Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Hotel Ibis, stationsplein Amsterdam. Buiten regent het, binnen in een
hoekje van de sjofele hotellounge werken Didemus en Greenspan een rits
interviews af. Het is pas twee uur in de middag, maar de twee maken nu al een vermoeide indruk. Vooral de
onderuitgezakte Didemus kost het veel moeite zijn ogen achter zijn
enorm grote bril open te houden en zich actief te mengen in het gesprek. De
ongeschoren Greenspan daarentegen, gekleed in een frisse, felgroene
bloes, wordt duidelijk niet gehinderd door zijn slaaptekort en praat
honderduit.
Een afgrijselijke naam
Dat de releasedatum op 11 september staat gepland, is puur toeval en
heeft geen achterliggende betekenis, verontschuldigt Greenspan zich
alvast. "Voor die dag is gekozen, omdat releases bij Domino altijd op
maandag plaatsvinden. In eerste instantie hebben we er eigenlijk niet eens bij stil gestaan. Later heb ik wel nog voorgesteld om het een week te verplaatsen, maar dat was niet meer mogelijk. Hopelijk rust er nu geen vloek
op het album."
Het is een apart stel, dit ietwat wereldvreemde Canadese producersduo,
dat opgroeide in het provinciestadje Hamilton. Daar kwamen de twee jeugdvrienden na lange tijd weer samen om in 'wisseldiensten' bij Greenspan thuis aan hun nummers te werken. Van wat er in de wereld daarbuiten gebeurt, weten ze vrij weinig en met wereldpolitiek -zolang het geen bedreiging vormt voor thuisland Canada- hebben ze niks. Alleen de VS kennen ze en sinds kort ook een klein deel van Europa, maar slechts van hun optredens.
Dit verklaart wellicht waarom ze een jaarboek van de middelbare school raadpleegden om de Junior Boys naam te
geven. "We wilden het onschuldig
laten klinken, een beetje onnozel eigenlijk, zoals past bij een
pop- of boyband", beaamt Greenspan. "Na wat bladeren, kwamen we de Junior Boys tegen. Zo heette het schoolvolleybalteam, zoals je ook de Senior Boys of Junior Girls hebt. Een afgrijselijke naam eigenlijk, maar afgrijselijk genoeg om toch leuk te zijn."
Geen romantici
Kenmerkend voor de Junior Boys is de grote fascinatie voor het vergankelijke alsook de drang dat verleden te grijpen en vast te leggen. Greenspan: "Het kan immers snel gaan in het leven. Wanneer
je niet zo nu en dan zelf wat gas terug neemt en om je heen kijkt, kun je er zomaar aan voorbijgaan."
Het weemoedige So This is Goodbye gaat daarover. "Níet over persoonlijke dingen of problemen en al helemaal niet over romantiek of liefde", benadrukt hij. "We houden ervan te romantiseren, maar liefdesliedjes? Nee. Wij zijn totaal niet romantisch, althans...ik niet", vervolgt Greenspan lachend met een knipoog naar Didemus.
"Misschien wel als stroming. Ik raak bijvoorbeeld enorm gefascineerd door de
vergankelijkheid van dingen of die aspecten van het leven die we als
vanzelfsprekend zien, maar waar we nooit bij stilstaan. Mijn teksten gaan
vaak over plaatsen en gevoelstoestanden. Zo schrijf ik graag over de
snelweg en het wijd uitgestrekte Canadese landschap. Over wat je er
onderweg tegenkomt, de gehuchtjes en kale vlaktes, de dingen die je kent en de gevoelens die je daarbij hebt. Voor iemand uit het kleine, dichtbevolkte Holland, is dat misschien moeilijk te begrijpen."
Andere fase
So This Is Goodbye is een timide album vergeleken met het futuristische en zomerse Last Exit dat de Junior Boys twee jaar geleden uitbrachten. Maar dat brengt de tijd met zich mee, is Greenspan's verklaring.
"Ieder album móet zelfs een beetje anders zijn dan het vorige", legt hij uit. "We zitten nu in een andere fase. Eerlijk gezegd, zijn de meeste nummers op het eerste album voor ons vrij oud. Sommig materiaal nog ouder. We waren toen andere personen, met andere apparatuur en luisterden naar andere muziek. Maar we zijn gegroeid, maken nu andere keuzes. Het schrijven van muziek heeft zoveel te maken met de situatie, de setting en de apparatuur waar je mee werkt. Wanneer die elementen veranderen, verandert de muziek automatisch mee."
Electronical crooning
"Wat we deze keer hebben geprobeerd te doen, is popmuziek maken
vanuit een elektronisch of danceperspectief", vult de inmiddels
ontwakende Didemus aan. "We hebben hiervoor heel erg goed geluisterd
naar vroege house als 'Can You Feel It' van Mister Fingers en pop uit de
vroege jaren tachtig zoals OMD. Maar ook naar Dean Martin en Frank
Sinatra, aan wie de titelsong ‘So This Is Goodbye' een hommage is.
Sinatra zong ook op een bepaalde droevige manier over plaatsen en
dingen. 'Cottage For Sale' is daar een mooi voorbeeld van. We hebben al
deze invloeden op een hoop gegooid tot een soort van electronical
crooning. Als ode aan de jaren vijftig waarin softsingers of crooners de
dienst nog uitmaakten."
http://www.kindamuzik.net/interview/junior-boys/junior-boys-producersduo-eert-crooners/13825/
Meer Junior Boys op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/junior-boys
Deel dit artikel: