Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Toen internet echt uit de klauwen liep? Nee, die ondingen bestaan zolang er muzieknerds zijn. Gelukkig verdwenen ze vroeger netjes getypt in een grote doos op zolder en werd er verder niemand mee lastig gevallen. Dat was die goede oude tijd. Tegenwoordig heb je kwartaallijstjes, kan je eind oktober al voelen hoe bepaalde lieden afzien, want niemand wil de eerste zijn terwijl men toch op springen staat. Dit jaar was er aan officiële zijde trouwens een nieuw dieptepunt toen Uncut al begin november met het eindejaarsnummer aan kwam zetten. Maar goed, als je in het verleden leeft maakt het ook weinig uit wanneer je die lijstjes brengt.
Wat is er erg aan jaarlijsten? Belangrijkste reden: luiheid. Het is een makkelijk alternatief voor argumenten en mooie woorden. Daar bevindt zich misschien ook wel de schoonheid van de jaarlijst, het is een klein narcisme, want even is iedereen gelijk, luisteraar en criticus, is ieders smaak gestandaardiseerd tot het format van die tien titels. Dat plezier gun ik iedereen. Vervelender wordt het in tijdschriften en kranten want ik kan me niet aan het idee ontrekken dat jaarlijsten hier functioneren als goedkope bladvulling zodat de kerstnummers lekker makkelijk dik worden. En zo krijg je het equivalent van fast food-lezen, vettig maar het vult totaal niet. Je scant even naar favoriete schrijvers en na drie lijstjes vervaagt alles tot een grote lijstenbrij van Franz Stevens en andere platen die ik nooit zal willen horen. Al dat denkwerk, die energie, die dilemma’s, allemaal voor niks. Dus zeg ik resoluut: nooit meer een jaarlijst.
Nu is er nog een reden aan te dragen en dat is de volgende: de beste muziek van 2005 ontsnapte aan die wat conservatieve vorm van het album. Ik zou bijna geneigd zijn om te stellen dat het Grote Verhaal van het album failliet is maar dat zou niet waar zijn, je kan altijd uitzonderingen vinden. Er zijn genoeg artiesten die hun oeuvre secuur voort zetten maar waarvan de ambitie niet wordt herkend (Human After All, met afstand de slechtst begrepen plaat van 2005) of aan gewenning onderhevig is (de laatste Boards Of Canada, misschien ook Sunn 0)))). Je kan jezelf afvragen of we in die zin “verwend” luisteren, in de verhoogde frequentie waarmee we naar verschillende platen/artiesten luisteren onze favorieten meeslepen en onmogelijke dingen van ze eisen, een instant-canon. We gunnen ze geen carrière meer. Waardoor het eigenlijk nog een wonder is dat Kate Bush met Aerial aan de hooggespannen verwachtingen kon voldoen, al heb ik het vermoeden dat het komt omdat ze overduidelijk buiten de iPodificering van muziek staat, een eigen - durf ik het te zeggen? - ouderwetse luisterervaring afdwingt.
Daarnaast waren er albums die opvielen door hun eigen idiolect, die door de “beperkingen” van de eigen taal enorm aan kracht lijken te winnen en in combinatie met onverwachte muzikale keuzes iets ongrijpbaars krijgen. Dat geldt voor ons niet helemaal voor De Jeugd van Tegenwoordig (al is dat fantasie-Amsterdams natuurlijk een idiolect binnen het Nederlands dat ook nog eens vreemd combineert met die op Drexciya gebaseerde muziek), maar zeker voor iets mysterieus als het Finse Paavoharju dat het voor elkaar krijgt om soms als een Chinese popgroep uit een verre toekomst te klinken.
2005 was voor mij echter het jaar waarin je jezelf heel erg zou beperken als je je beperkte tot het Auteuralbum. Nu spreek ik hier met een zekere voorkeur voor dansmuziek waar beide formats al jaren een essentiële rol spelen, maar dan nog heb ik in tijden niet zoveel uitstekende remixes gehoord als dit jaar. En ik vermoed dat de rol van de remix een andere rol is gaan spelen, namelijk een compleet eigen status heeft gekregen ten opzichte van het origineel dat vaak in vergetelheid raakt (terwijl de verschillen, ik denk hier bijvoorbeeld aan de gevallen ‘Washing Machine’ en ‘Abusator’, meer gaan om accentverschillen). Het zou kunnen zijn dat de remixer de Auteurrol aan het overnemen is van de originele artiest en of dat een echt positieve ontwikkeling is ben ik eigenlijk nog niet over uit. Wissel je immers niet de ene Auteur om voor de ander? Tel uit je zeer beperkte winst.
Artiesten als Mathew Jonson, Konrad Black, Motor, M.A.N.D.Y. Extrawelt, Fairmont, Paul Kalkenbrenner, Digitalism, Agoria, Luciano, James Holden, Nathan Fake (de lijst gaat maar door en door) hebben allemaal fantastische muziek uitgebracht maar dat blijft door de beperkte focus van de jaarlijsten buiten beschouwing. Een tussenweg zijn de mix-cd’s die niet geheel onverwacht van hoogstaande kwaliteit waren dit jaar, al zijn er lijstjespuristen die dat geen echte albums vinden (hoewel dat na Richie Hawtins Transitions definitief een achterhoedediscussie is). Ik heb even getwijfeld om uit ideologische overwegingen een top-10 in te leveren met louter mix-cd’s maar ik realiseerde me dat het zo eigenlijk wel goed is. Dansmuziek lijkt, nu ook de superclubs aan het verdwijnen zijn en de cross-over figuren als Chemical Brothers en The Prodigy artistiek failliet zijn, weer een beetje op de “onzichtbare republiek” die het ooit was. Wie heeft dan lijstjes nodig?
Omar Muñoz-Cremers is onafhankelijk popjournalist, tekstschrijver, essayist en auteur.
http://www.kindamuzik.net/column/omar-mu-oz-cremers/de-maand-van-om-c-december/11517/
Meer Omar Muñoz Cremers op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/omar-mu-oz-cremers
Deel dit artikel: