Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Die zinsnede uit Beaver’s bio moeten we niet zo letterlijk nemen. “Het klinkt alsof het nergens op slaat”, lacht hij. “En aan de ene kant is dat waar. Natuurlijk, als schrijver heb je te maken met woorden en gedachtes. Maar in mijn persoonlijke leven veranderde er veel. Er gebeurde veel op sommige gebieden, meer dan er eerder gebeurde. Met deze plaat probeerde ik te schrijven op een manier die minder observeert en meer is toegespitst op actie.” Nelson beseft echter goed dat woorden daar een belangrijk deel van uitmaken. “Maar het zijn woorden die meer te maken hebben met dóén dan met dénken.” Dat is duidelijk, maar is dat dan geen vorm van reflectie? “Tja, zo wordt het wel een soort van woordspelletje”, merkt de zanger op. “Het heeft voor mij veel met actie en handeling te maken. Sommige dingen zijn reflectief, maar reflectief over een actieve gebeurtenis. En dat is een groot verschil voor mij. Of het voor de luisteraar iets uitmaakt, weet ik niet.”
Zijn focus op actie en handeling was een gevolg van persoonlijke ervaringen. “De laatste jaren was dit iets waar ik erg mee bezig was. Niet alleen in mijn gedachten, maar ik probeerde ook actief iets te veranderen aan mijzelf.” En dat had effect op de liedjes van Motion, zijn laatste cd, die inderdaad meer over het fysiek doen van iets gaan, dan dat ze introspectief zijn.
Los-vastverbinding
Beide muzikanten ontmoetten elkaar tijdens een open-microfoonsessie. Ze konden het goed vinden en voelden elkaar muzikaal goed aan. Ze besloten om samen eens wat te gaan spelen en dat resulteerde in een soort van ‘los–vastverbinding’. Op dit moment toeren ze samen en Jud werkte mee aan Motion. Zijn rol was, naar eigen zeggen, “het laten gebeuren van dingen in een te kort tijdsbestek, met te weinig geld.” Ze kunnen het goed vinden en hebben veel plezier tijdens hun optredens. “Ik vind optreden leuk, hoor”, zegt Beaver. “Ik heb er geen problemen mee. Soms is het lastig om iets te zeggen tussen de liedjes door, maar het spelen zelf vind ik niet emotioneel belastend.”
Het maakt ze ook niet veel uit wáár ze spelen. “We spelen veel in kroegen en soms op festivals. Middelgrote zalen vind ik het lastigst. Ik hou van kleine gelegenheden en natuurlijk is het fantastisch om voor heel veel publiek te spelen. Ik denk wel dat ik me in een kleinere gelegenheid meer op mijn gemak voel, maar het is niet dat ik dat dan ook leuker vind.” Kunnen ze goed leven van hun muziek? “Ik heb hiervoor gekozen”, zegt Jud laconiek. “Ik kan nu niet meer terug.” Voor Beaver geldt dat hij dan wel meer zou moeten optreden dan hij nu doet. En dat hoeft voor hem niet per se, want hij wil ook tijd kunnen doorbrengen met zijn vrouw en zoontje. Als hij niet toert, doet hij het huishouden en voedt hij zijn zoontje op. En dat is eigenlijk ook een heel prettige gang van zaken.
Begrepen worden
Beaver is zich in de loop der jaren wel steeds bewuster geworden van zijn rol als muzikant. “Ik begrijp nu veel beter dan vijf of zes jaar geleden de kracht van het opschrijven van woorden en het elke avond herhalen van die woorden. Veel van deze liedjes zijn ook niet zozeer een beschrijving van hoe dingen werkelijk zijn, maar eerder een beschrijving van hoe ik dingen zou willen zien.” Dat riekt een beetje naar het bezweren van innerlijke demonen, maar als exorcisme moet het niet worden gezien. “Het is eerder het toevoegen van iets dan het wegnemen van iets”, zegt Nelson. “Ik probeer iets op te bouwen. Elke keer als ik speel, herhaal ik die woorden, ik dril ze er in: ‘Dit is wat je wilt en dit is hoe je het wilt.’” Of dat gelukt is, weet Beaver eigenlijk niet. “Succes valt met twee maten te meten. In eerste instantie voor mijzelf: of ik daadwerkelijk gedaan heb wat ik probeerde te doen, en in tweede instantie of dat ook zo overkomt op andere mensen. Dat laatste is niet aan mij om te beoordelen.”
De vraag of het niet het belangrijkste is dat hij zélf tevreden is, resulteert in een lange stilte. Uiteindelijk zegt hij: “De vraag is of ik gedaan heb wat ik wilde en daar mijn best voor heb gedaan. Vervolgens is de vraag of ik daar ook in geslaagd ben. Het is tenslotte wél communicatie. Als ik Swahili praat en je begrijpt het niet, hoe weet ik dan of ik je überhaupt iets heb kunnen vertellen?” Ook volgt er een lange stilte bij de laatste vraag: is het belangrijk om begrepen te worden? Uiteindelijk geeft Jud Newcomb het antwoord: “Het is de reden waarom mensen muziek maken. Je kunt ook liedjes maken en ze thuis spelen. Maar als je een plaat uitbrengt dan hoop je dat hij aanslaat.”
http://www.kindamuzik.net/interview/beaver-nelson/een-gesprek-met-beaver-nelson-en-jud-newcomb/7804/
Meer Beaver Nelson op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/beaver-nelson
Deel dit artikel: