Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Cybotron - Clear (1983, Fantasy)
Hoewel het naar hedendaagse maatstaven meer een electro-monument is, wordt Cybotrons 'Clear' door velen bestempeld als techno's eerste wapenfeit. Het met terugwerkende kracht futuristische geluid en de duidelijke, patroonmatige structuur waarin iedere klank stevig afgebakend is, markeren de ontwikkeling van de hoekige, klinische elektronica. Klinisch slechts in de zin van machinaal, want de bliepjes zijn melodieuzer dan ze ooit nog zouden worden. Maar het meest interessante aan 'Clear' is nog wel dat de plaat onverminderd fris en robuust klinkt. Hoewel hij al 27 jaar oud is, wint de krachtige compositie het met speels gemak van de datering van de ambiance. Als een oude sciencefictionfilm die niet aandoenlijk is, maar in zijn voelbaar gedurfde ondernemingsdrang en eigenheid een tijdloos document geworden is. En die daarbij weliswaar niet bij de tijd gebleven is, maar in het jaar 1983 een prominente, uit duizenden herkenbare plaats ingenomen heeft in de muzikale tijdslijn. (GM)
» Direct luisteren: Cybotron - Clear
Rhythim Is Rhythim - Strings of Life (1987, Transmat)
Al sinds 1988 bezorgt het pianoriedeltje van 'Strings of Life' collectief kippenvel op de dansvloer. De plaat van Derrick May's alter ego Rhythim Is Rhythim past uitstekend op momenten dat de dansvloer al een tijd in vuur en vlam staat, de mensen alle remmen los hebben en klaar zijn voor handjes in de lucht. Diezelfde mensen roepen het uit wanneer ze de eerste klanken van 'Strings of Life' door de speakers horen sijpelen. Een collectief gejuich gaat op, de handjes gaan de lucht in, de ogen gaan dicht en een grandioze glimlach verwelkomt vervolgens de euforische strijkers. De plaat heeft de tand des tijd moeiteloos doorstaan en is inmiddels uitgegroeid tot een van de anthems van Detroit techno, geproduceerd door de Miles Davis van de techno: Derrick May. Hij mengde de Euro-electropop van Kraftwerk en Depeche Mode met experimentele synthesizergeluiden en een dikke laag zwarte soul en stond samen met Juan Atkins en Kevin Saunderson aan de wieg van een nieuwe muziekstroming. Met zijn 'Strings of Life' als grootste monument, dat inmiddels tijdloos is. (RL)
» Direct luisteren: Rhythim is Rhythim – Strings of Life
Inner City - Big Fun (1988, KMS)
Dit nummer van Kevin Saunderson stond op Techno: The New Dance Sound of Detroit, een klassieke verzamelaar uit 1988 die je in feite als de missionaris van Detroit techno kan zien en die de nieuwe soulvolle sound, met hihats, groovy beats en frisse synthritmes, de wereld over bracht. Met Inner City - waarbij Saunderson het nieuwe geluid nog eens liet versterken door de vocalen van Paris Grey - als absolute blikvanger. Nog altijd werkt de plaat uitstekend om het danspubliek te verleiden tot een gezamenlijk en uitgelaten feestje, waarbij de club niet eens uitverkocht hoeft te zijn ("We don't really need a crowd to have a party"). Een funky beat en een stroboscoop is eigenlijk al voldoende. Mooi aan deze track is het feit dat het in wezen een mix is tussen Detroit techno (Saunderson) en Chicago house (Paris Grey), waar men al een tijdje bezig was met vierkwartsmaten en synthesizers. Maar waar in Chicago de focus lag op acid en hypnotiserende geluiden, probeerden de producers uit Detroit de soul de boventoon te laten voeren. Zoals het de stad van Motown betaamt. (RL)
» Direct luisteren: Inner City – Big Fun
Blake Baxter - Sexuality (1988, Incognito)
The Prince of Techno krijgt Blake Baxter eind jaren tachtig opgeplakt. Die naam heeft de zwarte producer uit Detroit vooral te danken aan de uitgesproken geile stijl van zijn eerste producties. Hijgerige vrouwenstemmen zoals op het debuut 'When We Used To Play' (Incognito, 1987) of zelf fluisterend op 'When a Thought Becomes You' (UR 1991). Beste voorbeeld van die rode-oortjes-stijl van Baxter is toch 'Sexuality', terug te vinden op een naamloze ep met roze label uit 1988. Techno staat nog in de kinderschoenen, maar 'Sexuality' is toch duidelijk voor volwassen heupen bedoeld. "Let your body be free", zucht Baxter waarna de wreedste baslijn in de technohistorie losbreekt en koeiebellen en hihats de kolkende dansvloer opzwepen. Alles piekt zwaar in het rood, wat alleen maar bijdraagt aan de vunzige euforie. Het nummer verschijnt in de jaren daarna in talloze remixes maar het fabuleuze origineel wordt nooit meer overtroffen. "Now bass me."(RP)
» Direct luisteren: Blake Baxter – Sexuality
Mark Kinchen - Burning (1991, Area 10)
Mark Kinchen is vanaf z'n debuutsingle 'Somebody New' uit 1988 een vreemde eend in de Detroitbijt. De nerveuze technoplaat verschijnt op KMS, het label van Kevin "Reese" Saunderson, die hem ook een plek gunt op z'n eerste verzamelaar Techno-1. Opvolger Burning (Area 10 Records) laat drie jaar later een veel volwassener en evenwichtiger geluid horen, waarop Mark Kinchen zijn eigen stijl gevonden lijkt te hebben. Die zit ergens tussen techno en house in en wordt gekenmerkt door warmgewreven keyboards en smachtende damesvocalen. Burning, uitgebracht op rood vinyl, beheerst maandenlang de clubs waarna Kinchen zijn naam als hitman bestendigt met het zo mogelijk nog succesvollere 4th Measure Men. Als hij daarna de Nightcrawlers-hit 'Push the Feeling On' succesvol remixt is zijn kostje gekocht. Niet lang daarna verhuist MK naar Los Angeles en verruilt hij de underground voor lucratief productiewerk met Will Smith als belangrijkste klant. (RP)
» Direct luisteren: Mark Kinchen - Burning
Drexciya - Bubble Metropolis (1993, Underground Resistance)
Detroit techno en Kraftwerk zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, dat staat als een torenhoog soundsystem boven water. Maar wie waren nou eigenlijk de grootste hebberds tijdens de verdeling van die Duitse erfenis? Juist: Gerald Donald en James Stinson, de twee door de oceaan geobsedeerde leden van de onderzeese techno/electroformatie Drexciya. Een groot deel van Drexciya's discografie, en die van aanverwante projecten als Elecktroids, Dopplereffekt, Arpanet en Japanese Telecom, kenmerkt zich door een combinatie van de ogenschijnlijke eenvoud van Kraftwerk met een dosis electro-funk. Met 'Bubble Metropolis' gaat het duo nog een stap verder. Nadat een vrouwelijke stem wat informatie verschaft over de directe omgeving van een onderzeeër barst iets los dat je zou kunnen omschrijven als variant op het Nederlandse voetbal uit 1974: totaaltechno. De compromisloze beats en snares uit de Roland TR 808 worden aangevuld met een hectische, bijna snerpende melodielijn die vervolgens wordt getemperd door warme, kenmerkende Detroit synths. Al met al een hele dikke en radicale klassieker die aanzet tot het uitpluizen van de gehele Drexciyacatalogus. (CdW)
» Direct luisteren: Drexciya – Bubble Metropolis
Paperclip People - Throw (1994, Planet E)
Onder het alias Paperclip People heeft Carl Craig voornamelijk clubgeoriënteerd werk uitgebracht, waaronder de klassieker 'Throw', die een rechtlijniger karakter heeft dan het minder bondige werk dat een album als More Songs About Food & Revolutionary Art domineert. Toch begint 'Throw', zoals veel van Craigs tracks, na een minuut of twee ongemerkt epische vormen aan te nemen. Ondanks een relatief basaal klankenpalet is het kruit na een korte oriëntatie nog lang niet verschoten. Carl Craig verkent het klankspectrum waarin hij zich nestelt helder en gestructureerd. Daarbij doorloopt hij geduldig de mogelijkheden die een beperkte hoeveelheid concepten hem biedt. Nooit verliest hij zich in overdaad, vrijwel al zijn materiaal ademt totale controle en een grote overzichtelijkheid. En ondertussen is de plaat moeiteloos een slag funkier en warmer dan de meeste techno, zonder daarvoor de prijs van rigoureus andere structuren of enigerlei tierelantijntjes te betalen. Concessieloos doorkruist Detroits koning van de veelzijdigheid het volledige elektronicalandschap. (GM)
» Direct luisteren: Paperclip People - Throw
Kenny Larkin - Azymuth (1994, Warp)
Het is lastig kiezen bij third wave Detroit-artiest Kenny Larkin. Meer dan de meeste techno-artiesten uit de Motor City is de voormalige straaljagerbestuurder een albumartiest die je een uur lang in de zelfde sfeer kan laten wegzinken. Larkin vult zijn brute en overweldigende composities aan met beukende, plosteling opduikende beats. Toch is er niks lomps aan de muziek van Kenny Larkin. De man, die tegenwoordig een deel van zijn inkomen verdient als stand-upcomedian heeft op talloze platen exact de juiste snaar weten te raken. 'Azimuth', afkomstig van het gelijknamige album op Warp geldt als een van zijn meeslepende hoogtepunten. (CdW)
» Direct luisteren: Kenny Larkin - Azimuth
Shake - Arise (1998, Frictional)
In de verte giert een warme gloed van spanning en lichte euforie rond in Anthony Shakirs 'Arise'. Langzaam nadert hij het oppervlak en dan breekt hij volledig door, alsof de loops al jaren onder de vlakte ronddwaalden in afwachting van het moment waarop ze loskomen. Er is geen sprake van letterlijke opbouw, maar Shake brengt het gevoel van ongeremdheid slechts door de loop die er al was op de voorgrond te plaatsen en hem in verschillende contexten keer op keer te laten uitspatten. Drums en scherpe geluiden meanderen door de onconventionele melodielijn heen en geven 'Arise' een ruimtelijk, zelfverzekerd en gecontroleerd geluid. Een instantane roes, waarin groezeligheid verpakt is in een gestroomlijnde en compacte cocon, om zo Detroits esthetiek nooit uit het oog te verliezen. Voor wie een beter inzicht wil in de diverse catalogus van Shake: de recent uitgebrachte verzamelaar Frictionalism biedt een veelzijdig kijkje in zijn bijzonder identiteitsvolle keuken. (GM)
» Direct luisteren: Shake - Arise
Theo Parrish - Dusty Cabinets (1998, Sound Signature)
Samen met Kenny Dixon Junior wordt Theo Parrish gezien als een van de grote vernieuwers uit Detroit. Ze geven de ingeslapen Detroitse techno-scene halverwege de jaren negentig in de stad een ferme kick in de kont. Na jaren van relatief generieke techno is er ineens weer avontuur in de motorstad te vinden. Terwijl Moodymann experimenteert met samples van oude disco en soulplaten, zoekt Theo Parrish het met z'n analoge bakken meer in diepte en ritmiek. Door het resoluut omlaag brengen daarvan pakken zijn grooves veel vetter uit. De eerste singles op zijn eigen label Sound Signature komen amper boven de 120 beats per minuut. Ultratraag naar techno-maatstaven. Bovendien breekt hij de vierkwartsmaat af en toe in stukjes. Beste voorbeeld is Dusty Cabinets, dat als een oude stoommachine hortend, sissend en stotend op gang komt en waarop je constant struikelt over de treuzelende baslijn. Het bizarre nummer staat op de ep Pieces of Paradox uit 1998 en klinkt na twaalf jaar nog net zo uniek als destijds. (RP)
» Direct luisteren: Theo Parrish – Dusty Cabinets
The Aztec Mystic - Knights of the Jaguar (1999, Underground Resistance)
Aan het eind van de jaren negentig produceerde DJ Rolando dit absolute technomonument. Detroit techno bestond al ruim een decennium en met 'Knights of The Jaguar' sloot Rolando in wezen de eerste tien jaar af en zette de toon voor de komende tien jaar. Duidelijk werd in hoeverre Detroit techno was gegroeid. Het nummer bestaat uit verschillende lagen. Vooral de strijkers brengen je tweemaal naar een ongekend hoogtepunt, waarbij de beats eigenlijk steeds meer lijken te versnellen. Maar altijd is er die ene loop die je, net als de euforie of de melancholie je te veel wordt, in een geruststellende omarming neemt en fluistert dat alles goed komt. Rolando was onderdeel van Underground Resistance (onder andere Jeff Mills, Robert Hood, Drexciya en Blake Baxter), een politiek georiënteerde en soms zelfs militante afdeling van Detroit techno, enigszins te vergelijken met de hiphoppers van Public Enemy. 'Knights of the Jaguar' groeide ondanks de wens om underground te blijven uit tot een klassieker. (RL)
» Direct luisteren: The Aztec Mystic - Jaguar
http://www.kindamuzik.net/dossier/detroit-techno/top-10-detroit-techno-12-inches/20432/
Meer Detroit Techno op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/detroit-techno
Deel dit artikel: