Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dan Snaith vertelt: "Ik begon met pianospelen spelen toen ik vijf jaar oud was, maar ik vond het nooit leuk. Pas later, toen het niet meer ging om klassieke muziek, maar om liedjes van The Beatles, werd ik enthousiast. Ik leerde niet alleen om muziek te spelen, maar ook hoe de liedjes werkten. Ik kreeg te horen hoe akkoorden samengingen en hoe ik moest improviseren. Omstreeks die tijd begon ik ook met opnemen op een sampler die ik op mijn middelbare school vond. Die heb ik uiteindelijk maar gestolen, niemand wist dat hij er was en niemand heeft hem ooit gemist."
Referenties en mooie geluiden
Zijn muzikale opvoeding heeft haar sporen nagelaten. "Nog steeds herleid ik elk instrument tot een toetseninstrument." Toch associeer je zijn muziek niet gelijk met piano's. Hij debuteert begin deze eeuw als Manitoba, met een fijn knisperende elektronicaplaat. Later, als hij zijn artiestennaam gedwongen verandert in Caribou, stapelt hij de ene invloed op de andere: psychedelica uit de jaren zestig, krautrock, westcoastpop, freejazz en minimal passeren de revue. "Eigenlijk elke keer als ik een mooi geluid hoor, wil ik er iets eigens van maken."
Toch heeft hij zich op het pas verschenen Swim proberen los te worstelen van al die invloeden. "Op de voorganger Andorra maakte ik het te makkelijk, mensen konden gelijk zeggen: dat geluid ken ik, dat is typisch een jarenzeventigmanier om vocalen te produceren. Ik probeer nu die vergelijkingen uit de weg te gaan." Hoewel hij nog steeds samples gebruikt, gebeurt dat op een bijna onherkenbare manier. "De baslijn in 'Odessa' bijvoorbeeld is afkomstig van een obscure jarenzestigplaat. Ik vond dat geluid geweldig en heb er één noot van gesampled. Die heb ik daarna op een keyboard gezet, waarop ik vervolgens de baslijn heb gespeeld."
Het kenmerkt de werkwijze van Snaith, die dagenlang in de studio kan zitten om zijn ideeën te perfectioneren. "Een idee voor een track heb ik al vrij snel, ik heb denk ik een stuk of zeshonderd opzetjes. Maar met 99% daarvan ben ik niet tevreden." Vervolgens voegt hij aan de geslaagde opzetjes laag voor laag iets toe, tot het een Caribounummer wordt. "Ik neem bijna alles alleen op: er is geen producer, geen limiet. Ik blijf maar doorgaan. Als ik thuis ben, is het bijna alles wat ik doe. Vroeg opstaan, laat naar bed. Het maakt allemaal niet uit."
Emotie en geluid
Snaith zegt zelf niet erg visueel ingesteld te zijn, want zijn muziek is nooit een interpretatie van een bepaald beeld. Hij begint vaak met niks en door heel veel te maken doet hij ideeën op. Hij zoekt intuïtief naar geluiden die bij elkaar passen. "Iets wat me eindeloos fascineert is de relatie tussen emotie en geluid. Waarom een bepaald geluid een bijbehorende emotie oproept. Maar ik probeer op dat soort vragen nooit een antwoord te vinden, ik geniet ervan dat er een relatie tussen beide is. Daarnaast denk ik ook dat het antwoord op die vraag niet bepaald eenvoudig is."
Er zijn wel mensen die aan zijn muziek een wetenschappelijke interpretatie verbinden, wat niet vreemd is als je bedenkt dat Snaith een gepromoveerd wiskundige is. "Maar," zo zegt hij, "ik ben daar erg op tegen. Dat ze zeggen: oh er gaan vier noten in één maat, en geven dat een bepaalde betekenis. Allereerst is dat geen wiskunde, maar rekenen. Ten tweede, nog belangrijker: het heeft niks te maken met de redenen waarom mensen van muziek houden." Wiskunde en muziek zijn twee gescheiden werelden, maar: "beiden zijn onlosmakelijk verbonden met mijn persoonlijkheid."
Melodie en ritme
Iets wat Snaith zoekt, is een bepaalde relatie tussen melodie en ritme. "Ze zijn vrij onafhankelijk van elkaar, je hoeft het ene niet voor het andere op te offeren. De beste nummers ontstaan wanneer zowel het ritme als de melodie interessant is." Het is deze wisselwerking waar hij onbewust naar op zoek was. "Terwijl ik aan Swim werkte, was ik ook veel bezig met deejayen. Dan maakte ik kleine dancetracks die ik tijdens die avonden kon draaien. De beste nummers zijn eigenlijk diegene waarbij ik niet meer wist waarvoor ze nou bedoeld waren."
Het omslagpunt in de relatie tussen ritme en melodie vindt plaats tijdens de optredens. Daar waar Snaiths soloproject een band wordt, en ritme duidelijk de overhand heeft. Hij treedt zelf vaak op als tweede drummer en de drums staan vooraan op het podium. "Dat ritmische is zo fysiek, zo sensitief en zo direct dat het vrij natuurlijk voelt om dat op de voorgrond te zetten. Daarnaast heeft een liveshow ook een visuele component. Ik vind het er erg mooi uitzien. Als ik zelf naar een concert ga, let ik bijna de hele tijd op de drummer."
Hij vertelt dat hij steeds vaker naar concerten gaat. "Ik zag laatst Sun Ra Arkestra, dat was waanzinnig. De vrijheid, de expressie en de energie die daarvan uitgaat, vind ik geweldig. Het is allemaal zo spontaan en interactief." Het komt dicht in de buurt van zijn eigen ideale band. Tijdens het vermaarde festival All Tomorrow's Parties mocht hij al eens met een vijftien man tellend collectief optreden, terwijl er nog meer lagen aan zijn muziek werden toegevoegd. Snaith glundert: "Dat was echt een droom die uitkwam."
Eerste foto door David Shankbone. Tweede foto door Alex Reynolds.
http://www.kindamuzik.net/interview/caribou/caribou-muziek-maken-is-intu-tief/20115/
Meer Caribou op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/caribou
Deel dit artikel: