Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Techno zoekt naar de identiteit van elektronische apparatuur, geëxposeerd in een ruimte van geluid. Regelmatig is het doel om de charme van de industrie zo bloot te leggen dat er als uitlaatklep op gedanst kan worden. Het snelle ritme is als een axioma waar vrij omheen gespeeld en geëxperimenteerd wordt. Het bakent de mogelijkheden af zoals de afmetingen van het doek dat in schilderkunst doen, terwijl de klankkleuren van de synthesizers het palet vormen.
808 & 909
In 1980 wordt Cybotron opgericht door Juan Atkins - later veelal opererend als Model 500 - en Richard '3070' Davis. Functionele, afstandelijke aliassen die Detroits techno-esthetiek waarin de apparatuur even hoog in het vaandel staat als de mens, duidelijk maken. De namen Roland TR-808 en -909 doen minstens zoveel bellen rinkelen als de mensen die deze drumcomputers groot maakten. Cybotron, dat op debuutplaat Enter(1982) nog garant staat voor een stijl die later electro genoemd zal worden, maakt met het toepasselijk getitelde Techno City in 1984 een heldere stap naar Detroits technische klank. De plaat is warmer en zalvender van geluid dan wat later zal volgen, maar de stevige ritmische basis maakt Techno City tot een stevig fundament voor andere pioniers als Derrick May (Rhythim Is Rhythim) en Jeff Mills. Met uitgesponnen golven van synthetische maar warme klankkleuren, maakt Cybotron beweeglijke varianten op het geluid van Kraftwerk, de Duitsers die de klank van de elektronica voor het eerst op een groot publiek loslieten. En die bovendien steeds vaker kwamen bovendrijven als grote inspiratiebron voor de technoscene in Detroit.
Het zoeken naar de ziel van de machines, naar de naakte essentie van geluid gegenereerd door stroomschakelingen, verbindt de Duitse mensmachines met de opkomende elektronica uit de Amerikaanse rust belt. Tegen volkomen verschillende sociale en economische achtergronden regeert op beide plaatsen de liefde voor de apparatuur. Die diepgewortelde liefde profileert techno als een genre dat weliswaar ontstaan is uit een duidelijke sociale context, maar waarin anonimiteit op het hoogste voetstuk staat.
Het imago van de muzikant als arbeider aan zijn machine, een concept dat bij Kraftwerk zelfs sterk uitvergroot werd, is ook in techno een sterk beeld. Sommigen gebruikten de afwezigheid van een menselijk gezicht als artistiek statement, anderen om de luisteraar met zijn volledige focus op hun muziek te drukken. Maar dat in techno grote namen als het Underground Resistance-collectief, Basic Channel uit Berlijn en meer recentelijk Redshape in navolging van Kraftwerk altijd vanuit een vorm van anonimiteit geopereerd hebben, is tekenend. Artiesten zijn meer mythes dan idolen en de haast anonimiserende eenheid van hun klanken neemt live een vele malen prominentere plaats in dan hun fysieke verschijningsvorm. Juist door urenlange, repetitieve sets te draaien, kan de muziek de gedachten meer en meer uitschakelen en in de discotheek een steeds belangrijkere rol innemen.
Verlaten industrieterreinen van geluid
Amerika's koude techno leent zich, door zijn geluid van industrie, massaproductie en repetitie en vanwege de afwezigheid van tierelantijntjes eromheen, voor feestjes in verlaten gebouwen, bunkers en industriële hallen. Aanvankelijk uit noodzaak, in een vervallen Detroit waar de fancy clubs gereserveerd waren voor minder hoekige muziek, heden ten dage regelmatig als bewuste overweging om aan te sluiten bij het gevoel dat de muziek uitdraagt.
Deze hang naar minimalisme en functionaliteit heeft begin jaren negentig de introductie van minimal techno tot gevolg, rond het uitkomen van Robert Hoods Minimal Nation. Anders dan de lome, nonchalante variant van dit minimale genre die een decennium later heel Europa zou domineren, is Minimal Nation agressief, ongepolijst en hoekig. Binnen deze compromisloze krachttoer verkent Hood de mogelijkheden van eindeloze loops waarin veranderingen spaarzaam en onhoorbaar zijn. De plaat maakt variatie volkomen ondergeschikt aan intensiteit. Hoods tegenhanger is Richie Hawtin, die als Plastikman met zijn slepende, drukkende en ronde minimal de antithese van het vierkante geluid van Hood voortbrengt.
Tegelijk met de minimalistische revolutie in Detroit, ontwikkelt de Berlijnse gemeenschap rond Basic Channel een dubby, losse variant vanuit dezelfde functionele esthetiek. Minder strak en patroonmatig dan hun genregenoten in het westen, maar minstens zo revolutionair en bezwerend is hun uitgesponnen dubtechno. In een periode van nog geen vier jaar tijd brengt de groep muzikanten een imposante reeks van moderne klassiekers waarvan de bedwelmende grooves het stuk voor stuk winnen van het tijdsbesef. Een hoogtepunt binnen de serie vormt Maurizio's ep Domina, de ultieme technosamenwerking tussen de VS en Europa, met op kant A de voor Basic Channel kenmerkende stijl van donkere, stuwende non-melodieën. Kant B is ingeruimd voor de pastorale, haast vloeibare interpretatie van Carl Craig. In dit ongekende hoogtepunt, dat mijlenver afwijkt van Maurizio's origineel, laat Craig zien buiten alle kaders te kunnen gaan.
Oude (on)bekenden
Uit Detroit zelf wordt het muzikale nieuws tegenwoordig meer beheerst door dj-sets van oude legendes en het uitbrengen van heruitgaven of verzamelaars. Van Derrick May tot Robert Hood, en van Jeff Mills tot Anthony Shakir. Bijna alle technoveteranen bezoeken Nederland in 2010 meer dan eens. Terwijl de heren achter de draaitafels steevast twee keer zo oud zijn als de gemiddelde bezoeker, is in hun muziek niets te merken van deze generatiekloof. Terwijl andere technostijlen de oorspronkelijke sound in omvang ver voorbijgestreefd zijn, blijft een vaste kern liefhebbers gestaag teruggrijpen naar de muziek die Detroit op de kaart zette.
Ook in de huiskamer blijft vooral de vraag naar oude parels bestaan. Recentelijk bracht het Amsterdamse label Rush Hour uit het oog verloren materiaal van Anthony 'Shake' Shakir, Kenny Larkin en housecollectief Virgo uit. Voor laatstgenoemde, een heruitgave van de zelfgetitelde plaat uit 1989, verruilen we Detroit even voor Chicago, techno voor house. Twee sterk gerelateerde stijlvormen die eenzelfde gevoel voor eenzame essentie van geluid uitademen. De ene stroming vooral hoekig, de andere overwegend golvend, maar meestal in een voortdurend evoluerend samenspel met elkaar. Een samenspel dat zonder vocalen of andere vormen van identificeerbaarheid leunt op het ontastbare, het non-culturele, en juist daardoor zo identiteitsvol is. Vrij van uiterlijk vertoon en randeffecten wordt alle aandacht gevestigd op de precieze ordening en het samenspel van ieder geluid.
Virgo vormt namelijk een ideale introductie tot de soms introverte industrieterreinen van geluid uit Amerika's industriële steden. Het is tijdloze, toegankelijke hersenverwarming met veel naakte melodie die de patronen van abstractie een duidelijk afgebakende plaats in de tijd en ruimte geeft. Deze overzichtelijke en heldere muziek is vrij van tijdsgeest, en vormt daarmee een waardige springplank naar techno's eerste golf, die meestal afstandelijker aanvoelt, maar veel raakvlakken vertoont met Virgo's elementaire geluid. Een afstandelijkheid die het loont om overwonnen te worden, omdat zelfs het oudste materiaal in het juiste referentiekader van grote waarde kan zijn, met of zonder dansvloer. Ondanks de snelle evoluties in de elektronische muziekwereld, staat de datering van oude technoplaten de relevantie ervan zelden in de weg. Detroit techno blijft een niche, maar laat zich niet kennen door het verstrijken van de tijd.
http://www.kindamuzik.net/dossier/detroit-techno/wat-is-detroit-techno/20436/
Meer Detroit Techno op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/detroit-techno
Deel dit artikel: