Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wij weten natuurlijk wel dat ze getrouwd is. Met Murry Hammond, de bassist in haar band met het uiterlijk van één van de Monkees. Haar mooiste nummer ‘Showgirl (I’m Sorry)’ van Homewrecker is een duet met Hammond. Hij in de rol van rondtrekkend muzikant, zij als achterblijvende huisvrouw die haar man probeert te lokken met haar gezang. “I ain’t no showgirl”, zingt DeLisle, ik wil een eenvoudig leven en misschien één of twee kinderen. In werkelijkheid is de vrouw die tegenover ons zit wel actief in de showbusiness. Ze spreekt stemmen in van televisieseries en cartoons.
Theater
Theatrale trekjes zijn DeLisles platen en optredens niet vreemd. Ze oogt als een klassieke countryzangeres, ergens tussen Loretta Lynn en Wanda Jackson, van wie ze een groot bewonderaar is. Haar band wordt gedragen door Marvin Etzioni, de vroegere gitarist van Lone Justice en een showbal van het zuiverste water. DeLisles oog valt bij de keuze van covers op opvallende songs. Vanavond speelt ze in Vredenburg ‘I’m on Fire’ van Bruce Springsteen en ‘I Can’t Help It’ van Hank Williams. Haar nieuwe plaat opent met een bewerking van Queens ‘Bohemian Rhapsody’.
’Bohemian Rhapsody’ lijkt een ongewoon nummer voor een countryzangeres, of zie je jezelf niet zo?
“Jawel.”
Hoe kwam je ertoe dit nummer van de bombastische rockband te coveren?
“Ik vond de tekst zo droevig, heartbreaking. Eigenlijk is het een countrytekst en “Mama I just killed a man” klinkt als een song van Johnny Cash. Ik wilde het een keer horen zonder al die “mama mia’s”, hoewel ik dol ben op het origineel. De countrysong moest eruit bevrijd worden. Iemand zou dat eens moeten doen. Tot ik me bedacht: misschien zal ik dat maar doen. Niemand kan het zoals Freddy, dus moet je het een andere richting op trekken. Omdat hij er zo’n grootse zaak van maakte, wilde ik het juist klein houden en breekbaar.”
Dus je gaat niet voor de vacature in Queen?
“Nee hoor, haha! Ik hou van mijn eigen band. De eerste keer dat ik ‘Bohemian Rhapsody’ hoorde, was ik nog een klein meisje. Ik dacht dat het een stuk van een musical was, wist ik veel dat het rock-‘n-roll was. Het klonk als muziektheater.”
Een andere opvallende cover op je plaat is ‘God’s Got It’. Vertel eens iets over die zanger.
“Reverend Charlie Jackson was een predikant met een elektrische Telecaster. Ik kreeg oude opnamen van hem in handen en vond hem meteen geweldig. Zoals hij ‘God’s Got It’ zingt is het een verdraaid sexy nummer over God. Een sexy nummer over God, dat vond ik vreemd. En hij zingt ook over geld. Ik werd er hopeloos verliefd op. Toen ik het meenam naar de band, begonnen ze er meteen mee te experimenteren.”
Het klinkt als iets van Tom Waits.
“Ik houd van dat trashy geluid.”
Ben je een religieus mens?
“Ja. We gaan elke zondag naar de kerk. Tot een jaar geleden gaf ik nog les op een zondagsschool. Ik ben niet religieus op een obsessieve manier. Mijn geloof is iets persoonlijks. Ik heb vrienden van allerhande pluimage: homo’s, alcoholisten, artistieke types, noem maar op.”
Allemaal showbusinesscontacten zeker?
“Klopt. Luister, ik beoordeel niemand. Iedereen moet doen waar die zin in heeft.”
Hoe serieus ben je eigenlijk bezig met je carrière als muzikant? Of gaat de showbizz voor?
“Eigenlijk wel. De tour voor The Graceful Ghost moest ik afzeggen, omdat ik een cartoonprogramma wilde afmaken. Normaal gezien heeft iedereen begrip voor mijn dubbelleven. Maar bij dat programma dreigde ik ontslagen te worden als ik uit de opnames zou lopen voor die tour. Terwijl ik alles al geregeld had! Ik realiseerde me dat ik geen ontslag kon riskeren, omdat ik mijn rekeningen moet betalen. Gelukkig heeft iedereen hier het me vergeven. Ik heb alles afbetaald en de tickets gecanceld. Dat kostte me zevenduizend dollar. Het verliezen van mijn baan was erger geweest.”
Hoe vind je een balans tussen je werk in de showbusiness en je muziek?
“Door dat werk heb ik als muzikant artistieke vrijheid verworven. Alleen lig ik soms met mijn tijdschema overhoop en kan ik niet lang van huis en werk wegblijven. Dit is mijn langste tour tot nu toe. In Amerika werk ik van maandag tot vrijdag en vlieg ik daarna naar huis zodat ik in het weekend kan optreden. Soms voelt het alsof ik nooit rust heb. Maar ik kan de muziek en de platen maken die ik wil. Mijn platenmaatschappij betaalt bij lange na niet het geld dat ik uitgeef.”
Dat krijg je met die dure jurken.
“Deze kostte anders maar vijf dollar, het is een vintage, gekocht in een
tweedehandswinkel.”
Hoe theatraal is je muziek geworden onder invloed van je dagelijkse werk?
“Ik maak zeker gebruik van mijn acteertalent als ik zing. Het is belangrijker dat het klinkt alsof ik het meen, dan dat ik de juiste noot raak. Ik kies meestal de take waarin het gevoel goed overkomt boven de take die technisch beter is. Van ‘Joanna’ [tweede nummer op Iron Flowers - RB] had ik een opname die perfect klonk, maar die miste het verlangen dat ik in dit liedje wilde leggen. Dan vind ik dat toch belangrijker.”
Zingen is als acteren voor je?
“Ja. Ik had aanvankelijk wat podiumangst, omdat ik nooit als mijzelf optrad en altijd een ander acteerde. Als de mensen het niet leuk zouden vinden, dan zou dat iets over mij zeggen en niet over een personage. Ik werd zelfs ziek in die situaties. Dus koos ik ervoor om het personage te zijn dat in de song zat en beschouwde ik elk nummer als een klein toneelstukje.”
Wat ligt er dan van jezelf in de songs die je schrijft? Ik dacht dat ‘Right Now’, dat over een zangeres gaat, wellicht iets met jou van doen had?
“Daar zit iets van mijzelf in, maar het gaat meer over God en over iemand die helemaal door de bodem zakt. Over dat je er altijd zelf uit probeert te komen totdat je het gewoon niet meer weet en je durft te zeggen dat je hulp nodig hebt. En het gaat over mensen met verslavingen die helemaal aan het einde zitten.”
Ergens is ‘Right Now’ dus wel autobiografisch?
“Ja, ik kies verschillende elementen uit mijn leven en mijn omgeving.”
Ik wilde je nog vragen naar het bijzondere instrument dat je speelt, de autoharp. Kies je het instrument om het mooie geluid of betekent het ook iets voor je in termen van traditie? Onze gedachten gaan al snel uit naar Sara Carter en de Carter Family.
“Oh yes, I love Sara Carter.” Maar vanavond speel ik op Maybelle [de andere vrouw in de Carter Family en de moeder van June Carter – RB]. Ik heb verschillende exemplaren, de één heet Sara en de ander Maybelle. Ik heb nog een oudje, dat is een kleiner instrument. Die heet June.”
De traditie betekent dus wel iets voor je?
“Absoluut. Ik wil er alleen graag iets nieuws mee doen. Veel mensen spelen de autoharp op een traditionele manier en dat klinkt goed, maar ik heb die oude muziek thuis al op plaat en ik wilde iets anders doen met het instrument uit de Appalachen.”
De Carters speelden toch gewoon de popmuziek van hun tijd?
“Zo zie ik het ook. Veel van wat je nu hoort, kun je herleiden tot wat zij allemaal gedaan hebben in hun tijd. Gelukkig ben ik met de Carter Family opgegroeid.”
http://www.kindamuzik.net/interview/grey-delisle/grey-delisle-balanceert-tussen-muziek-en-theater/11343/
Meer Grey DeLisle op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/grey-delisle
Deel dit artikel: