Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Stokjes kletteren in hoog tempo op een grote trom, een lullig 8-bit melodietje springt in. Enkele maten verder voegen wat ontspannen plukjes aan de contrabas zich bij het voorstuivende gezelschap. Vervolgens in volgorde van verschijnen: een stem, een gitaar, een mondharmonica, een speelgoedpiano, een saxofoon, een (gedempte) trompet. Het nummer ‘Rats in Automatz’ klokt dan nog geen twee minuten, moet nog stilvallen en weer verder gaan in een geheel andere richting.
De muziek van Dijf is een gezellige chaos. Allerhande frivole melodietjes en swingende ritmes worden argeloos aan elkaar geplakt en voortgestuwd door een flinke jazz-drive. Soms is er nog een lijmrandje zichtbaar, sluit het niet helemaal goed op elkaar aan of breekt er iets af. De kwaliteit is niet altijd even schoon. Vaak zelfs een beetje smoezelig. Dat noemen ze lofi en het versterkt het rommelige karakter dat zijn muziek zoveel sfeer geeft.
“Als ik muziek maak krijg ik soms het idee dat ik aan het werk ben in een tuinhuisje. Daar kan ik lekker knutselen en prutsen zonder dat er veel fout kan gaan. Als er wel iets misgaat, kan ik dat stukje knippen en op een andere plaats opnieuw gebruiken. Dat komt door mijn vrije insteek”, aldus Dijf. “Ik begin gewoon ergens, ik doe maar wat, zonder dat ik een goed idee heb wat ik maken wil. Mijn instelling komt overeen met die van de jazz; het vrijuit experimenteren. Ik heb het hier dus alleen over mijn instelling, verder vind ik mijn muziek helemaal niet zo jazzy als soms wordt geschreven. Het is in eerste instantie elektronica waar af en toe een stukje jazz in zit.”
Pop is de norm
Dijf heeft tot nu toe twee albums gemaakt. Het eerste is een compilatie van eerdere E.P.’s die uitkwamen bij Djax Up Beats (DUB) uit Rotterdam. Het tweede, To Be a Bob, verscheen vorig jaar ook bij DUB. Beide bevatten dezelfde frivoliteit dankzij de naïeve, bijna kinderlijke melodieën uit akoestische bronnen en de stuwende ritmesectie die hij bijeen heeft gesampled van jazzplaten. Ondanks hun experimentele karakter is het merendeel van de nummers heel erg toegankelijk en catchy. Dijf is er minder tevreden over: “Die twee albums duren te lang. Na elf nummers verwacht je wel een keertje een einde. En dan komen er nog vier of vijf stuks. Omdat die nummers niet veel toevoegen aan de rest van het album hangen ze er een beetje achter, als een te lange fade out. Dat gaan we veranderen in de toekomst.”
“De nummers moeten strakker en rechter. Geen eindeloze jamsessies meer, maar korte liedjes waarin het moet gebeuren. Ik wil me schikken naar de popnormen. Op dit moment vind ik het moeilijk om mijn ingevingen te sturen. Ik pruts maar wat, alles wat ik doe lijkt te lukken. Sterker nog: hoe harder ik experimenteer, hoe beter sommige mensen het vinden. Popmuziek is juist gemaakt volgens heel strakke richtlijnen. Een goed popliedje schrijven is daarom veel moeilijker dan een goed jazznummer schrijven. Pop stelt veel meer eisen en is daarom een grotere uitdaging voor mij, ook omdat het me dwingt mijn creativiteit te structureren.”
Opknapbeurt
Het vroegere werk van Dijf lijkt op een grote rommelzolder. Daar zijn allerlei leuke, lang vergeten spulletjes toegedekt met een laagje stof. Dijf wandelt rond, plukt er hier en daar wat tussenuit en werkt dat op zijn gemak uit tot hele verrassende combinaties. In de toekomst zal de zolder een andere bestemming krijgen als Dijf zijn plannen doorzet. Alle overbodige rommel moet eruit zodat er kan worden begonnen met een grondige opknapbeurt. De wanden krijgen een aangename teint en de ruimte wordt naar moderne maatstaven ingericht, dat wil zeggen: ruimtelijk en overzichtelijk .
“Op dit moment ben ik bezig met nieuwe nummers. Die zijn veel strakker en puntiger. De vrije jazz-insteek heb ik eruit gegooid. De opnamekwaliteit is ook wat omhoog gegaan. Ten slotte is het meer dance geworden. Het geeft me namelijk een ontzettende kick als een hele zaal tijdens mijn optredens gaat dansen. Op de oude nummers gebeurt dat soms wel, maar de meeste nummers zijn nog te experimenteel om op te dansen. Daarom gebruik ik in mijn nieuwe werk vaak een beat. Ik weet nog niet of het lukt om daar een heel album mee te vullen, maar ik doe mijn best. Ik wil namelijk een zo groot mogelijk publiek bereiken. Spinvis staat tussen mijn positie en de positie waar ik naar toe wil. Uiteindelijk wil ik iets maken als Beck, dat kan iedereen wel waarderen. Zelfs je moeder.”
Dijf Sanders staat op 4 februari in Café de Snuffel (Brugge, BE) en op 6 februari in de Brakke Grond (Amsterdam, NL).
http://www.kindamuzik.net/interview/dijf-sanders/dijf-sanders-draait-de-zaken-om/11820/
Meer Dijf Sanders op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/dijf-sanders
Deel dit artikel: