Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Hij had nog wel ergens wat interviews liggen. Met Kevin Saunderson (foto boven), Derrick May en Carl Craig onder andere. Het enige wat de grote René Passet hoefde te doen was met startkabels zijn oude computer aanzwengelen en vervolgens de interviews (WordPerfect 3 voor Mac) converteren naar Word anno twintigtien. Ongeveer een maand later had hij de oude teksten in hapklaar leesformaat. Uiteraard in het Engels.
Big Fun in Amsterdam
Het viel René destijds ook al op dat de jongens uit Detroit een gezamenlijke liefde voor Amsterdam koesterden. Kevin Saunderson herinnerde zich in het gesprek met René een paasweekend waarin ze met zijn zessen tegelijk in Amsterdam waren: Derrick May, Juan Atkins, Carl Craig, Kenny Larkin, Stacey Pullen en hijzelf. En alle zes speelden ze op verschillende feesten. "Wat was het mooi geweest als we uiteindelijk op een feest waren samengekomen", zei Saunderson. René zat allang met het water in de mond.
Uit de gesprekken blijkt dat zowel May als Saunderson er moeite mee hadden om op grote festivals te draaien. Hun soulvolle grooves, die Detroit Techno maakten tot wat hij was, waren kennelijk niet voor duizenden tegelijk bedoeld. Die hoorden in een dampende club (of kale industriehal), met een paar honderd man. Allebei herinneren ze zich ook de tijd waarin het allemaal begon en ze hun platen op plaatselijke radiostations in de ether slingerden. "Niemand had door dat een stel plaatselijke jongens die muziek maakte", zegt May. "Mensen in Detroit zeiden: 'Damn, Kraftwerk maakt tegenwoordig funky muziek!' En in Europa wisten ze lange tijd niet dat we zwart waren."
Klooien met acht sporen
Maar aan die onbekendheid kwam definitief een einde in 1988. Toen verscheen Techno! The New Dance Sound of Detroit, waarop ze allemaal stonden: Rhythim Is Rhythim, Blake Baxter, Eddie 'Flashin' Fowkes, Juan Atkins en Kevin Saunderson (met zangeres Paris Grey als Inner City). Het was de tijd dat Saunderson en May (foto boven) non-stop bij elkaar over vloer kwamen, pizza bestelden en vervolgens urenlang klooiden met een kleine achtsporenrecorder.
Grootste hit op dat album was natuurlijk 'Big Fun' van Inner City, dat door de vocalen een laagdrempelige kennismaking was met de volle sound van techno uit Detroit. "Het was het perfecte zomerliedje", zei May tegen onze René halverwege de jaren negentig. "In Detroit, in Amsterdam, in Parijs: iedereen met een wagen liet dat nummer uit z'n open ramen knallen! We hadden vooraf al hoge verwachtingen voor 'Big Fun'. Voor mij betekent dit album veel. Het was eigenlijk de eerste en laatste keer dat iedereen bij elkaar was."
Niet overal begrip
Ze werden ook niet altijd even goed begrepen. Derrick May zat er echt over in dat zijn The Beginning als Rhythim Is Rhythim in 1990 niet werd begrepen. "Dit was toevallig wel de weg die ik wilde inslaan. Lange rollende drumpatronen, mooie strings en lange intro's; de kracht die uitstraalde van een langzame opbouw. Ik liet de mensen een kijkje nemen in mijn donkere kamer. Maar ze wilden het niet zien. In plaats van mijn stijl daarop aan te passen zei ik: fuck it. Ik kap ermee! Het voelde niet als wegvluchten, het was meer zoiets van: I'll see you later."
Carl Craig (foto boven) herkende zich als koning van langzame opbouw ongetwijfeld in de kritiek die Derrick May ten deel viel. Toen Craig zich eenmaal had bewezen in thuishaven Detroit - onder de hoede van onder meer May - was het rond 1993 tijd om zich met de tweede technogolf uit Detroit op het Europese vasteland neer te laten klateren. En vrijwel onmiddellijk stond daar de onvermijdelijke René Passet met zijn taperecorder om te vragen waarom Craig techno uit Detroit als 'revolutionary art' bestempelde.
Craig ging er eens goed voor zitten en zei (na een tijd flink peinzen, want René Passet verdient alleen het allerbeste antwoord): "Revolutionaire kunst is in staat om je perceptie van dingen bij te sturen en zelfs te veranderen. Probleem is alleen dat de meeste mensen alles bij het oude willen houden. En nooit iets nieuws willen proberen." René begreep daarna dondersgoed waarom Carl Craig in 1997 zijn album Critics Can Kiss My Ass wilde noemen. Niet iedereen hoeft van Detroit Techno te houden.
http://www.kindamuzik.net/dossier/detroit-techno/terug-in-de-dagen/20433/
Meer Detroit Techno op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/detroit-techno
Deel dit artikel: