Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Op een bepaald moment wisten van elkaar dat we voorzichtig de gitaar ter hand hadden genomen. Toen mijn ouders eens een lang weekend weg waren, hebben we de huiskamer volgeladen met tapedecks, gitaren, boormachines en een kruiwagen. Technisch gezien hadden we alles tegen: we speelden heel gebrekkig gitaar, wisten nog niet van het bestaan van verschillende stemmingen, konden geen noten lezen, waren zeer matige zangers en ook niet bijster ritmevast. We luisterden in die dagen naar John Zorns Big Gundown, Einstürzende Neubautens Strategies Against Architecture, Sebadoh's III, Beefhearts Trout Mask Replica, Swans, Painteens, Peter Jefferies en Ween. Die muziek fascineerde ons, maar begrijpen deed ik het (en ik denk ook hij) slechts ten dele of helemaal niet.
Twee tieners die een band vormen zonder enige conventie in het hoofd; het leverde het eerste weekend een viertal nummers op. Die lieten we vol trots aan ouders en vrienden horen. We werden door geen van allen begrepen of zelfs maar serieus genomen. Binnen ons referentiekader deden we helemaal niet zoveel rare dingen, maar voor twee tieners was het eigenlijk allemaal vrij absurd. Ons liedje 'Het Huwelijk' was bijvoorbeeld een Ween-sample met staccato gitaarriff vervormd met een flanger, de percussie was een tegenritme gemaakt door te drummen op een volle bierkrat en de tekst was een mix van Willem Elsschots 'Het Huwelijk' en een gedicht van Simon Vinkenoog. Jaren later schreef een journalist dat het klonk als De Kift met een stevige borrel achter de kiezen.
We noemden onszelf Qualm. We hebben in vier jaar vier tapes gemaakt. Quandary, Knutselvreugd, III, en Quiescentie. Van iedere titel verkochten we er vijftig tot honderd. Aan bekenden. We hebben ook live gespeeld. Dan nodigden we muzikanten van het conservatorium uit. Omdat we mensen naast ons wilden hebben die het op zouden vangen als we eens ergens een halve maat zouden missen. En omdat we soms onze eigen partijen niet gereproduceerd kregen (dat kwam doordat de meeste nummers ontstonden tijdens urenlange jamsessies waar altijd een tape meeliep. De bruikbare fragmenten werden gesampled of weken later van een tweede, derde en vierde spoor voorzien). Die optredens waren opzienbarend. Omdat we in jongerenhonken speelden waar alleen meutige coverbands en U2-look-a-likes speelden. Meestal liep het grootste deel van het publiek weg. Eén keer liep zelfs de jury van een talentenjacht weg. En de geluidstechnicus met het Pearl Jam-T-shirt weigerde onze kruiwagen uit te versterken. Maar er waren altijd een paar mensen die geboeid luisterden en keken. Die enthousiast waren. Er waren er zelfs een stuk of zes die altijd kwamen kijken (nou ja, we hebben maar zo'n vijf keer live gespeeld).
Na vier tapes begonnen de liedjes op elkaar te lijken. De band zag elkaar nauwelijks meer, de broer van mijn vriend en ik waren de bindende factoren en wij verloren elkaar uit het oog. Ik heb als Qualm nog een keer in de Westergasfabriek gespeeld, maar dat was zonder hem. Het was leuk (ik heb de snaren van mijn distorted gitaar met een ijzerzaag doorgezaagd terwijl een celliste en violiste een opgefokte versie van een stuk van Grieg speelden), maar het was niet meer als vroeger. Ik vond er zonder hem niks aan.
Qualm bestaat al zeven jaar niet meer. De tapes zijn nergens meer te krijgen. Het meest tastbare aan Qualm is dat het platenlabel LVR eruit is voort gekomen. Uit LVR haal ik meer voldoening dan uit Qualm. Ik mis Qualm slechts zelden. Soms als ik een andere band magische dingen zie doen op een podium of als ik met weemoed naar de oude tapes luister (eens per twee jaar) wil ik weer in Qualm spelen. Het is een kort verlangen tegen beter weten in. Ik besef maar al te goed dat we nooit meer zo onbevangen en naïef (dadaïstisch, zo u wilt) muziek kunnen maken als we toen gedaan hebben. We zouden ons veel te veel van onszelf en onze beperkingen bewust zijn.
Maar toen ik vorige week in de stad werd aangesproken door een jongen die zei: "Ik heb al die bands waar jij vroeger naar luisterde veel later ontdekt en daarna nog eens die tapes van jullie opgezet. Ik begrijp nu pas waar jullie indertijd mee bezig waren. Man, wat waren jullie er vroeg bij", sloeg de weemoed heel hard toe. De mooiste herinneringen kwamen boven en ik droomde die nacht dat ik bij de broer van mijn vriend op bezoek ging en zei: "I'm getting the band back together!" Toen ik wakker werd was het gevoel gelukkig alweer helemaal weggezakt.
André Schaminée is een van de twee mensen achter Livingroom Records en Blue-Log.
» Bezoek de website van Livingroom Records
» Bezoek de website van Blue-Log
http://www.kindamuzik.net/column/709/kindaspam-036-zijn-platenbazen-mislukte-muzikanten/5676/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: