Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Momenteel toert Van Meurs met zijn Easy Riders van de Peel, waarmee hij liedjes speelt van zijn laatste plaat En Soms. Dat Nederlanstalige album, en met name het liedje 'Easy Riders van de Peel', is een verwijzing naar de streek waar de Brabander opgroeide, als jongste telg van het gezin. "De plaat toont het levensgevoel van iemand uit die tijd in De Peel. Afgelopen jaren met No Blues (een kruising tussen traditionele Arabische muziek en folk/blues, NS) ben ik de hele wereld rond geweest. Misschien klinkt dat blasé, maar op een gegeven moment heb je daar ook genoeg van."
Hippies
"Ik had drie oudere zussen, die hadden kennis met Amerikaanse militairen die in Brabant gelegerd zaten. Zij brachten blues en boogiewoogie mee. Maar iedereen luisterde destijds naar alles. Van folk uit de Balkan tot de Chileense panfluiten die nu verdoemd zijn. Ik groeide op met Franse chansons, omdat mijn vader leraar Frans was. Maar toen ik tien was begonnen de Beatles en de Stones. Daar was geen ontkomen aan. Daarna liet een klasgenoot mij Jimi Hendrix horen, of 'Dark Rose' van Brainbox. Dan ga je stickies roken en wordt alles anders. Het ene moment loopt je met een nette stropdas, het andere moment met rafels aan je schoenen."
Het nummer 'Easy Riders van de Peel' mag dan verwijzen naar de hippiecultuur, een echte hippie was de jonge Van Meurs nooit: "Ik viel overal precies tussenin. Echte hippies zijn drie, vier jaar ouder dan ik en de wavers zijn juist drie, vier jaar jonger dan ik. Ik zette voet op het heilige gras van het Vondelpark toen iedereen weg was. Toen de punk langskwam, zo rond 1976, was ik eigenlijk te oud. Ik kon het te goed spelen. Dat was niet de bedoeling. Bands hadden ook allemaal Duitse namen, zoals Bleistift (Van Meurs' toenmalige punkband, NS) en Kugelschreiber. Vraag me niet waarom, maar het was hip. Het was toen echt: gaan we een baan zoeken of gaan we de andere kant op? We hebben het meubilair buitengezet, de hele keet witgeschilderd en een Duits woord groot op de auto gekalkt. Toen ben ik artiest geworden en heb nooit meer anders gedaan."
Netwerken
Nieuwe ervaringen opdoen, dat deed Van Meurs regelmatig overzees, in Amerika. Nog altijd heeft hij er veel muzikale vrienden wonen, die hij regelmatig opzoekt. In dat land legde hij ook het fundament voor zijn zakelijke instinct. "Tot eind jaren tachtig was ik een van de mensen die de neiging had om als het leven niet ging zoals het hoorde de schuld te leggen bij de maatschappij of de politiek. Eenmaal in Amerika zag ik in dat dat niks opleverde. Daar speel je altijd voor wat je waard bent. Muzikant worden is daar een veel heftigere keuze dan hier, waar je een uitkering hebt om op terug te vallen. Guy Forsyth, een bevriende bluesjongen, speelde daar iedere dinsdag, vrijdag en zaterdag in dezelfde stad. Mensen raken dat niet beu. Wat ik leerde is dat je als muzikant niet moet wachten op goedkeuring van een zaaleigenaar, maar juist zelf het heft in handen moet nemen. Als je vindt dat je iets te melden hebt, dan moet je niet gaan wachten tot de Effenaar belt, maar juist meters maken. Ik ben daarmee begonnen bij Café de Buut, hier in Eindhoven. Daar speelde ik iedere maandag en ging met de fooienpot rond. Binnen een paar weken was het ramvol. Dan krijg je een netwerk."
Inmiddels heeft Van Meurs ook wekelijks een eigen muzikaal programma in Eindhoven, in het naast het Muziekgebouw gelegen café Meneer Frits. Daar presenteert hij folk- en rootsbands van over de hele wereld. "Er hangt daar de sfeer van een club in New York in 1973, inclusief de cocktails en de goede wijn. Meneer Frits is een chique naam, jonge mensen vinden dat minder cool. Die spelen liever in de Effenaar, op donkere plekken met veel zwarte verf dan bij ons in de mooie lichtjes en met halve bejaarden op de stoel."
Ook voor Naked Song levert Van Meurs enkele namen op zijn vertrouwde plek. Hij tipt: "Meschiya Lake moet je absoluut gaan zien. Dat is een van top tot teen getatoeëerde dame uit New Orleans met band. Het is een beetje C.W. Stoneking, rootsmuziek met toeters, gewoonweg spektakel. Verder kan ik Dylan Sneed aanraden. Dat is een slimme jongen uit Texas, heel erg goed. Jeffrey Foucault is altijd bijzonder. En Theo Sieben is een beter bewaard geheim uit eigen land, met een prachtplaat op zak, die wil ik per se tonen."
Broeders van het Zuiden
Niet alleen is Van Meurs actief in diverse eigen projecten, ook is hij betrokken bij een groep jonge songwriters uit Brabant, bestaande uit Björn van der Doelen, Ruud van den Boogaard, Jeroen Kant, Mathijs Leeuwis en André van den Boogaart. Zij verenigen zichzelf in de Broeders van het Zuiden. Van Meurs: "Björn bracht een plaat uit ongeveer tegelijkertijd met mij, toen probeerden we elkaar te helpen. Die andere jongens kenden elkaar weer. De Broeders, dat zijn vooral zes songwriters hier uit de buurt die elkaar ondersteunen, elkaar in de gaten houden en af en toe gigjes toewerpen. Verder is nog onduidelijk wat er is. Wat ons bindt is een bepaalde basiskwaliteit. Het zijn Brabanders, daar zit geen blinde ambitie in. Ze kennen een bepaalde collegialiteit die bijna niet meer van deze tijd is. Het is een mooi, gemoedelijk stel. En ik ben de oudere oom."
Die gemoedelijkheid siert ook Van Meurs zelf. Ooit had hij de ambitie om vol te gaan voor een flinke carrière als muzikant, maar daar kwam hij snel van terug. "Ik ben gewoon niet zo geschikt voor die hele hoera-machine. Toen wij die new waveband - W.A.T. - hadden in het begin van de jaren tachtig waren wij heel hip. We hadden net een dochtertje van een half jaar. De combi van ouderschap en het leven on the road - met alles er op en er aan - was heftig. Toen hebben we ons dochtertje een half jaar lang bij een tante gelaten. Dat was een foute afslag. Daarna wisten we dat het leven belangrijker is dan een carrière. Het mooiste van muziek maken is toch altijd het liefdevolle; een gitaar omgorden en een nummer spelen voor mensen. Liedjes maken is veel gestuurd toeval of opportunisme. Het ontstaat altijd vanuit chaos. Het is geweldig als de inhoud van een liedje transcendeert. Wij mensen zijn een rare soort, maar kunst is toch datgene wat ons boven de shit uittilt. Ik zou niet anders weten te doen dan dit. Het is hard werken, vaak improviseren. Je bent altijd op jezelf aangewezen en soms is het armoe, maar het vak is één groot feest."
http://www.kindamuzik.net/interview/ad-van-meurs/ad-van-meurs-het-muzikantenvak-is-een-groot-feest/24059/
Meer Ad van Meurs op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/ad-van-meurs
Deel dit artikel: