Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Een omschrijving waar Vloeimans zich nog het meest in herkent is ‘Europees’. “Inderdaad. Dat gevoel had ik eigenlijk al toen ik voor het eerst terugkwam uit New York, eind jaren tachtig, begin negentig. In Amerika hoef ik niet te wonen, ik voel me meer verbonden met Europa. Ik vind het hier prettig. Daarom was ik ook voor de Europese eenwording. Of je met een Noor spreekt of een Griek, er bestaat een zekere verbondenheid die ik niet precies onder woorden kan brengen.”
Op het randje
In de afgelopen vijf, zes jaar ontwikkelde Vloeimans zich tot een muzikant met een open geluid dat je het best als ‘Europees’ kunt omschrijven. Met de Britse pianist John Taylor en de Deense contrabassist Lars Danielsson krijgen Vloeimans’ warme melodieën zelfs iets noordelijks mee. De wat gedragen sfeer van de akoestische luistermuziek op een cd als Umai (uit 2000) is daarbinnen maar een deel van het verhaal.
Vloeimans is inmiddels weer verder. Hij legt uit: “Als je nu naar die plaat luistert, dan hoor je dat het goed gespeeld is, zoals goede muzikanten dat nu eenmaal doen: mooi spelen en mooie muziek maken. Met de groep Fugimundi wil ik echter iets anders bereiken. Ik wilde de nieuwe cd een soort van avontuurlijkheid meegeven, kinderlijkheid waar je blij van wordt, op het randje van alles. Is dit nu een tango? Nee. Is het dan circusmuziek? Nee, ook niet. Denk: op het randje van kitsch. Een van mijn voorbeelden is Misha Mengelberg: zijn geniale eenvoud, maar wel heel erg op het randje, in positieve zin dan, natuurlijk. Ik kan natuurlijk niet over mezelf spreken, maar ik hoop wel dat ik die rand alleen maar raak; velen vliegen er overheen. Bij Fugimundi is plaats voor een gek marsje, een blues die niet klopt, of een Braziliaans aandoend dadaïstisch stukje muziek. Pianist Harmen Fraanje en gitarist Anton Goudsmit komen op een heel inventieve manier aan met ideeën als ik een compositie inbreng. Ze komen ook zelf met stukken. Op de cd staan er zes van mij, twee van Anton en twee van Harmen.”
Koppeltje duikelen tussen kunst en kitsch
In Vloeimans’ luistermuziekperiode speelde hij Summersault, het titelstuk van de nieuwe Fugimundi-cd, ook al. “Summersault betekent zoveel als koppeltje duikelen. Ten eerste moet ik zeggen dat ik het nu veel beter speel dan vroeger, maar dit terzijde… Vergelijk die twee versies maar eens. Vooral het verschil in benadering is enorm. Harmen speelt nu een vreemd ritme op de piano, en Anton gaat daar met een soort rare cowboygitaarmuziek doorheen. Dat we soms bestaande stukken spelen maakt dan helemaal niet uit, het is een uitgangspunt om er een nieuwe vorm en structuur aan te geven.”
De trompettist benadrukt dat hij altijd al luchtige aspecten in zijn stijl opneemt. “Dat begint al bij het hoesontwerp, dat moet al een soort uitnodiging zijn tot luisteren. Kun je je het hoesje van First Floor, mijn tweede cd herinneren? Daar staat een pinguïn op. Iedereen heeft daar wat mee. Ook met de foto voorop Summersault probeer ik met eenvoudige middelen zoiets te bereiken. Het zijn kindjes van mijn zus op het strand. De één tekent iets en de ander rent langs de kustlijn.”
Ploep ik speel een noot
Wie de cd’s van Eric Vloeimans beluistert, zal opvallen dat ieder album zijn eigen specifieke sfeer heeft. De soundscapes van Voiznoiz 3 (met Michel Banabila), de moderne jazz met de Finnen van het Jarmo Savolainen Trio of de rond de Frans-Vietnamese gitarist Nguyên Lê geboetseerde jazzrock: het zijn allemaal afgeronde gehelen die op zichzelf staan. Wat is de rol van Vloeimans tussen al die verschillende muzikanten en stijlen? “Wat ik als muzikant te vertellen heb, wordt me eigenlijk steeds duidelijker. Ik denk dat je steeds zelfbewuster wordt en in je eigen ding groeit. Op een gegeven moment leer je welke mensen je nodig hebt om jezelf goed te laten klinken. Hoe het zou moeten? Nou zo: ploep, ik speel een noot, en er komt meteen een antwoord. Het lukt me steeds beter om de musici zo uit te nodigen en ook bij elkaar te zetten, dat ze met iets goeds komen, zelfs als ik minimale informatie geef.”
Fugimundi is een basloos trio, met de ongebruikelijke bezetting van piano en gitaar (dus twee akkoordinstrumenten) en een trompet. Vloeimans: “Het is geen vooropgezet idee, hoor, dat we per se zonder bas willen spelen. Mis je de contrabas in onze groep? Nou, dat bedoel ik. Uiteindelijk kom ik uit op de musici zelf, en niet per se het instrument dat ze bespelen. Ook als Harmen accordeon had gespeeld en geen piano, had ik graag met hem gewerkt. Gitaar en piano kunnen elkaar gruwelijk in de weg zitten, maar de mensen die ik koos voor Fugimundi kunnen daar erg goed mee omgaan. Daar komt nog bij dat als een groep met een goede oplossing komt voor een probleem, het geheel meer is dan de som der delen.”
Hout vs. koper
De warme sound van de trompet van Eric Vloeimans blijft het middelpunt van de muziek. Zelf denkt hij dat hij weliswaar gegroeid is, maar dat dat evenzogoed geldt voor degenen met wie hij samenwerkt. “Als mensen over mijn sound beginnen, vind ik meteen dat ik een compliment moet geven aan Chris Weeda, de sound engineer. Ik ben wellicht zelf gegroeid in mijn eigen sound, maar Chris, met wie ik al jaren werk, is dat ook. Hij laat mij zo goed klinken, ik ben echt trots op de klank van Summersault.”
Omdat Fugimundi een trio is dat het moet hebben van de live-interactie, is de cd een realistische weergave geworden van het samenspel in de groep. Toch wil Vloeimans ook nog wel iets kwijt over zijn eigen trompetgeluid. “Ik hoorde de Noorse trompettisten Nils-Petter Molvær en Arve Henriksen eens praten over de shakuhashi, een houten Japanse fluit. Toen ik dat hoorde dacht ik: ik zou eigenlijk meer aan ‘hout’ moeten denken dan aan ‘koper’. Dat is een hele goeie om vast te houden als je koperblazer bent. Ik geloof zelfs dat het inmiddels hoorbaar is in mijn spel. Natuurlijk zijn er veel invloeden. Van Chet Baker, de lucht die hij in zijn klank heeft, heb ik voor mezelf geprobeerd in mijn eigen muziek op te nemen. De attack van Lee Morgan, de vette sound van Freddie Hubbard, het vibrato en de wendbaarheid van Clifford Brown, maar vooral het kernachtige geluid en de bindingen van Kenny Wheeler.”
Eric Vloeimans’ Fugimundi: Summersault (Challenge Records)
14-01 Lantaren-Venster, Rotterdam: cd- presentatie Summersault
19-01 Bimhuis, Amsterdam
21-01 Vredenburg, Utrecht
22-01 Verkadehuis, Roosendaal
27-01 Goudse Schouwburg, Gouda
03-02 De Toonzaal, Den Bosch
24-02 Paradox, Tilburg
http://www.kindamuzik.net/interview/eric-vloeimans/eric-vloeimans-speelt-tussen-kunst-en-kitsch/11703/
Meer Eric Vloeimans op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/eric-vloeimans
Deel dit artikel: