Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Terwijl de backstage van de Antwerpse Singel langzaam volloopt en het kruim van de Belgische muziekscene zich innig verbroedert, geeft Eberg (echte naam: Einar Tonsberg) z'n helblauwe ogen rijkelijk de kost. De minzame Scandinaviër voelt zich duidelijk in zijn sas, en daar heeft hij alle reden toe. Ebergs debuutplaat, het eind vorig jaar verschenen Plastic Lions, oogstte immers aardig wat bijval onder enkele attente recensenten uit Engeland en de Benelux. Luttele uren voor z'n eerste concert op Belgische bodem fluistert hij me dan ook in het oor dat de nervositeit hem stilaan door het lijf sluipt. "Het is m'n eerste keer in België. Ik moet zeggen dat ik een beetje overweldigd ben door het hele gebeuren hier. Het ziet er allemaal heel erg interessant uit. Na twee maanden enkel in Engeland gespeeld te hebben, is het een enorme uitdaging om nu ook in België mijn ding te kunnen doen."
Elektrische kleerhanger
Het heeft er alle schijn van dat Eberg bij de geboorte gezegend werd met een extra zintuig voor enigszins weirde, bevreemdende geluidjes. Op Plastic Lions zijn ze overvloedig aanwezig en vermengt hij ze subtiel met een lading vocoders en een keur aan akoestische instrumenten. De plaat dribbelt gezwind langs de meest diverse muziekstijlen (lo-fi rock, pop, triphop, lounge, techno, etc …) en zorgt ervoor dat de IJslander zich geenszins bij de lurven laat vatten. Opvallend element in Ebergs ondefinieerbare en genreoverstijgende sound is de zelf gefabriceerde E-harp, waarmee je trouwens zelf aan de slag kan op z'n fraaie website. Dat vraagt tekst en uitleg. "De E-harp is een kleerhanger waarop ik stukjes van een elektrische gitaar gemonteerd heb, zoals snaren en een pick-up. Hiermee kun je een heel hoog geluid produceren en op de plaat maak ik er dan ook dankbaar gebruik van. Ik vermoed dat die creativiteit ergens genetisch bepaald is, want mijn grootvader was instrumentenmaker, ook al heb ik hem nooit gekend." Of z'n uitvinding even beroemd zal worden als die van onze Adolphe Sax, durven we sterk te betwijfelen, maar opvallend is ze dus zeker. Daarmee hebben we lang niet alles gezegd wat de inventiviteit van de IJslander betreft. Zo stond hij ook al in voor het eigenhandig vervaardigen van de houten verpakking van Plastic Lions, die hij aanvankelijk als CD-R verpatste aan z'n vrienden. De beperkte voorraad (vijftig exemplaren) was echter razendsnel uitgeput en Ebergs zaag -, timmer- en plakwerk trok de aandacht van het Britse Icecream Records. Zij brachten de bal aan het rollen.
Hoewel Eberg z'n tienerbroeken sleet in talloze gitaarbandjes, kon zijn moeder hem overtuigen om een klassieke piano-opleiding te volgen. De stap naar de synthesizer was dan ook een logisch gevolg. "Aan de keyboards slaagde ik er op de één of andere manier echter niet in om mijn rocktemperament te
kanaliseren, dus ging ik bas spelen en vervolgens weer gitaar. Het leek voor mij gewoon altijd evident om in een band te zitten. Heel wat van m'n vrienden zaten in bands en voor je het goed en wel beseft, wordt je automatisch meegesleurd. Dat geldt nu nog steeds: als we elkaar ontmoeten in een pub, ga ik zelden buiten vooraleer er alweer nieuwe plannen gesmeed zijn!" (lacht)
Plastic Lions
Het conceptuele aspect van Plastic Lions beperkt zich niet louter tot de vorm, zo blijkt. Ook inhoudelijk had Eberg zichzelf een welbepaalde strategie opgelegd. "Ik had drie regels. De eerste was om geen songs te schrijven vooraleer ik daadwerkelijk aan de plaat begon. Dat was vroeger wel eens anders toen ik de klassieke wijze volgde en alles keurig op gitaar en piano schreef. Nu wilde ik het volledig op mijn manier doen! Het was een leuke uitdaging en het moest per slot van rekening interessant blijven voor mezelf. Punt twee was om het simpel te houden, hoewel ik de songs toch wel enigszins gecompliceerd wou laten klinken. Mijn excuses voor de verwarring! (lacht) De laatste regel was tien songs schrijven en daarmee basta. Eenmaal je aan het schrijven bent, is het verleidelijk om je te bezondigen aan overdaad en dat wou ik per se vermijden. Dat was de enige manier waarop het zou werken voor mij. Dit is de formule en daar houd ik me aan, klaar."
Blaffende mensaap
Wie een blik werpt op de website van de man, maakt meteen kennis met Plastic Lions, het "wezen" ("een man die verregaande gelijkenissen vertoont met een aap en ook nog eens blaft," dixit Eberg) waaraan de plaat werd opgehangen. Het object drijft ons in de richting van de metafysica en het staat iedereen vrij om er een eigen interpretatie aan te geven. "Ik zou je met de beste wil van de wereld niet kunnen vertellen waar 'het' vandaan komt. Ineens was 'het' er … pas later heb ik er ook een betekenis aan gegeven. Het uitgangspunt was om normale zaken te bundelen op een manier dat het iets of wat 'vreemd' werd. De leeuw is niet voor niks de koning van het dierenrijk, al wilde ik hem toch een beetje een surrealistisch karakter meegeven."
Vreemdsoortige pinguïns in het Londense straatbeeld
Hoeft het je nog te verwonderen dat ook Ebergs teksten vrij abstract aandoen, al blijkt dat volgens hem nogal mee te vallen. "Op dat moment zat ik zwaar in dubio wat mijn gevoelens betreft en het was niet zo evident om alles in de juiste context te plaatsen. Ik was constant heen en weer aan het pendelen tussen Londen en Reykjavik en dat viel me nogal zwaar, zonder het evenwel té dramatisch te vertalen naar mijn teksten toe. Het weg zijn van 'thuis', de stap naar het onbekende … daar gaat het over. Je kent ongetwijfeld wel dat gevoel als je in een wereldstad aankomt. Dan loop je er toch altijd even beduusd bij, niet?"
Eberg overmand door heimwee dus. Niet zo verwonderlijk als je opgegroeid bent tussen de oogverblindende en uiterst rustgevende landschappen en plots een bocht van honderdtachtig graden maakt richting het altijd woelige en levendige Londen. Toch blijkt het Vikingenbloed hem nog steeds onverstoord door de aderen stromen. "Toen ik me er pas gevestigd had, zo'n zes jaar geleden, ging er echt een nieuwe wereld voor me open. Ik voelde me ontzettend vrij, kon alles doen waar ik zin in had, zonder me te moeten verantwoorden! Dat was in IJsland wel even anders, er was immers altijd wel iemand die zijn verhaal aan je kwijt wou of dat van jou wilde horen. Londen is zo'n gekke stad!"
"Ik herinner me nog goed … (lacht) Toen ik er pas woonde, kwam een Britse vriend met het voorstel op de proppen om ons op straat te begeven verkleed als pinguïns! Ik had iets van: 'dat kunnen we toch niet maken, wat gaan de mensen wel niet van ons denken, straks krijgen we politie over de vloer!'. Hij zei: 'Trust me, no one cares'. Ik was er echt van overtuigd dat we ons hiermee zwaar in de nesten zouden werken, maar toen ik akkoord ging, bleek er effectief níemand aanstoot te nemen aan onze strapatsen. Begrijp je wat ik bedoel? Iedereen is er echt heel erg met zichzelf bezig en na enige tijd ga je IJsland dan weer missen. Het beste van de twee 'werelden' zou voor mij dé perfecte combinatie zijn! Ik hou van beide steden en voel me het gelukkigst als ik net uit Reykjavik terugkom of omgekeerd."
IJslandse scene
Laten we tenslotte nog even de spots richten op de IJslandse muziekscene, die de afgelopen jaren niet onbesproken bleef binnen de Europese popcultuur en ook vandaag nog steeds voor verrassingen zorgt. Aan de invloed van Björks Sugarcubes valt moeilijk te ontsnappen, maar het was toch vooral Sigur Rós dat het schiereiland op het einde van de vorige eeuw in kaart bracht. Het geloof in eigen kunnen groeide zienderogen en sindsdien overspoelen tal van jonge, getalenteerde muzikanten onze contreien. Experimentele acts als Matmos, Gus Gus, Ensimi en Múm verwierven intussen een aardige status en recent bleven we niet onverschillig bij knappe platen van Jaguar, Bird of Bang Gang. Als we Eberg om een verklaring vragen, legt hij ogenblikkelijk de link met België. "Het zal je misschien verrassen, maar 'Antwerpen will be the next Reykjavik'. Jullie hebben fantastische bands (looft vooral dEUS' Worst Case Scenario - DC), heerlijke festivals en ik heb me laten vertellen dat ook Gent zeer tof is. Ik ben hier amper een paar uur en ik val werkelijk van de ene verbazing in de andere. Het boeit me enorm en de dingen die ik absorbeer, klinken héél erg interessant! De IJslandse scene is alles bij elkaar genomen toch vrij traditioneel, hoor. De meeste artiesten doen gewoon waar ze zin in hebben en hebben niet de minste bedoeling om ooit munt te slaan uit hun muziek. Ze maken gewoon muziek voor zichzelf en daarnaast houden ze er ook nog vaak een belastende dagtaak op na. Het is een ontzettend contrast met artiesten die uit Engeland of Amerika komen!"
"Wat Sigur Rós betreft, hun impact valt nauwelijks te overzien, maar intussen is het 'nieuwe' er ook alweer vanaf. Iedereen was compleet verrast door hun plotse succes en reageerde alsof ze dergelijke muziek nooit eerder gehoord hadden, maar intussen zaten ze wel reeds aan hun derde album in IJsland."
Eberg houdt er dus een uitgesproken mening op na wat z'n landgenoten betreft en als uitsmijter tipt hij ons het eveneens IJslandse Milky Song. "Deze kan ik je echt aanbevelen! Ik dien er wel bij te vermelden dat de band nogal argwanend is voor de eventuele aandacht die hen nog wel te beurt zal vallen. Ze hebben schrik om hun authenticiteit te verliezen."
Om aandacht zit Eberg niet verlegen, want zijn optreden op De Nachten lokt heel wat geïnteresseerden naar de Foyer van deSingel. We zien hem komende zomer mogelijk terug op één van de Belgische zomerfestivals.
Plastic Lions is uit op Icecream Records en wordt verdeeld via Konkurrent.
http://www.kindamuzik.net/interview/eberg/eberg-doe-het-zelver-met-een-voorliefde-voor-alles-wat-botst/5330/
Meer Eberg op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/eberg
Deel dit artikel: