Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Christiaan groeide op in een klein stadje in Amerika. Zoals zovele anderen spendeerde hij zijn tijd grotendeels met het afspelen van platen en het luisteren naar muziek. De interesse ging echter verder dan het louter passief beleven van muziek en al snel volgde hij piano- en vioollessen in de plaatselijke muziekacademie. “Toen ik jong was werd ik geselecteerd om naar een gespecialiseerde muziekschool voor jonge getalenteerde kinderen te gaan”, herinnert Virant zich. “De nadruk lag daar niet zozeer op het performen, want om eerlijk te zijn stelde mijn spel niet veel voor. Maar ik was wel heel goed in het componeren. In 1982-83 kreeg ik les van een leraar die me introduceerde in de voor mij toen vreemde elektronische muziek. Hij was een minimalist. Van daaruit kreeg ik ook interesse in Indiase muziek, vooral vanwege de drones en het repetitieve dat je daarin terugvindt. Chinese muziek trok me ook aan, vooral dan omwille van het feit dat het vreemde muziek was en we er niet zoveel van afwisten.”
Dat Christiaan uiteindelijk in China belandde berust eigenlijk volkomen op het toeval. “Oorspronkelijk wilde ik na de middelbare school naar India gaan om daar muziek te studeren. Maar mijn beste vriend ging naar India, en ik had toen meer de houding van ‘fuck this, als hij naar India gaat, ga ik daar niet naar toe.’ Dus ging ik dan maar naar China,” lacht Virant. “De bedoeling was toen om Chinese muziek te studeren, maar eigenlijk spendeerde ik het merendeel van mijn tijd aan het bestuderen van de Chinese taal, geschiedenis en filosofie. Een feit dat hierin ook meespeelde was dat de traditionele Chinese muziek in het moderne China totaal onbelangrijk is. De jeugd is er niet in geïnteresseerd, die is meer bezig met Westerse rock- en popmuziek. Ik werd gewoon verliefd op het land en ik ging nooit meer terug naar huis.”
Communisme vs rockmuziek
Een Amerikaan die naar China trekt en dit in de jaren 1980. Het ligt niet voor de hand. Het kapitalistische Amerika en het communistische China liggen op zijn zachtst gezegd niet meteen op dezelfde lijn. “Ik groeide op in de jaren 1980 onder president Reagan. Je had de Soviet-Unie en Amerika was natuurlijk heel erg anti-communistisch,” beaamt Virant. “Daarenboven groeide ik op in een klein stadje waarvan het grootste deel van de bevolking militair was: er hing dus een heel sterke anti-communistische sfeer. Maar de meeste mensen dachten bij communisme eerder aan de Sovjet-Unie dan aan China. Over China dacht men in het algemeen als een onderontwikkeld gebied. Ze dachten dat ik daar in een pak zoals Mao er één heeft rond zou lopen en een traktor besturen: dat soort beelden. In de jaren 1980 klopte dat beeld ergens wel natuurlijk: China stond inderdaad een heel stuk achter op het Westen. Tegenwoordig is er veel veranderd en heb je overal McDonalds en Starbucks. Maar dan nog beperkt zich dat voornamelijk tot kleine gedeeltes van de grote steden. Ik linkte China niet meteen met het communisme, maar zag het eerder als dit zeer oude land, met veel tempels en kung-fu.”
Decennia lang bleef China afgesneden van de ontwikkelingen binnen de Westerse popmuziek. Rockmuziek was de modale Chinees totaal onbekend. De enige popmuziek die er doordrong was afkomstig uit Taiwan en Hong Kong: zeemzoete liefdesliedjes. Het is pas vanaf 1996 dat popmuziek ook in China big business geworden is. “Ik speelde toen akoestische gitaar,” legt Virant uit. “Ik schreef songs op gitaar, voornamelijk heel simpele dingen. Meer dan tien jaar was ik volledig afgesloten van de ontwikkelingen binnen de popmuziek. Tot 1996 had ik geen idee wat er zich in de rest van de wereld afspeelde.”
Met de Communistische Partij aan de macht ligt het voor de hand dat er censuur uitgeoefend wordt. Ook muzikanten komen hiermee in aanraking. Maar ondanks de vele beperkingen en regels die van hogerhand opgelegd worden heeft er zich de voorbije jaren toch een bloeiende undergroundscène kunnen ontwikkelen. “Rockmuziek wordt niet als illegaal beschouwd, in Beijing heb je bijvoorbeeld elk weekend wel een aantal optredens. Maar als je de zaak puur technisch en wettelijk bekijkt heeft elk optreden in China speciale toelatingen nodig. En dat zijn er nogal wat: je moet toestemming krijgen van de Communistische Partij, van het Ministerie van Cultuur, van de brandweer, van de politie. Als je aan al deze voorwaarden moet voldoen is het gewoon onmogelijk om een show te organiseren,” aldus Virant. “Het probleem met de optredens die dan toch doorgaan is dat de politie heel gemakkelijk lastig kan beginnen doen. Over het algemeen gezien is het heel eenvoudig om shows voor honderd man te organiseren, maar optredens voor duizend mensen zijn heel moeilijk of onmogelijk, je zou er nooit toestemming voor krijgen.”
Die dubbele houding tegenover popmuziek komt ook in andere terreinen tot uiting. Regels die voor ons als compleet ridicuul overkomen dienen in China toch gerespecteerd te worden. Chinese equivalenten voor woorden als ‘rock-‘n-roll’ en ‘punk’ zijn verboden in de Chinese media. “Vorig jaar moest ik een interview doen voor de Chinese MTV,” lacht Virant. “Ik moest een punkgroep interviewen, Reflector, die old school ska spelen. Ze zagen eruit als een echte punkband, en ik mocht de woorden ‘rock’ en ‘punk’ niet in de mond nemen. De situatie werd gewoon een farce, compleet hilarisch. Hoe moest ik hen introduceren? Het is een punkband en ik mag het woord ‘punk’ niet gebruiken! Dus deden we allerlei woordspelletjes: ‘Dit is Reflector, een niet-klassieke, non-folk muziekgroep die met elektrische instrumenten speelt’. Het was best wel een grappige situatie.”
Live electronica
Hoewel Christiaan tegenwoordig nog uitsluitend electronica maakt is hij ooit wel begonnen als muzikant in een punkgroep. “Ik speelde gitaar en keyboards in een all-star Chinese punkband,” verklaart Virant. “We namen gewoon de beste spelers uit verschillende punkbands. Op zeker ogenblik kreeg ik een computer van een vriend in Hong Kong en begon ik met het maken en spelen van elektronische muziek. Na een tijdje wou ik een elektronische groep beginnen, want in Beijing waren er geen groepen die optraden met elektronische muziek. Je had wel een heleboel thuisklussers, maar die speelden nooit live, en live spelen is wat ik het liefste doe. Dat was dus ons oorspronkelijk plan: live electronica spelen. Ik contacteerde toen een gitarist en Zhang Jian die toen keyboards speelde. In het begin waren we dus een trio, maar de gitarist kocht al snel een computer en is toen op zichzelf muziek gaan maken, minimale techno. Zhang Jian schafte zich toen een laptop aan en in deze formatie spelen we nog steeds als Fm3.”
Dat Fm3 zo resoluut voor het livegebeuren kiest uit zich ook in de beperkte discografie die het duo in de voorbije jaren bij elkaar speelde. Buiten een paar tracks op verzamelalbums (Bip-Hop Generation Vol. 7 (Bip-Hop, 2004) met naast Fm3 ook Ghislain Poirier en Janek Schaeffer) en een gelimiteerde cd-r op Dreamland Recordings (Ambience Sinica) is er niet veel verschenen. Christiaan legt uit waarom Fm3 ietwat weigerachtig staat tegenover studio-opnames. “We hebben wel een paar platen uit in China, maar dat zijn dan meestal collaboraties met andere mensen, en in samenwerkingen moet je altijd compromissen sluiten: dus ik ben niet echt tevreden over die opnames. We hebben onlangs wel de laatste editie gedaan van de Mort Aux Vaches-reeks van Staalplaat.”
Het typische Oosterse of Chinese gevoel dat de muziek van Fm3 uitademt is gebaseerd op samples van traditionele Chinese instrumenten. Eens in de computer worden deze verknipt en versneden, omgebogen en binnenstebuiten gekeerd om zo tot soms heel abstracte, minimale elektronische composities te komen. “We gebruiken altijd heel eenvoudige software, ik hou het graag simpel. Door aan die Staalplaat-release te werken heb ik ontdekt dat het eigenlijk niet uitmaakt welke software ik gebruik: uiteindelijk zal het toch resulteren in de typische Fm3 sound. Op dit nieuwe album heb ik uitsluitend gebruik gemaakt van oude elektronische instrumenten en tape en toch klinkt het eindresultaat hetzelfde als wanneer ik het baseer op Chinese instrumenten.”
Live spelen is het belangrijkste voor Fm3. Hun optredens zijn dan ook speciaal, vooral dan omdat ze rustige, minimalistische muziek spelen die de toeschouwer in een haast meditatieve staat kunnen brengen. Een optreden van Fm3 is ook nooit twee keer hetzelfde. “Zhang Jian heeft een hekel aan dingen steeds hetzelfde spelen. Hij houdt van improviseren en hij rookt altijd veel dope, dus wanneer hij iets heel goed speelt vergeet hij dat meestal. De eerste vijf minuten van onze set zijn altijd dezelfde. Het geeft ons tijd om wat te relaxen en in de sfeer te komen. Hierna ligt alles open, ik heb geen idee van wat er zal gebeuren. Zhang Jian neemt het dan meestal over door een soundscape te creëren waar ik dan dingen aan toevoeg. Sommige avonden speel je heel interessante dingen die je nadien terug probeert op te bouwen, maar dat is onmogelijk.”
De Chinese elektronische scène
In het zog van Fm3 namen vele anderen de laptop onder de arm en beklommen een podium om hun muziek live te brengen voor een publiek. Recentelijk verschenen enkele verzamelalbums (China: The Sonic Avant-Garde (Post-Concrete, 2003) en Landscape (Landscape)) die een goed beeld schetsen van de huidige elektronische scène. “Alles begon rond 1999 toen een groot aantal jongeren hun elektronische muziek buitenshuis live ging spelen. Beijing is nog steeds het centrum van de muziekscène, er zijn zo’n vijftien tot twintig groepen actief,” schetst Virant de situatie. “Een groot deel van de mensen is hevig beïnvloed door de Japanse white noise. Aan de andere kant heb je dan de mensen die vroeger DJ waren, die dus meer met dansmuziek bezig zijn. Ook in andere steden beginnen nu stilaan elektronische artiesten actief te worden. Iedereen met een computer, die heel goedkoop is in China, kan elektronische muziek beginnen maken. Ik denk ook dat deze nieuwe generatie het interessantste zal zijn, want ze hebben totaal geen muzikale achtergrond. Het zijn puur digitale artiesten. In tegenstelling tot mijn generatie, die uit een rock- of traditioneel milieu komt. Voor het ogenblik vind ik de meeste elektronische muziek in China niet zo bijster origineel, meestal kopiëren ze gewoon Westerse voorbeelden, maar binnen vijf of tien jaar zal dat hopelijk anders zijn.”
Eén van de grote katalysators van de hele Chinese elektronische muziekscène is natuurlijk het internet. Zonder het internet zou China nog steeds voor een groot deel afgesloten zijn van de buitenwereld. “Het is heel moeilijk om aan muziek te geraken in China,” beaamt Virant. “In muziekwinkels vind je meestal niet wat je in het Westen ‘normale’ muziek zou noemen. China laat maar een beperkt aantal cd’s toe. Het internet is daarom heel belangrijk omdat de jongeren zo in contact komen met al deze vreemde muziek. Ten tweede is het ook van belang om aan de nodige middelen te komen om muziek te maken. In China is er niemand die software koopt, alles wordt gebootlegd. Als je de originele software wilt kopen in de winkel kun je hem gewoon niet vinden. Ten slotte biedt het internet ook de mogelijkheid om te communiceren met Westerse muzikanten, zodat er in de toekomst ongetwijfeld nog velen het voorbeeld van Fm3 zullen volgen en tournees in het Westen zullen ondernemen.”
'1000 Revolutions A Second':
Woensdag 6 oktober in de Recyclart te Brussel met Dajuin Yao, Wang Changun, Fm3, Yan Jun en Wu Quan
Van maandag 11 tot zaterdag 16 oktober speelt Fm3 in het Modern Chinese Art Institute in Gent
Woensdag 20 oktober speelt Fm3 samen met Dajuin Yao en Wang Changun in de Vooruit te Gent
Donderdag 28 oktober spelen dezelfde mensen op het Nieuw Media Festival Impakt te Utrecht.
» Bezoek de site van (k-raa-k)³ voor meer info
http://www.kindamuzik.net/interview/fm3/fm3-en-de-chinese-elektronische-revolutie/7399/
Meer FM3 op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/fm3
Deel dit artikel: