Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Gisli belt me vanuit Paradiso, waar hij deze avond zal optreden. Hij vertelt me dat hij niet erg nerveus is voor zijn Nederlandse podiumdebuut, eerder opgewonden. De dag hiervoor heeft hij Amsterdam verkend en is hij naar het concert van The Hives geweest. Als ik vraag wat hij van Amsterdam vindt, reageert hij met een schaterlach en wat gemompel. Blijkbaar is het goed bevallen. Het is niet de laatste keer dat de 26-jarige Gisli zal lachen. Zijn zeer aanstekelijke lach maakt een groot deel van mijn interviewtijd vol. Zelf zegt hij hierover: “Zo ben ik, ik hou van humor en wil graag lol maken. Soms is dat ook het doel van mijn muziek. Ik vind het leuk om mensen te vermaken, alhoewel ik ook serieus uit de hoek kan komen. Op die manier is het een soort therapie, een methode om de gedachten uit mijn hoofd te bannen. Het klinkt cliché, maar het is zo.”
Aandacht
Op zijn zesde begon Gisli (achternaam Kristjansson) met drummen. Op zijn achttiende verhuisde hij van zijn geboorteland Ijsland naar Noorwergen. Sindsdien heeft hij in verschillende metal- en punkbands gedrumd. Het dichtst bij eeuwige roem kwam hij met de punkband Pornshot. Deze band kreeg redelijk wat bekendheid na een concert voor tweehonderd man in Oslo. “Pornshot kreeg opeens veel aandacht van platenmaatschappijen, zowel uit Noorwegen als uit Engeland. Iedereen vond ons goed, maar ik realiseerde me dat we het niet zouden maken als we een contract zouden tekenen”, aldus Gisli. Tegen die tijd begon het drummen ook te vervelen en verliet hij de band. Zijn verbroken relatie met zangeres Fiona Sandvik zal ook hebben geholpen dit besluit te nemen.
Zijn debuutalbum How about That? heeft hij helemaal in zijn eentje opgenomen en geproduceerd. Gisli houdt er namelijk niet van als anderen zeggen wat hij moet doen. Het album was in eerste instantie niet bedoeld als een volwaardig debuut: “Ik was gewoon voor mezelf bezig. Elke keer als ik een nummer had geschreven, nam ik het op. Eerst wilde ik het niet voor anderen spelen, dat vond ik te persoonlijk. Uiteindelijk heb ik dat toch gedaan en vonden platenmaatschappijen in Noorwegen en Engeland het goed en wilden ze het uitbrengen. Toch vind ik het nog steeds moeilijk om persoonlijke nummers te spelen.” Aandacht is dan ook niet de reden waarom hij van achter het drumstel naar het middelpunt van de belangstelling is gestapt: “Ik had de behoefte om liedjes voor mezelf te schrijven, niet voor anderen. Ik wilde me ook niet vastpinnen op één soort muziek, ik ben op zoek gegaan naar het experiment.”
Ritme
Op deze zaterdag heeft hij in ieder geval voldoende aandacht gekregen. Lachend: “Ik had vandaag inderdaad veel interviews, dat was erg beangstigend. Ik vind het nog steeds niet prettig om zoveel aandacht te krijgen. In het begin was ik erg nerveus om anderen mijn liedjes te laten horen of live te spelen, maar je raakt er wel aan gewend. Ik heb niets te verbergen, sommige mensen zullen me niet aardig of leuk vinden en dat is nu eenmaal zo.”
De meeste liedjes die Gisli schrijft starten met de teksten, waarna hij er muziek bij zoekt: “Ik was eerst drummer, dus dat is een reden voor de diverse soorten ritmes op het album. Als ik gitaar speel, hoor ik het ritme er in mijn achterhoofd al bij. Ik hoor de grooves. Ik wil ook veel variëren. Ik wil niet tien nummers achter elkaar dezelfde drumtrack horen.” En als zo’n liedje vrolijk klinkt, betekent dat niet meteen dat het zo bedoeld is: “Ik schrijf niet altijd vrolijke teksten bij vrolijke nummers, ik maak ook wel eens vrolijke nummers over depressieve onderwerpen. Die tegenstellingen vind ik erg leuk om te gebruiken.”
Naast tegenstellingen bevat het debuut van Gisli ook veel uiteenlopende muziekstijlen. “Mijn vader had een hele grote platencollectie, waar ik altijd de Beatles uit pakte. Tegenwoordig hou ik van verschillende soorten muziek. Eerst was ik groot fan van Iron Maiden, daarna hield ik van Duran Duran, toen van Ice T en nu luister ik bijvoorbeeld naar Elliot Smith, Johnny Cash en Jay-Z”, aldus Gisli. Zijn teksten gaan over het alledaagse leven: “Mijn manier van schrijven is vooral beïnvloed door boeken, bijvoorbeeld door Sarah van J.T. LeRoy. Daarin wordt een zwaar onderwerp op een luchtige, leuke en positieve manier beschreven.”
Egoïst
“I am like Bob Dylan with nothing to tell”, vertelt Gisli ons in het nummer ‘Can You Make Me Right’. Waarna hij nog verschillende andere vergelijkingen op de luisteraar afvuurt. Heeft hij niet zo’n hoge dunk van zichzelf? “Door mezelf op deze manier voor gek te zetten, geef ik toe dat ik niet perfect ben. Het is niet bedoeld als grap, ik wil gewoon als een normale, bescheiden persoon overkomen.” Bob Dylan schrijft in zijn pas verschenen memoires dat hij helemaal niet gezien wilde worden als de stem van een generatie. Wat is het grootste misverstand dat er over Gisli bestaat? “Veel journalisten vroegen me vandaag of ik zelfzuchtig en egoïstisch ben. Dat is niet waar, veel nummers op mijn album gaan niet over mezelf, maar over hoe ik tegen de wereld aankijk. De mensen die dat van mij vinden zouden nog eens beter naar mijn album moeten luisteren”, vertelt hij lachend.
Toch komt hij hier later op terug, als ik hem vraag wat hij nu zou doen als hij geen muzikant was geworden: “Dan zou ik nu waarschijnlijk schrijver zijn geworden, of fotograaf. Misschien is architect trouwens een betere keus, want ik heb me laten vertellen dat die mensen het grootste ego van iedereen hebben en dat past wel bij me.” Heeft hij dan toch een groot ego? Na even twijfelen antwoordt hij: “Waarschijnlijk wel, anders zou ik nooit muzikant zijn geworden.”
Gijzelaar
En stel dat Gisli één dag Bob Dylan mag zijn en de hele wereld zou naar hem luisteren, wat zou hij dan zeggen? “Over mezelf hoef ik weinig te vertellen. Ik ben slecht met vrouwen en relaties, maar eigenlijk staat alles wat je over mij moet weten op het album. Ik zou de mensen vragen om rustig aan te doen, plezier te maken en om niet té perfect te willen zijn. Ik heb niets groots te zeggen, ik wil mensen alleen vertellen hoe ik tegen de dingen aankijk. Het maakt eigenlijk ook niet uit want we gaan allemaal toch naar de hel.” Waarop hij weer in lachen uitbarst.
Gisli komt pas echt niet meer bij als ik zelf grappig uit de hoek probeer te komen. Gisli betekent ‘gijzelaar’ in het Ijslands en ik vertel hem dat ik blij ben dat mijn ouders me gewoon Rob hebben genoemd. Ik kan niet eens mijn zin afmaken, want hij heeft zijn antwoord al klaar: “Jouw naam betekent ‘stelen’ in het Engels, dus je bent echt niet beter hoor!” Gisli begint hard te lachen en ik stamel dat ik daar nooit bij stil heb gestaan. Waarop hij de slappe lach lijkt te krijgen en ik maar besluit met hem mee te lachen.
foto 2 van de officiële Gisli site
http://www.kindamuzik.net/interview/gisli/gisli-lachen-gieren-brullen/7619/
Meer Gisli op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/gisli
Deel dit artikel: