Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het verhaal van ESG leest als een charmant sprookje, inclusief de niet geringe rol van het toeval. De vier tienerzusjes Renee, Valerie, Deborah en Marie Scroggins groeien op in de South Bronx, een slechte wijk van New York. Moeder Scroggins besluit instrumenten voor haar dochters te kopen in een poging ze van de straat te houden. Terwijl letterlijk onder hun raam de hiphop wordt uitgevonden, oefenen de zusjes met hun band. Ze spelen, aangevuld met buurjongen Tito, op alle mogelijke talentenjachten in New York. Tussen de folkies in Manhattan, tussen de gospelzangers in de Bronx. Eerst covers, maar al snel eigen nummers.
“Onze moeder was heel enthousiast over ons. Ze geloofde op dat moment veel meer in ons dan wijzelf”, zegt Renee Scroggins, sinds jaar en dag de woordvoerster van de band.
Take it to the bridge
Het succes komt uit onverwachte hoek. ESG wordt tijdens een talentenjacht ontdekt door Ed Bahlmann, eigenaar van platenzaak en -label 99 Records, bekend van bands als Liquid Liquid en Bush Tetras. Plotseling belandt de groep midden in een van de meest geïnspireerde en vooruitstrevende muziekstromingen die de popgeschiedenis heeft gekend: postpunk. ESG speelt met bands als The Clash, A Certain Ratio en PIL en komt tegelijkertijd terecht in de exploderende New Yorkse clubscene. De veelgebruikte term punkfunk is op hen meer van toepassing dan op wie dan ook.
“We hadden geen flauw idee”, zegt Renee, “het gebeurde gewoon. Wij maakten de muziek die we graag wilden maken. We waren grote fans van James Brown, vooral van de breaks in zijn muziek. Wij maakten rauwe muziek die klonk als die breaks. De punks vonden dat geweldig. Wij voelden ons heel erg geaccepteerd in die scene. Iedereen stond overal voor open.”
Wat maakt ESG zo aantrekkelijk voor de postpunkers? De band heeft een eigen geluid: een danig uitgeklede en elementaire funkgroove met veel percussie en strakke drums, overduidelijk gemaakt vanuit de populaire DIY-mentaliteit. Dat opvallende geluid is grotendeels spontaan ontstaan.
“We moesten het doen met de instrumenten die we hadden. Dit was wat onze moeder zich kon veroorloven. We hadden geen elektronische apparatuur tot onze beschikking, maar die misten we eerlijk gezegd ook niet. Waarschijnlijk hadden we heel andere muziek gemaakt als we meer middelen tot onze beschikking hadden gehad. Dan waren we misschien een van de vele verdwenen bandjes geweest.”
Martin Hannett
In plaats daarvan vinden de zusjes zichzelf ineens in de studio met Martin Hannett, de legendarische huisproducer van Factory alsmede het genie achter het geluid van Joy Division. Scroggins lacht als ze eraan terugdenkt: “Het grappigste was dat wij geen idee hadden wie hij was. Dat was maar goed ook, want ik denk dat we ons geïntimideerd gevoeld zouden hebben. Het was absoluut geen marathonsessie. We hebben een uur of drie in de studio gewerkt en hij heeft eigenlijk weinig met onze sound gedaan. Hij wilde alleen weten of we er gelukkig mee waren, of het zo goed voelde voor ons. Hij vroeg ons of we nog een liedje van drie minuten hadden, want daar was nog ruimte voor op de band. Dat hadden we wel, dat was ‘UFO’.”
De opnames met Hannett vormen de basis voor de carrière van ESG. De drie tracks op de 7 inch single, ‘UFO’, ‘Moody’ en ‘You’re No Good’, worden culthits in zowel de dance-, de hiphop- als de postpunkscene. De band wordt - tegen hun wil - vaak gesampled. Diverse ep’s verschijnen op 99 Records en in 1983 volgt debuutalbum Come Away with ESG. De groep treedt op in heel Amerika en wordt zelfs door Factory overgevlogen naar Manchester voor de opening van hun legendarische club The Hacienda. De zusjes draaien volop mee in het circus, maar blijven tegelijkertijd altijd een beetje een buitenbeentje. De band heeft geen behoefte om veel rond te hangen met de mensen uit de scene, neemt zelfs zijn eigen eten mee naar optredens.
“Je moet je voorstellen: veel van de clubs waar we speelden hadden geen fatsoenlijke restaurants. Wij waren jong, we wilden er ook graag een zakcentje mee verdienen. Zelf ons eten meenemen was nu eenmaal goedkoper. In sommige gevallen waren we ook erg onder de indruk van andere muzikanten. Mensen als PIL en The Clash gingen altijd heel netjes met ons om, maar er waren ook mensen die liever hadden dat we weg gingen. We waren natuurlijk ook kinderen.”
Eeuwige jeugd
Niet lang daarna verdwijnt ESG een hele tijd min of meer uit beeld. Tot het Britse label Soul Jazz in 2001 de geweldige compilatie A South Bronx Story uitbrengt, waarop vrijwel al het werk van ESG bijeen gebracht is. Dat is niet zo gek, want de muziek van ESG sluit naadloos aan bij de revival van postpunk en mutant disco. Sterker nog: de muziek klinkt misschien nog wel urgenter dan 25 jaar geleden. Op hetzelfde label verschijnen ook twee nieuwe cd’s, Step off (2002) en Keep on Moving (2006).
Hoe hard sommige recensenten ook roepen dat er niets veranderd is, dat is er wel degelijk. Met name Step off klinkt serieuzer, vooral in de teksten: “Het heeft een veel persoonlijker inslag. Veel van de teksten op de laatste twee albums gaan over relaties, jammer genoeg niet alleen over de goede dingen daarvan. Een nummer als ‘Ex’ gaat absoluut over een ex van mij. Maar uiteindelijk proberen we nog steeds gewoon funky muziek te maken.”
Haar echte leeftijd wil Renee Scroggins liever niet verklappen. De muziek van ESG gaat volgens haar voorbij andere grenzen. Maar de tijd verstrijkt intussen natuurlijk wel en om de eeuwige jeugd een beetje in de band te houden is ESG simpelweg een generatie opgeschoven. Moeder Scroggins, toch een beetje lid van de band, overleed een paar jaar terug, maar inmiddels zijn Renee’s dochter Nicole (bas) en Valerie’s dochter Chistelle (gitaar) toegetreden tot de band. Renee herkent wel iets van zichzelf in de nieuwe generatie, vooral het spelplezier op het podium.
ESG blijft intussen een zussenaangelegenheid. Zijn er geen mannen in de Scrogginsfamilie, of zijn de mannen gewoon niet goed genoeg om bas te spelen in ESG? “Wij hebben ook twee grote broers, maar die hadden nooit interesse om muziek te maken. Ze hebben op een gegeven moment onze spullen nog wel gedragen. Dat was hun bijdrage. Ik heb zelf een zoon van zeventien. Hij gaat medicijnen studeren, maar hij schrijft ook liedjes, dus wie weet. Is hij welkom in de band? Zeker! Ik zou trots zijn!”
http://www.kindamuzik.net/interview/esg/esg-punkfunk-familiebedrijf-in-drie-generaties/14291/
Meer ESG op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/esg
Deel dit artikel: