Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Drummer Paul Hawley zit in een Londense hotelkamer en ik hoor hem af en toe gapen aan de andere kant van de telefoonlijn: “Ik heb een kater, we hebben gisteren met tien man de hotelbar overgenomen.” Hij lacht even, al kan het ook gekreun zijn. Erg enthousiast klinkt hij in eerste instantie niet als ik hem vraag naar het nieuwe album: “Ik ben zowel nerveus als opgewonden. Het gaat nu eindelijk gebeuren en ik ben benieuwd wat mensen van het album vinden.” Dat album heet Elevator, en niet zonder reden volgens Hawley: “De titel geeft het emotionele proces weer waar we als groep doorheen zijn gegaan. We zijn met elkaar verbonden als groep en Elevator geeft onze levens weer, zowel binnen de band als daarbuiten. Als je in de twintig bent ga je kijken wie je bent en wat je wilt doen met je leven. Toch weet je nooit welke richting je op zal gaan, naar boven of naar beneden.”
Een verdieping omlaag
Na de release van Make Up the Breakdown ging het Hot Hot Heat voor de wind. De band en de stekelige new wave die ze speelden zaten, om maar in de sfeer van de albumtitel te blijven, in de lift. Op tournee ging het helaas iets minder, want gitarist Dante DeCaro kon niet tegen het zware leven van een rockband: “Hij is een erg creatieve artiest, maar het leven als rondreizende muzikant maakte hem kapot. Hij voelde zich verschrikkelijk.” Uiteindelijk besloot de gitarist de band te verlaten. Dat was vreemd en tegelijkertijd moeilijk voor de overgebleven leden, maar volgens Hawley was zijn vertrek beter voor beide partijen: “Touren is al moeilijk genoeg, als iemand het dan niet leuk vindt wordt het alleen maar moeilijker.”
Al snel vonden ze in Luke Paquin, die ze via wederzijdse vrienden leerden kennen, een nieuwe gitarist. Hawley: “In het begin was het lastig, vooral voor Luke zelf. Hij moest toch een bepaalde leegte opvullen, maar hij heeft het zo goed gedaan dat we zelfs al nieuw materiaal hebben geschreven.” De nummers op Elevator zijn nog met hulp van DeCaro geschreven. Hij stemde toe om mee te werken aan het nieuwe album, aangezien hij daarvoor niet op reis hoefde. Dat dacht hij tenminste, maar uiteindelijk heeft Hawley een groot deel van de gitaarpartijen opnieuw moeten inspelen: “De opnames vonden niet plaats in Victoria, maar in Los Angeles. Daardoor voelde hij zich toch weer ziek en dat merkte je aan zijn spel.”
Een verdieping omhoog
Er waren voor de band niet alleen tegenslagen te verwerken. Net na de release van Make Up the Breakdown, in 2002, tekende de band een contract bij Warner. Elevator is dus het eerste album dat ze opnamen onder de vleugels van een major. Toch was er volgens Hawley geen extra druk: “Er was niet meer druk dan we ons zelf oplegden. We weten dat meer mensen dit album zullen horen, maar daarom zijn we juist extra hard aan het werk gegaan.” Geen veranderingen dus, door de overstap? “We hebben controle behouden over de muziek, de website, het artwork en ga zo maar door. Het enige verschil is dat er meer mensen aan meewerken. SubPop heeft maar twintig mensen in Seattle zitten, terwijl Warner werknemers over de hele wereld heeft. Als er al iets is veranderd dan komt dat omdat we zelf veranderd zijn. Als we nou met een experimenteel percussiealbum waren gekomen dan waren ze waarschijnlijk gaan klagen, maar Elevator is gewoon een popalbum geworden.”
Inderdaad. Het nieuwe album is, nog iets meer zelfs dan voorganger Make Up the Breakdown, een popalbum geworden. Terwijl op de website van Hot Hot Heat toch te lezen was dat de band meer donkere nummers had geschreven en meer aandacht wilde geven aan het experiment. “Tja, de nummers die nu op het album staan zijn gewoon beter. Een dubbelalbum zat er niet in, misschien is dat iets voor de toekomst,” zegt Hawley gapend. Hij gaat verder: “Het is geen verrassing dat het album zo klinkt aangezien Make Up the Breakdown ook een popalbum was. Ik weet ook niet of we iemand tevreden moeten houden, als we er zelf maar gelukkig mee zijn. We kunnen wel proberen om een album te maken zoals Radiohead, maar kom op! We zijn Hot Hot Heat, niet iemand anders.”
Volgende verdieping?
De drummer praat er nonchalant over, alsof het niets is om je over druk te maken. Toch dringt een vraag zich op, zeker met de albumtitel in het achterhoofd: is Hot Hot Heat wel een verdieping hoger gekomen met Elevator? Kort gezegd is er weinig veranderd aan Hot Hot Heat, alleen het kapsel van zanger Steve Bays zit wat minder wild. De liedjes zijn nog steeds even pakkend en springerig als op Make Up the Breakdown, het klinkt haast vertrouwd. In een poging om Hawley wat op te stoken leg ik hem de stelling voor dat Elevator lijkt op Make Up the Breakdown deel twee. “Tja, dat is jouw mening,” krijg ik als antwoord.
Na wat aandringen zegt de drummer dat hij wel degelijk verschillen ziet tussen de beide albums: “De liedjes lopen beter in elkaar over en zijn meer gefocust, ze komen sneller ter zake. Er zit ook meer diepte in de muziek, dat was niet zo op ons laatste album. Ik denk trouwens dat er wél meer experimentele songs op het album staan, zoals ‘Ladies, Jingle Jangle’ en het titelnummer. Dat is weird shit die je nergens mee kan vergelijken. Natuurlijk hebben we ook popsongs, maar dat is bewust gedaan.” Het is volgens de drummer allemaal verschrikkelijk logisch. Op naar de volgende verdieping dan, maar welke is dat? Hawley, opeens opvallend alert: “De top, baby!” Dat wordt dus afwachten, aangezien elke lift een ander eindpunt heeft.
Hot Hot Heat staat 7 mei in Nighttown, Rotterdam. 8 mei in de Melkweg, Amsterdam en 9 mei in de Botanique te Brussel.
http://www.kindamuzik.net/interview/hot-hot-heat/hot-hot-heat-elevator-going-up/9414/
Meer Hot Hot Heat op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/hot-hot-heat
Deel dit artikel: