Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
The Whitest Boy Alive
Als Oboema de witte neger uit Amsterdam-Oost is, dan is Erlend Øye [foto rechts] de witte neger uit Noorwegen. Maar dan wel eentje met hoornen bril en vettig haar. Vergis je echter niet in de nerdy looks van de tegenwoordig in Berlijn woonachtige Øye. Zijn groep The Whitest Boy Alive staat na een uitputtend tourschema inmiddels bekend als de beste live houseband ter wereld. Waarbij live binnen de vierkwartsmaat ook echt live is. Geen meepruttelende drumcomputers of vaste, door laptops gedicteerde setlijsten maar zwetende muzikanten, improvisatie en een losgeslagen frontman. Want Øye weet zijn studentikoze uitstraling ten volle te benutten op het podium.
The Whitest Boy Alive is inmiddels een heus kwartet, met naast een beurtelings zingende en pratende Øye een glansrol voor toetsenist Daniel Nentwig op Rhodes piano en Crumar (een oude Italiaanse synthesizer). Hun nieuwe album Rules, opvolger van het drie jaar terug verschenen debuut Dreams, staat wederom vol puntige, melancholieke housedeuntjes waarop het prima springen is. Geen wonder dat van Øye’s andere band, Kings of Convenience, al jaren niets vernomen is. (RP)
Artiestpagina | MySpace
A Certain Ratio
Hoewel ze nooit zo beroemd werden als labelgenoten Joy Division en Happy Mondays, is A Certain Ratio een niet te missen band. Vergelijkingen met Joy Division zijn te rechtvaardigen, doordat Martin Hannett – de huisproducer van Factory – ook bij hen achter de knoppen zat. Ook heeft de band, net als Joy Divison, een bandnaam die ontleend is aan de Tweede Wereldoorlog. De tekst van Brian Eno's 'The True Wheel' vormde de inspiratie voor de bandnaam. 'A Certain Ratio' refereert in die tekst aan het percentage Joods bloed dat nodig was om iemand als Jood te classificeren. Toch heeft de band een duidelijk eigen geluid. Er zit een flinke scheut funk door hun muziek en het klinkt minder zwaarmoedig dan Joy Division. Zoals Tony Wilson zei in de film 24 Hour Party People: "Joy Division, but better dressed." (TK)
MySpace
Riton
Riton stond vier jaar terug al eens op Motel Mozaique en was toen een aanfluiting, volgens de verslaggever van 3voor12. Maar de Britse dj en beatjuggler Henry Smithson krijgt dit jaar een herkansing. Er is sinds zijn electroclash-achtige album Homies and Homos heel wat water door de Theems gestroomd, waarbij de wind steevast uit het oosten kwam. Want op zijn laatste album Eine Kleine Nachtmusik – dat afgelopen zomer verscheen – voert krautrock de boventoon. Inderdaad, die experimentele Duitse muziekstroming die in de jaren zeventig groepen als Can, Neu! en Palais Schaumburg voortbracht. Riton maakte er slepende beats en zuigende elektronische composities mee en schopte het met zijn Nachtmusik-zijproject tot vele albumjaarlijstjes van 2008.
Inmiddels is Smithson alweer klaar met krautrock, zo laat hij op zijn MySpace-blog branie-achtig weten. Hij werkt aan het nieuwe Riton-album. Hoe dat gaat klinken? "Bombs, just massive bombs", klinkt het kernachtig. "I thought it was about time I stopped messing around being a jazz lord and actually made some dance floor tracks." Je weet wat je kunt verwachten dus. (RP)
Artiestpagina |
MySpace
Jóhann Jóhannsson
Eind vorig jaar trad Jóhann Jóhannsson [foto links] op in een kerk in Gent. Het was er steenkoud, er was geen drankje te krijgen en er stond een gigantische rij voor het enige toilet. Toch zat de kerk vol. Het zegt iets over de reputatie van de IJslandse componist. Maar ook over zijn fans, die snappen dat een kerk perfect past bij de fragiele, pastorale muziek die Jóhannsson maakt. Op Motel Mozaique staat Jóhannsson vrijdag in de Rotterdamse Schouwburg, maar ook daar zal hij ongetwijfeld iedereen muisstil weten te krijgen met zijn introverte composities. Hij neemt er een achtkoppig orkest voor mee, met strijkers, fagot, pijporgel en piano.
Jóhann Jóhannsson is in IJsland een begrip in de muziekscene. Hij organiseert exposities, concerten en festivals en runt het labeltje Kitchen Motors, dat dubbelt als een culturele denktank voor de Reykjavikse kunstscene. De faam van Jóhann Jóhannsson als muzikant begon in 2002, toen zijn solodebuut Englabörn uitkwam op het arty Britse label Touch. In datzelfde jaar deed ook het Apparat Organ Quartet voor het eerst van zich spreken, een verzameling IJslandse muzikanten met een fetisj voor antieke synthesizers en vocoders. Ook in zijn solowerk gebruikt Jóhannsson af en toe machines, maar het resultaat klinkt veel verstilder en harmonieuzer. Moderne klassieke muziek waar je heel erg gelukkig en heel erg stil van wordt. (RP)
Artiestpagina |
MySpace
Fever Ray
Na een reeks succesvolle optredens in 2007 met elektropopgroep The Knife besloten Karin Dreijer en haar broer Olof Dreijer een periode van rust in te lassen. Vorig jaar liet Karin Dreijer voor het eerst weer iets van zich horen – zo zong ze mee op de single 'Slow' van dEUS. Dit jaar verschijnt het debuut van haar soloproject Fever Ray. Nog steeds klinkt er het kenmerkende Engels met Scandinavisch accent en wordt ze grotendeels begeleid door elektronische beats. Deze klinken echter trager en schaarser dan bij The Knife waardoor het een onheilspellender geheel wordt. Zelf vergelijkt ze het minimale geluid met een film zonder veel dialoog. Waarschijnlijk geen danshitjes á la 'Silent Shout', maar wel erg mooi. (TK)
Artiestpagina |
MySpace
HEALTH
Vorig jaar werd het debuut van No Age (Nouns) door de pers bejubeld. Uit diezelfde in Los Angeles gesitueerde scene rondom rockpodium The Smell komt ook het viertal HEALTH [foto rechts]. Net als bands uit dezelfde hoek maken ze noiserock. Waar vrienden Abe Vigoda experimenteren met een tropisch geluid, doet HEALTH dat met elektronica. Naast de titelloze debuutplaat verscheen er ook HEALTH//DISCO, waarop verschillende artiesten nummers van het eerste album remixen. Zeker de moeite waard is de Crystal Castles-remix van 'Crimewave'. Op Motel Mozaique treedt de band gewoon als noisegroep op. Daar zijn ze dan ook het beste in. (TK)
Artiestpagina |
MySpace
Mocky
Hij schreef mee aan het laatste album van Jamie Lidell, is dikke vriendjes met Feist en Gonzales en maakt deel uit van een verzameling Britse en Canadese muzikanten die Berlijn als uitvalsbasis hebben. In Rotterdam komt Mocky, die voor de belasting Dominic Salole heet, zijn nieuwe langspeler Saskamodie promoten. Daarop vind je amper nog de markante en olijke raps die zijn eerdere platen kenmerkten. "Ik sta op het punt een onderdeel van mijn carrière af te sluiten", vertelde hij vorig jaar na een doldwaas optreden in Utrecht. "Zo zul je me in de toekomst waarschijnlijk niet vaak meer zien."
Saskamodie is nogal een stijlswitch inderdaad. Opgenomen in een oude Parijse studio waar ook Nina Simone en Serge Gainsbourg hun liedjes opnamen. Mocky kwam er terecht nadat zijn vriend Gonzales er zijn album opnam. "Het geluid van die oude studio is echt uniek", vertelt de Canadese muzikant. "Tijdens de opnames maakte ik mezelf wijs dat ik terug was in de jaren zestig. Zonder moderne technologie. Gonzo [Gonzales - RP] kwam een paar pianostukken inspelen, Jamie deed een bossa nova-ding voor me." MoMo-bezoekers mogen vanaf nu inzetten of Lidell meekomt met Mocky, maar aangezien het nieuwe album grotendeels instrumentaal uitpakt, is de kans daarop klein. (RP)
Artiestpagina |
MySpace
Motel Mozaique vindt plaats van 9 tot en met 12 april op diverse locaties in Rotterdam. Op www.motelmozaique.nl vind je alles over optredens, het kunstprogramma, locaties, tickets en wat dies meer zij...
http://www.kindamuzik.net/festival/motel-mozaique/zeven-smaakmakers-van-motel-mozaique-2009/18307/
Meer Motel Mozaique op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/motel-mozaique
Deel dit artikel: