helft van Come, Thalia Zedek, waarmee ze door Spanje trokken en finaal alweer op Bénicàssim belandden.
“Er zit drie jaar tussen Esperanza en Estratexa, we hebben een lange break genomen. We zitten samen ook in het Viva Las Vegas-project, wat meer op de huiskamer gericht is. Door met andere dingen bezig te zijn, neem je intussen nieuwe impulsen waar. We doen gewoon waar we ons goed bij voelen en zijn constant op zoek naar nieuwe elementen. Dat houdt het aangenaam. We houden er niet van om té lang met hetzelfde bezig te zijn, het doet soms goed om ook nog andere uitlaatkleppen te hebben”.
Manta Ray had intussen de sinistere en knotsgekke Spaanse cultzanger Javier Corcobado ontmoet. Een naar verluidt hoogst bizar figuur. “He’s our Nick Cave …, zijn levensstijl sluit nauw aan bij die van de jongere Nick Cave,” bevestigt José Luis met enig gevoel voor ironie. Frank heeft blijkbaar een andere perceptie over de man. “Hij is het prototype van de wansmaak! Maar … (bedenkt zich) ik ga mijn mond houden want hij is een goede vriend van José Luis”.
Het pas verschenen Estratexa is de eerste plaat onder de vleugels van het Madrileense label Acuarela. “We hebben de platen allen op eenzelfde manier opgenomen, maar deze benadert veruit het meest het live-aspect van de groep. Ze is veel rauwer”.
De songs op Estratexa bestaan hoofdzakelijk uit middellange, instrumentale sfeerstukken. Als er als eens gezongen wordt, doet zanger en tekstschrijver José Luis het afwisselend in het Spaans en het Engels. “Het eerste wat van belang is in een song, is de melodie. Pas daarna gaan we op zoek naar een passende tekst bij dat nummer en die is dan weer volledig afhankelijk van het soort melodie die de song in zich draagt. Voor mij is het makkelijker om voor een Spaanstalige song te opteren, om de eenvoudige reden dat ik me veel beter kan uitdrukken in mijn moedertaal. Als ik echt een formele boodschap wil overdragen in onze songs, zal ik altijd het Spaans kiezen”.
Tijdens de stomende live-set die de groep net afgewerkt heeft, verdringen de referentiepunten zich in onze gedachten. Bands als Mogwai, GY!BE, Trail of Dead en zelfs Nine Inch Nails passeren de revue, maar toch moeten we concluderen dat Manta Ray uniek is. Frank neemt het compliment zichtbaar verlegen in ontvangst. “We hebben heel wat muziek beluisterd de laatste tijd. Maar … we hebben eigenlijk altijd, en hoe langer hoe meer, zelf onze weg gezocht. Natuurlijk houden we van bands als Godspeed, Tortoise, Mogwai … We zoeken echter vooral onze invloeden in Asturië zelf, waar we vandaan komen. Het sociale aspect is zeer belangrijk voor ons, we leven in een streek waar er zeer veel koolmijnen zijn, scheepsbouwbedrijven zijn er erg belangrijk, maar tegelijk is de werkloosheidsgraad er zeer hoog”.
Eenmaal terug thuis hervatten de groepsleden één voor één hun leven van alledag. “Zoals je wel zult weten, zijn de Spanjaarden verzot op fuiven en feesten. In Gijon houdt José Luis zich bezig met het organiseren van parties allerhande. We zijn ongeveer de helft van het jaar werkzaam en de ander helft is voorbehouden voor onze activiteiten met Manta Ray. Onze bassist is eigenaar van een pub … en onze drummer, de jongste van allemaal, woont nog steeds bij zijn ouders”. Je zou dus kunnen stellen dat Manta Ray een groep is met een zeer hoog ‘vrienden-onder-elkaar’ gehalte. “We zijn met vier en elke beslissing wordt genomen door vier. Als we aan het repeteren zijn, gaan we constant bij elkaar te rade en achteraf proberen we onderling tot een consensus te komen en de beste ideeën te bundelen”, zegt José Luis. “We hebben één voor één onze muzikale voorkeur en die is vaak heel verschillend. Als je echter lange tijd samenspeelt, leer je elkaar door en door kennen en gaat alles veel gemakkelijker”, vult Frank aan.
Intussen knalt Senor Coconut door de boxen van het café. Frank en José schrikken zich een hoedje en richten zich op. “Waauw … Senor!!! Als je dit hoort … dit zou de plaat van het jaar kunnen, moéten zijn in Spanje. Een paar jaar geleden hebben we samen met hem een festival gedaan. Dat was zeer leuk”.
Terwijl Frank, als duivel-doet-al van de groep, weggeroepen wordt om het financiéle aspect te regelen, praten we nog even door met José Luis. Als ik hem vraag welke groepen hem anno 2003 kunnen bekoren, antwoordt hij: “Ik vind de compilatie van het Thrill Jockey-label erg goed, Pullman, Trans Am, … . Er is ook een Amerikaanse band waar ik zeer over te spreken ben en dat is Hella. Ik heb het niet zo begrepen op de hypes van tegenwoordig, The Strokes vond ik nog oké, maar sindsdien schieten heel wat groepen in hun kielzog als paddestoelen uit de grond en dat is minder, want muzikaal stelt het allemaal niet zoveel voor. In Frankrijk en Italië zitten er ook wel diverse goede bands en ik zou me ook graag wat meer verdiepen in de Belgische scène, die me buitengewoon interessant lijkt”. We beloven José Luis dat we hem een handje zullen helpen en peilen nog even naar de ambities van de groep, voor zover die er al zijn.
“We hopen gewoon om hier nog vele jaren mee te kunnen doorgaan. De muziek is het belangrijkste en zolang we ons op die manier kunnen blijven uitdrukken, is het goed! Het is echter onmogelijk, in de positie waar wij ons bevinden, om van onze muziek alleen te leven. We behoren tot een beperkte alternatieve scène, gaan drie of vier maanden op tournee en daarna moeten we weer hard aan de slag in Spanje. Naast onze dagtaken, werken we er gewoon aan onze songs, zonder grote waanvoorstellingen naar de toekomst toe”.
Bij het afscheid tip ik hen Pukkelpop en Lowlands. Als ik zeg dat dit de meest vooraanstaande alternatieve festivals van het continent zijn en het gebeuren acht verschillende podia telt, verdwijnen ze in een blik van ongeloof. “Hey Dieter, we gaan onze boekingsagent eens te rade sturen bij jou!”, vertrouwt Frank ons nog met een stevige knipoog toe. Een intense glimlach en een stevige handdruk later staan we alweer in het bomvolle café. Dit was genieten geblazen. Jongens die zich van onderaan de ladder trede per trede naar boven hijsen en scrupules hen volkomen vreemd zijn, ze lopen dun gezaaid tegenwoordig. Eenmaal thuis halen we de buren uit hun slaap met ‘Que Nino Soy’, één van de tracks uit Estratexa. Met een voldaan gevoel van hier tot in Asturië glijden we weg in een diepe slaap. Onze liefde voor Spanje is vanavond weer een tikkeltje inniger geworden.
http://www.kindamuzik.net/interview/manta-ray/manta-ray-moderne-culthelden-uit-spanje/3364/
Meer Manta Ray op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/manta-ray
Deel dit artikel: