Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Op een eerdere column op mijn blog over de bezuinigingsplannen van Halbe 'Halve Zoolstra' Zijlstra kreeg ik een aantal reacties. De meeste waren positief, maar er zaten er ook bij die met hapklare VVD-propaganda doorspekt waren. Vrijemarktmantra's dat "het allemaal wel wat minder kan met die cultuursubsidies", omdat zo het eigen initiatief vanuit de sector gestimuleerd zou worden, waardoor de bezuinigingen een blessing in disguise zouden zijn. Als je in deze beweringen meegaat zie je een belangrijk detail over het hoofd: de markt in Nederland is helemaal niet vrij.
Laat ik me voor de overzichtelijkheid beperken tot de poppodia, de sector waarmee ik zelf de meeste ervaring heb.
Het is mogelijk een poppodium zonder subsidie draaiende te houden. In theorie dan, want in de praktijk valt dat een beetje tegen. Een woud van de regelgeving blokkeert de weg.
Als deze regering poppodia zonder subsidie wil laten draaien, dan mogen ze beginnen het kraakverbod af te schaffen. Dat geeft kansen aan initiatieven van mensen die geen enorme bedragen kunnen investeren. Als het kraakverbod niet had bestaan hadden mijn vrienden en ik al begin dit jaar een beoogde locatie voor een nieuw poppodium in gebruik kunnen nemen. Een locatie waarover we nu met projectontwikkelaars moeten onderhandelen en waarvoor we een bedrag van ongeveer 2 miljoen bij elkaar moeten zien te krijgen. Dat wordt erg moeilijk.
Huisvesting is de grootste uitgave voor een poppodium, zeker als het een nieuw pand betreft dat helemaal volgens de regels is opgetuigd.
Om te beginnen heb je de regels t.a.v. de beperking van geluidsoverlast. Dit maakt het opstarten van een podium op een bestaande locatie meteen een stuk moeilijker. Watt ging eraan kapot; daar werd over het hoofd gezien dat het hypermoderne, duurzame aircosysteem dat in de zaal werd geplaatst geluidsoverlast veroorzaakte, omdat de buizen van het systeem het geluid dat uit het gebouw lekte bleken te versterken.
In een stad als Rotterdam wonen altijd zeikerds in de buurt, die hoe dan ook gaan klagen. Want ook al is de zaal zo goed geïsoleerd, dat het geluid van optredende bands nergens naar buiten lekt, dan nog blijf er het probleem van luidruchtig publiek dat ook buiten het pand - wellicht in dronken toestand - lawaai maakt. Dat probleem kan je oplossen door keiharde repressie in te zetten en de straat zwart van de security en blauw van de agenten te laten zien, maar dat kost wat centen en de sfeer wordt er ook niet beter op.
Een eenvoudigere en meer effectieve oplossing is in de stad uitgaansgebieden aan te wijzen en mensen die gesteld zijn op hun nachtrust ervan te weerhouden zich in dat betreffende gebied te vestigen. Klagende bewoners die al in dit gebied gehuisvest zijn moeten dan een vervangende woning aangeboden krijgen in een rustige randgemeente.
Het allerlaatste wat je als gemeente moet doen is de binnenstad volgooien met yuppenappartementen. Mensen die tonnen voor een woning uitgeven hebben nu eenmaal de neiging over alles te gaan klagen dat de waarde van hun huis omlaag brengt en het woongenot aantast.
Maar daarmee ben je er nog niet, want er zijn een boel door het Rijk opgestelde richtlijnen op het gebied van personeelsbeleid waaraan een zaal moet voldoen.
De Arbowet zou afgeschaft moeten worden, want daar staan een boel dure bepalingen in. Je lichtmensen mogen bijvoorbeeld echt niet op een ladder gaan staan om licht in te hangen; daar moet je loopsteigers voor aanschaffen. Zware apparatuur mag je niet zomaar optillen, daar moeten liften voor aangeschaft worden. Etc, etc. Al met al zijn dit regels die vaak ver doorgeschoten zijn en er alleen zijn gekomen om te zorgen dat de verzekeringsmaatschappijen minder risico lopen op uitbetaling van binnengekomen premiegelden.
Maar eerlijk is eerlijk: de Arbowet behoedt je werknemers in veel gevallen voor de WIA. Zonder deze wet was ondergetekende bijvoorbeeld echt stokdoof geworden, want mijn werkgevers vertikten het oordoppen voor het personeel aan te schaffen totdat ze ertoe verplicht werden.
Als ik zie hoe de aanvoer van zware apparatuur in nieuwe zalen als het Paard van Troje in Den Haag tegenwoordig geregeld is - met liften die vanuit de ondergrondse garage rechtstreeks op het podium uitkomen - en ik denk terug aan de trappen die we vroeger in Nighttown moesten nemen met hele mengtafels op onze bult, dan ben ik stiekem een beetje trots op het innovatievermogen in dit landje. Ik heb menig Amerikaanse roadie compleet in awe gezien toen ze dat systeem voor het eerst zagen. "Made in Holland, boy".
Maar in theorie is dat dus allemaal niet nodig, dus strepen we de verworvenheden van die Arbowet rücksichtslos weg.
Een grote slag kan je als zaal slaan door niet met een brouwer in zee te gaan, maar je bier gewoon bij de supermarkt in te kopen. Het is echt te bezopen voor woorden, maar bier is in de supermarkt goedkoper dan wanneer je het via een brouwer als Heineken of Inbev inkoopt.
Nu is bier via de supermarkt kopen met het doel het weer te verkopen officieel niet toegestaan, maar in theorie zou jouw zaal dus veel goedkoper uit kunnen zijn. Dit is een probleem waarover de horeca in Nederland al jaren steen en been klaagt. Uitgaan in Nederland wordt al jaren ontmoedigd door de hoge prijzen van drank. Ik moet eerlijk bekennen dat ik bij concerten al jaren helemaal niets meer drink, tenzij ik gratis drank krijg van bevriende uitbaters of bands van wie ik optredens bezoek.
Als de huisvesting en de drankleveranties zijn geregeld is het zaak om de interne organisatie op een andere dan gangbare manier op te zetten.
Het is voor een poppodium in theorie niet nodig om professionals in te zetten maar het is in de praktijk wel zo handig. Om te beginnen heeft een zaal een goede geluidsman/vrouw nodig. Die zijn gratis moeilijk te vinden. Je kunt natuurlijk een Pipo achter de geluidstafel zetten die alleen de volumeknoppen weet te vinden maar daar doe je de optredende bands en vooral je publiek geen plezier mee. Een vaste geluidsman die weet hoe hij een goed geluid kan neerzetten is eigenlijk onontbeerlijk maar het moet op zijn goedkoopst, dus zetten we een amateur achter de mengtafel. En nu maar hopen dat deze persoon trouw bij elk georganiseerd optreden blijft komen, ook nadat hij/zij een paar keer bijna is gelyncht vanwege aanhoudende feedback.
Verder moet er iemand achter de bar staan die de benodigde papieren heeft en genoeg verantwoordelijkheidsgevoel bezit om de kas kloppend te houden. Om het goedkoop te houden wordt dat dus ook een vrijwilliger. Omdat de belasting ook nog poen wil zien wordt de administratie wel erg ingewikkeld en zal je het geluk moeten hebben om iemand te vinden die in zijn taak kan en wil groeien. Iemand dus die jarenlang met behoud van uitkering voor je zaal gaat werken terwijl hij/zij wél in bezit is van het socialehygiënecertificaat. Helaas zullen het UWV en/of de Sociale Dienst roet in het eten gaan gooien zodra ze achter deze constructie komen, want werken met behoud van uitkering en ook melkertbanen bestaan niet meer. Maar nogmaals: we proberen hier puur theoretisch de goedkoopste weg te bewandelen.
Bands en personeel zwart uitbetalen is nog een manier om je kosten te beperken. Uiteraard is dat een doodlopende weg, maar poppodia zijn sowieso geen lang leven beschoren, dus jouw tijd duurt het wel. Bij Nighttown duurde het jaren voordat de belastingdienst onraad rook toen deze zaal niet genoeg premies afdroeg.
Maar we zijn er nog niet want ook de programmering komt niet vanzelf tot stand. Als de zaal een goed programma wil hebben, waar ook daadwerkelijk publiek op af komt, dan zal er een programmeur in dienst genomen moeten worden. Ook dit kun je in theorie door een vrijwilliger laten doen. Maar als je ziet hoe slecht zaaltjes waar vrijwilligers verantwoordelijk zijn voor het programma draaien, kom je hier wel van terug.
Je kunt ook alleen bands programmeren die gratis of voor een gedeelte van het entreegeld komen optreden maar als je zaal minstens twee keer per week vol genoeg moet staan om via de baromzet voldoende geld binnen te krijgen om de vaste lasten te betalen, dan wordt dat een onmogelijke opdracht. Net begonnen bands trekken over het algemeen alleen bij hun eerste optreden genoeg volk, want dan komt namelijk de hele vrienden- en familieschare kijken. Die komen dan ook echt maar één keer, want familieleden en vrienden zijn over het algemeen wat anders dan fans.
Er is ook nog een middensegment van bands die al een klein beetje naam hebben gemaakt maar nog geen honderden euro's voor een optreden vragen. Er is op zich genoeg interesse bij het publiek om dergelijke bands eens te komen bekijken maar niet als de entreeprijs hoger dan een paar euro moet worden omdat er nog andere lasten dan alleen de gage van de band uitgehaald moeten worden.
Er moet dus budget zijn om publiekstrekkers binnen te halen. Een slimme programmeur maakt deals met bands en boekingskantoren die ervoor zorgen dat de zaal door de kaartverkoop aan de deur quitte raakt met de gages voor de bands. De prijzen van publiekstrekkers rijzen tegenwoordig echter de pan uit.
Vroeger kochten mensen massaal geluidsdragers en was een artiest alleen op tour om de verkoop van zijn platen en cd's te bevorderen. Tegenwoordig is het kaartje wat je voor een optreden koopt drie tot tien keer duurder dan een geluiddrager ooit was, omdat de markt voor geluidsdragers is ingestort en artiesten van optredens moeten leven.
Sterker nog: een zaal als Rotown, die topacts boekt legt zelfs op uitverkochte concerten geld toe, omdat hun zaal eigenlijk een maatje te klein is. Dat kunnen ze alleen doen omdat de gemeente Rotterdam dit podium jaarlijks wel een erg grote zak subsidie geeft. Uitkijken naar een wat grotere locatie, de entreeprijzen drastisch omhoog gooien of anders wat minder subsidie geven lijkt mij in dit geval wel een verstandige optie.
Tenslotte hebben we dan nog de publiciteit en marketing, die moeten zorgen dat het potentieel publiek op de hoogte is van wat er komt optreden. Je kunt de hele afdeling op twee vrijwilligers laten lopen die wekelijks en paar gefotokopieerde flyers in de kroegen om de hoek neerleggen maar dan komt die zaal zelden vol.
Je moet eigenlijk posters laten maken en het liefst posters die een beetje opvallen. Daarvoor moet je een goede ontwerper hebben. Die zijn meestal niet echt duur maar ook niet gratis.
Verder moeten die posters ook verspreid worden. Dat kan je ook door vrijwilligers laten doen maar je zal als je een beetje effectieve promotie wilt voeren toch echt gebruik moeten maken van een gespecialiseerd bedrijf. Een bedrijf dat gebruiktmaakt van posters in vaste frames waar andere plakkers niet overheen mogen plakken want de meeste posters worden binnen een paar uur door anderen overgeplakt bij gebrek aan ruimte op de muren in kroegen en aan vrije plakplaatsen.
Weet je wat: we schrappen de promotie en we doen alleen een aankondiging via de sociale media in de hoop dat je uitnodigingen tussen de duizenden andere opvallen en dat er zonder grote naam in het programma, zonder aansprekend poster-/flyerontwerp en met een veel te hoge entreeprijs toch nog een paar mensen zo gek zullen zijn om naar de door jouw zaal georganiseerde optredens te komen.
Er zijn genoeg kroegen waar met veel succes bands optreden maar die overtreden bijna allemaal de regels voor geluidsoverlast, nooduitgangen, publieksaantallen en soms zelfs belastingwetten en zijn daardoor eigenlijk afhankelijk van een vreemd soort gedoogbeleid.
Is het kwartje intussen gevallen?
Legaal een zaal runnen zonder subsidie wordt onmogelijk gemaakt en het lijkt me heel sterk dat onze Halve Zoolstra daar wat tegen gaat doen.
Marktwerking is opeens niet meer zo heilig bij de heren politici als het leidt naar een vrolijke vorm van anarchie.
Leen Steen is de oprichter van Tocado Records, oud-directeur van de Exit en ras-Rotterdammer. Deze column verscheen eerder op zijn blog.
Foto: Sauna West in de Exit. Gemaakt door Daniël Baggerman.
http://www.kindamuzik.net/column/kindablog/kindablog-tussen-droom-en-concertzaal/21846/
Meer KindaBlog op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/kindablog
Deel dit artikel: