Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"Duitsland heeft een historische dance-cultuur die heel rijk is en bovendien breed geaccepteerd door de jaren heen. Van de eerste stapjes tot nu, Duitse dance blijft vernieuwen, soms lijkt het alsof het even stagneert maar dat is een gezonde eigenschap van de voortschrijdende ontwikkeling, een pas op de plaats om vooruit te kijken. Misschien ligt het aan het feit dat Duitsland zo grauw en grijs is, weinig zon, zee, strand. Als de zon hier fel scheen en we met zijn allen op het strand lagen bakken dan zouden we wellicht windsurfersmuziek maken.”
De woorden zijn van Rajko Müller, in het internationale dancewereldje beter bekend als Isolée, technoproducer. En wie helemaal goed heeft opgelet en de vooruitstrevende technovarianten op de voet volgt weet dan meteen dat dit de man is van de minimalistische techno-hit ‘Beau Mot Plage’, een bescheiden underground hitje dat menig compilatie sierde en in 2000 op Müllers debuut, Rest, stond. Een klein pionierswerkje waarop hij als een van de eersten minimale ritmepatronen en melodieën liet samensmelten tot een geluid dat ongeveer vanaf dat moment bekend kwam te staan als microhouse.
Even wachten
Ruim vijf jaar later is er nu Wearemonster, de minimale trend is er nog steeds maar bij vlagen stevig aangedikt met een disco-achtig gevoel en soms zijn het zelfs gitaren die een nummer kleuren. Vijf jaar later dus. “Tsja”, excuseert Müller zich, “het duurde allemaal iets langer dan verwacht. Twee keer verhuisd, ruim een jaar zonder fatsoenlijke studio gezeten. Toen ik in Hamburg weer beschikte over studioruimte heb ik een hoop nieuw studiomateriaal gekocht en het duurde weer even voordat ik dat spul onder de knie had. En ondertussen heb ik nog geprobeerd een studie af te ronden.” De sympathieke Duitser neemt het ervan op een terrasje als ik hem probeer te bellen op zijn thuistelefoon. Geen gehoor. Nog eens, zonder resultaat. “Mijn vriendin was net terug en het was zo’n lekker weer dat we snel een terrasje gepikt hebben”, excuseert hij zich in een e-mail de volgende dag. Geen probleem, Rajko. Wat zijn een paar dagen nu na vijf jaar in de wachtkamer voor een nieuwe Isolée, nietwaar?
Rockisme, ja lekker bah!
Müller is een van de weinige danceproducers die zich durven wagen aan complete albums in plaats van alleen maar compilaties en mixen en zich daarbij ook nog eens beroept op rockistische producktietechnieken. En terwijl de criticasters de term rockisme (vies woord voor authenticiteit) en masse probeert te ontleden is hij zich van geen kwaad bewust. “Ik weet wel wat rock is ja, maar rockisme? Het woord rock wordt graag gebruikt in de dance. Ik vind dit wel een goede term, het heeft wel iets vies, is dat wat je bedoelt?”
We zullen hem daar niet mee lastig vallen. Nee, Isolée en kornuiten zijn er voor de muziek en de muziek alleen, en heilige huisjes zijn er om omvergegooid te worden. Zo krijg je een technoplaat waarop je in ‘Schrapnell’ overduidelijk twangy (!) gitaren hoort jengelen, en ‘Today’ zich concentreert rond een gitaarritme dat je meestal hoort in een funky rockballad ofzo. Vooral ‘Schrapnell’ beweegt zich in het midden van de plaat als een mysterieuze, vreemde eend in de bijt. Müller komt hier zelfs erg dicht bij een dancetrack voor windsurfers, zo vreemd is zijn eigen statement eerder dus niet. Surfgitaren en een repeterende kadans die zachtjes beïnvloedt lijkt door Neu!’s motorikleer. Het lijkt het middelpunt van het album te vormen waaromheen de rest van de nummers zich als manen om een planeet verzamelen. “Playhouse (Isolée’s label – jh) zag ‘Schrapnell’ inderdaad als het centerpiece, ik had na verloop van tijd geen goed zicht meer op de nummers, als je een tijd zo intensief met een album bezig bent is het moeilijk om afstand te nemen om de volgorde van de nummers te bepalen. Ik begon te twijfelen aan de effectiviteit van de nummers als ze in een volgorde werden gezet die niet zou werken en had geen idee waar die track te plaatsen. Gelukkig hielpen de mensen bij Playhouse me een handje en zij zagen ‘Schrapnell’ als een nummer met een zuigende werking. Als je zoveel tijd met nummers doorbrengt raak je er op een gegeven moment behoorlijk door verveeld. Wat overigens niet wil zeggen dat ik er ontevreden over ben.”
Dansen op de bank
Hoe verklaar je de negativiteit van rockisme als zelfs vooraanstaande technolabels als Playhouse (labelbazen Alter Ego bliezen elke concurrentie vorig jaar nog van de tafel met het zwaar rockende ‘Rocker’) zich aangetrokken voelen tot de structuur en de methodes die in rockmuziek worden gebruikt? Of zijn bewegingen als deze juist het tegenovergestelde van de negatieve rockistische gedachte en laten ze een wijdverspreidde genreverbreding horen? Als danceproducers immers met rockstructuurtjes gaan spelen, dan is Will Oldham voor je het weet een discjockey. “Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in produktietechnieken die dichter bij rockmuziek liggen”, verklaart Müller zijn visie op de zaak, “terug naar een grotere mixtafel, niet alles in een computer stoppen. Experimenteren met gitaren en het verwerken van persoonlijke invloeden die mijn smaak vormen. Het duurde lang voordat ik het geluid gevonden had waarin al die ideëen samenkomen.” Isolée is daarmee dus een uitzondering. Het merendeel van de technoproducers concentreert zich voornamelijk op het produceren van de ultieme clubstamper en dat is gezien de compilatie- en clubgerichte dancemarkt een logische doelstelling. ““Natuurlijk is dat zo”, beaamt hij, “dance nummers worden gedraaid door dj’s om mensen te laten dansen, een album is iets waar je thuis naar luistert, daar zijn danceproducers dus niet mee bezig. Voor mij is het een logische, volgende stap. Ik wil dansmuziek naar de huiskamer brengen. Bovendien is de definitie van dance niet zo strikt dat je er alleen maar op de dansvloer naar kunt luisteren. Het heeft te maken met ambitie, niet alleen om de erkenning maar vooral om de weg naar het uiteindelijke resultaat. Een visie creëren en die proberen uit te drukken in muziek is nogal een uitdaging. Ik zie mezelf ook niet als een dj.”
Zingen of zuchten
Een overtuiging waarin het directe verschil ligt tussen de dj-massa en artiesten zoals Isolée, John Tejada, Matthew Dear en Plastikman. Müller gaat te werk aan de hand van een eeuwenoude popformule. Hooks en bruggetjes zijn volop te vinden op Wearemonster en dat is iets wat hij zelf ook graag erkent. “Al op mijn eerste album, Rest, zijn hooks en bruggetjes te vinden. Het zit in mijn persoonlijke stijl, ik refereer graag aan popmuziek.” Die link is zo sterk te leggen dat het niet zou misstaan om zelfs vocalen in de nummers te verwerken, de ruimtelijkheid in een nummer als ‘Mädchen mit Hase’ schreeuwt immers bijna om wat Roisin Murphy-zuchtjes. “Op dit moment voel ik daar weinig voor, alhoewel het zeker interessant is. Het lijkt me vooral heel moeilijk om tot een goed resultaat te komen. Je moet een zanger of zangeres vinden die goed bij de muziek past bovendien lijkt het me lastig een goede manier te vinden om samen te werken.”
De koele ondergrondse
En terwijl harde werkers als Dave Clarke en Jeff Mills voor het grove beukwerk zorgen is het net onder de oppervlakte waar de spannende vernieuwing plaatsvindt. En dan voornamelijk bij onze oosterburen waar labels als Kompakt, B-Pitch, Perlon en Dial met fijne details een nieuwe technotaal scheppen die als belangrijkste kenmerken emotie en een subtiele speelsheid bezit. De grauwe Duitse uitzichten die van een elektronische soundtrack werden voorzien door elektronica-pioniers als Kraftwerk en Manuel Göttsching vormen nog steeds de broedgrond voor de meest vooruitstrevende undergroundscene op dance gebied. “Ik denk ook dat het daar gebeurt”, bevestigt Müller, “de underground is waar innovatie de dienst uitmaakt en de uitkomsten daarvan sijpelen weer door naar de bovenlaag. Als je belangrijkste drijfveer naast passie voor muziek innovatie is en niet hoeveel geld het opbrengt dan ben je minder afhankelijk en kun je je openstellen voor nieuwe dingen en dus innovatief zijn. Maar ik ben niet zoveel met hypes en die zaken bezig, ik koop weinig elektronische platen. Ik heb wat vrienden die me nieuwe releases tippen en ik ga regelmatig naar clubs. Er komen nog steeds een hoop goede en vernieuwende dingen uit. Een van mijn favorieten op dit moment is dj Koze en Ricardo’s (Villalobos – jh) Alchacofa is nog steeds geweldig. Daarnaast luister ik veel naar The Beach Boys, Shuggie Otis en ook The Stone Roses hebben me tijdens het maken van dit album erg geïnspireerd.”
Tot slot priemt de vraag of hij nog van plan is om zich bezighouden met remixes voor de een of de ander, hevig op mijn lippen. De minimale droogheid zelve: “Ik ga een remix doen voor Dixon, Ego Express en waarschijnlijk een voor Tiga. Nu moet ik rennen, het weekend staat voor de deur.”
http://www.kindamuzik.net/interview/isol-e/isol-e-wil-dansen-op-de-bank/10474/
Meer Isolée op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/isol-e
Deel dit artikel: