Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Er is een opmerkelijk dualisme in het werk van Henk Koorn, de zanger, gitarist, songschrijver en oprichter van Hallo Venray. Aan de ene kant is hij de pias die op Pinkpop 1992 in netkousen op een springstok een festivalweide aan zijn voeten legt, maar even zo goed jaren later voor een, mede dankzij Bettie Serveert en Claw Boys Claw uitverkochte Effenaar, de 'hits' links laat liggen en vrijwel uitsluitend kiest voor de gevaarlijke garagerockdrones van de dan nog niet verschenen nieuwe plaat Show.
Die plaat kent een vriendelijke en een donkere kant, een dag- en een nachtzijde, letterlijk zelfs. De veertien nummers zijn immers verdeeld over zeven dagen, zeven nachten, elkaar chronologisch opvolgend, en zichzelf met het laatste nummer 'Daybreak' in de staart bijtend. Waarom heet de plaat Show? Omdat het tijd is om na de organisatorische en boekingstechnische mislukking van de vorige plaat, waar nauwelijks een tournee op volgde, nu eindelijk weer vol in de schijnwerpers te gaan staan? Henk Koorn: "Ja, waarschijnlijk. We zaten eerst met het thema van zeven dagen, zeven nachten. Toen de ontwerper kwam met een geschilderde zeven, zei ik: 'Kun je niks anders verzinnen?' Hij zei: 'Ik zit een beetje vast met zeven.' Toen zei ik: 'Doe dan maar Show."
Op diezelfde, ogenschijnlijk lukrake manier is ooit gekozen voor de bandnaam Hallo Venray, een naam waar de band vervolgens aan vastzat. Koorn: "Maar dat is niet erg. Als je nu met Google zoekt, kom je bij ons uit." Ook over de reünietournee met The More I Laugh, the Hornier Due Gets!, eind 2012, kent Koorn geen spijt, al had hij van tevoren gemengde gevoelens. "Maar tijdens het spelen niet. Dan doe je gewoon je ding. Heel plezierig. Het was er ook gelijk weer. De eerste keer dat we weer samen speelden, zaten we gelijk in die rolverdeling, met die sound."
Hallo wereld!
En dan pak je tijdens 'Eugene' zonder reserve je trompet en dan ga je weer? "Ja, dat doe je gewoon met volle overtuiging. Zo ben je gehardwired. Dat ben ik ook. Dan kunnen we dus wel in de grote zalen spelen. En dan is iedereen blij als het weer uitverkocht is. Prima. Leuk. Dan mag je toch in je handjes knijpen? Spelen is toch ook delen met je publiek en hoe meer zielen hoe meer vreugd. Er werd meegezongen… Wat wil je nog meer? Maar de nieuwe Venray, dat ben ik ook."
Je ziet er niet tegenop om af en toe de pias uit te hangen? "Dat hangt er een beetje van af wat voor sfeer er is tijdens een concert. Iedereen heeft wel een pias in zich die af en toe naar boven komt. Onze eerste plaat, You Don't Hit a Guy with Glasses On, die was al heel donker, heel grauw. Maar tijdens optredens hing ik ook de pias uit en niemand begreep daar wat van. Rare gast, dachten ze. Zo steek ik in elkaar. Daarom is het ook mijn favoriete Hallo Venrayplaat, omdat ie zo gek is. Als je een nummer aan het spelen bent, dan is dat jouw coconnetje. Daar zit je helemaal in. En als het nummer afgelopen is, dan is dat helemaal weg!", zegt hij terwijl hij met zijn vingers knipt. "Hallo wereld!"
Concept
Leather on My Soul had met een akoestische en een elektrische versie van dezelfde liedjes ook twee kanten, net als Show met zijn thema van zeven dagen, zeven nachten. Toch is de wereld volgens Henk Koorn niet zwart-wit. Hoewel de poppy nummers aan het begin van Show overheersen en het geluid gaandeweg de plaat donkerder wordt, ontbreken ook in de eerste helft de zware gitaarakkoorden niet. "Het zijn dingen die door elkaar heen lopen. Het thema heb ik al schrijvende ontdekt. Ik bekeek die nummers eens en ik dacht: het gaat over tijd. Dat, losjes gehanteerd, leidde tot het thema. Het is voor het eerst dat ik dat heb gedaan."
Maar daarmee is het nog niet meteen een, om het woord dan maar te gebruiken, conceptplaat. Koorn: "Yes! Concept! Nee, het is geen wetmatigheid. Het hangt er meer als een sluier overheen. Ik heb het ook gebruikt om bepaalde hiaten op te vullen en om de volgorde van de plaat te kunnen vaststellen."
Houdt die volgorde live dan wel stand? "Ja, ik denk dat je wel een beetje aan dat thema vast moet blijven houden. Het zijn een soort strohalmen die je aangereikt krijgt en het is fijn als je daar gebruik van kunt maken. Morgen praten we met de lichtman en die vroeg het ook al: 'Gaan jullie die volgorde handhaven? Zo ja, dan kan ik daar wel wat mee.' We oefenen de nummers ook in de volgorde. Die volgorde voelt al heel natuurlijk. Vaak probeert een volgorde dingen te maskeren. Een zwakke broeder zet je dan bijvoorbeeld bewust op een bepaalde plek. Bij deze plaat was dat geen enkel probleem. Er was een achteloze volgorde, die gelijk al klaar was. Daardoor staan nu enkele van de sterkste dingen achteraan op de plaat, terwijl die juist vaak naar voren gezet worden."
Covers
Het was nooit zo moeilijk de muzikale voorkeuren van Henk Koorn te raden; Neil Young, Lou Reed en The Velvet Underground waren en zijn nog altijd hoorbaar aanwezig in het werk van Hallo Venray. Dat Koorn ook een groot fan is van Prince en dat Show zelfs een cover bevat van diens 'Controversy' zal menig luisteraar verrassen, al is het nummer behoorlijk door de Hallo Venraymolen gehaald en nauwelijks als Princecover herkenbaar. "Ik ben een zeer groot liefhebber van Prince, vooral van zijn manier van liedjes schrijven. Hij is alles in één: een goede zanger, componist, gitarist, tekstschrijver… Dat is ongelooflijk."
Hallo Venrays versie van 'Controversy' is langzamer dan het origineel en volgens Koorn ook vooral gefocust op de tekst. Daarin vinden we opnieuw die tegenstrijdigheid die ook in Henk Koorn zit, blijkens een regel als: "Some people wanna die, so they can be free." Koorn: "Als ik alleen al een titel zie als 'Controversy', dan gaan bij mij alle alarmbellen af."
De band heeft lang aan het nummer gewerkt, maar heeft uiteindelijk gekozen voor een kale, open sound en wellicht daardoor is het een van de mooiste nummers van de plaat geworden. Koorn: "Ik vond het zelf ook wel heel mooi, maar ik was op mijn hoede. Het zit een beetje in de Bonnie 'Prince' Billyhoek. Maar ik vroeg me wel af of we het origineel eer zouden aandoen en of het nummer wel bij ons paste." Het blijkt een gouden greep.
En wie Joy Divisions 'Heart and Soul' terughoort in 'Nightmares', die zit er ook niet zo heel ver naast. Henk Koorn: "Bij deze plaat had ik voor het eerst dat ik de gitaar anders wilde dan voorheen. Ik wilde kijken hoe ik minder kon spelen. Vorig jaar heb ik live Joy Divisioncovers gedaan, met onder anderen Ernst Grevink. Dan duik je in die gitaarpartijen. Dat geluid sprak me altijd al heel erg aan, hoe weinig en effectief die gitarist deed. Dat wilde ik toen ook in Hallo Venray brengen. De aandacht ging altijd naar de basgitaar. Die speelt het nummer en de gitaar fladdert daar wat doorheen, die is altijd onderbelicht geweest."
Fris
Met The More I Laugh, the Hornier Due Gets!en het daaropvolgende A Million Planes to Fly speelde Hallo Venray even voor uitverkochte zalen. Nu is het weer terug naar de kleine zaaltjes. Het is geen probleem voor Henk Koorn. "We mogen al blij zijn dat we nog ergens mogen spelen. In de popwereld word je snel afgelost. Je maakt je daar geen illusies over. Dat we überhaupt nog een plaat hebben gemaakt, dat vind ik al ongelooflijk."
Of het opnieuw tot uitverkochte zalen leidt, met een massaal meezingend publiek; het is niet te zeggen. Henk Koorn: "Het mag. Ik heb daar helemaal geen probleem mee. Toen we die navelplaat maakten, wist ik dat ook niet. Je weet niet wat mensen eruit pikken. Zelf heb ik over Show een heel goed gevoel en, nou ja, dan is het klaar. Het verleden sleep je altijd met je mee, maar we hebben ook de drang om fris aan nieuwe dingen te beginnen en dan hoop je dat je publiek de flexibiliteit heeft om je daarin te volgen."
http://www.kindamuzik.net/interview/hallo-venray/de-twee-kanten-van-hallo-venray-3884/24805/
Meer Hallo Venray op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/hallo-venray
Deel dit artikel: