Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Natuurlijk, Michiel Borstlap behoort zeer zeker niet tot de meest spannende exponenten van de hedendaagse jazzscene. En het is ook duidelijk dat veel van wat er in "de jazz" gebeurt op de ladder van verniewingsdrang niet al te hoog scoort; het "inkleuren van accenten" noemt Harry Prenger dit. Hij schijnt echter te vergeten – bewust of door onwetendheid – dat er juist in de laatste tien jaar hele spannende experimenten plaatsvinden aan de randen van het genre jazz. We herinneren hem er nog even aan. Harry Prenger zou dit "buiten de lijntjes kleuren" noemen en precies dit weet hij zo te waarderen aan een vernieuwer als John Coltrane.
Hoe is deze discrepantie mogelijk? Vernieuwing wordt gewaardeerd, maar alleen als die al voorbij is. Heel interessant. Wat was het dan met die jazz van vroeger, dat niet meer aanwezig lijkt te zijn in de jazz van nu? Een korte blik op Harry Prenger's favoriete jazzplaten aller tijden, die hij aan het einde van zijn artikel opsomt, brengt misschien licht in de duisternis. Op het eerste gezicht staan hier inderdaad de vernieuwers verzameld: Max Roach ontwikkelde de bebop; John Coltrane wist in 1962 de modale jazz verder te ontwikkelen en bij free jazz uit te komen; Ornette Coleman en Don Cherry waren natuurlijk radicale vertegenwoordigers van de free jazz in die tijd; en John Zorn wist zo ongeveer alle overgebleven jazzstructuren in de lucht op te lossen. Nogal kort samengevat, zonder enig gevoel voor detail, maar zo bekeken lijkt Harry Prenger gelijk te hebben. Zulke experimenteerlust zie je tegenwoordig toch nergens meer?
Een andere interpretatie is echter ook mogelijk. Zou Harry Prenger zijn favoriete jazzplaten aller tijden iets zorgvuldiger beluisterd hebben, dan zou hem iets opgevallen zijn. Het overgrote merendeel van zijn vernieuwers stond sterk onder invloed van c.q. experimenteerde intensief met muziek uit genres buiten de standaard jazz. Archie Shepp bijvoorbeeld. Op zijn plaat The Magic of Ju-Ju uit 1967 wist hij in het 18 minuten durende gelijknamige titelnummer op geniale wijze free jazz met Afrikaanse percussie te combineren. Bitches Brew (1969) van Miles Davis zou zonder de ontwikkelingen in de funk in deze periode en de muziek van Jimi Hendrix waarschijnlijk nooit zo tot stand gekomen zijn. Iets minder schokkend, maar niettemin de moeite waard om te vermelden, is dat Charles Mingus door een bezoek aan Tijuana inspiratie kreeg voor het album Tijuana Moods (opgenomen in 1957 / release in 1962).
Deze wijze om het verleden te bekijken maakt het mogelijk ook het heden weer met energie te benaderen; energie die Harry Prenger ten aanzien van het experiment enigszins verloren lijkt te hebben. Daarom, als afsluiting van dit commentaar, een kort overzicht van een aantal artiesten in de hedendaagse muziek, die geïnspireerd zijn door de jazztraditie, maar tegelijkertijd met veel liefde het experiment en het geflirt met andere genres omarmen. Opdat ook Harry Prenger weer zin ziet en zijn geluk ontdekt in de hedendaagse jazz-ontwikkelingen.
Voor de meeste KindaMuzik-lezers waarschijnlijk bekend zijn de ontwikkelingen in de jazz-electronica: Future Sounds of Jazz-releases van Compost Records, Brazilution op het Ministry of Sound label, maar ook de releases van artiesten als Jazzanova, Trüby Trio, de Nederlandse groep Rednose Distrikt of Cinematic Orchestra. Tot deze richting kunnen ook nog de vele dj's wereldwijd (denk b.v. aan Galliano) gerekend worden, die met hun creatieve platenkeuze de genres jazz, soul, r&b, funk en wereldmuziek openbreken en op deze wijze bijdragen aan een verdere ontwikkeling van de moderne muziek. Roy Hargrove, een "echte" jazztrompettist, kan hier ook nog genoemd worden. Een artiest die in de afgelopen dertien jaar alles van ouderwetse hardbop tot Cubaanse jazz maakte, heeft met zijn The RH Factor: Hard Groove (Verve 2003) een plaat uitgebracht die bol staat van spannende, stomende en funkende jazz. Ach ja, aan dit album werkten ook nog Erykah Baduh, Common, Steve Coleman, D'Angelo en M'shell Ndegeocello mee. Als dat geen "buiten de randjes kleuren" is, dan weet ik het ook niet meer.
Het Label Bleu uit Frankrijk is ook zo'n voorbeeld van een label dat weet hoe je jazz spannend kunt houden. Hier vindt men mensen als de genoemde Steve Coleman, die op een bepaalde manier nog binnen de avant-garde-traditie van de jazz blijft, maar ook een David Krakauer en zijn Twelve Tribes. Hun album Klezmer Madness! uit 2002 kleedt de klezmer tot op het bot uit en bedekt dit skelet vervolgens weer met jazzstructuren. Prachtig. Andere interessante namen op dit label: Battista Lena (jazzcabaretchachacha), Magic Malik (jazzfluitist die de beats en wereldmuziek opzoekt), Innocent X (jazzy postrock) of mensen als Stefano Bollani, Bojan Zulfikarpašič en Julian Lourau, die simpelweg spannende jazz maken.
Of het Cosmic Sounds label uit London dat jazz uit de Balkan, electro-jazz en verschillende remixes uitbrengt (Coxless Pair, Zejlko Kerleta, Arkestra One). En Noorwegen is zonder twijfel één van de belangrijkste centra voor jazzmuziek, met labels als Rune Grammofon, Jazzland Recordings en Smalltown Supersound en artiesten als Jaga Jazzist, Nils Peter Molvær en Supersilent (met Helge Sten aka Deathprod, de producer van en ex-muzikant bij Motorpsycho).
En om dan weer naar Nederland terug te keren: Eric Vloeimans werkte voor het album Brutto Gusto samen met de vietnamese gitarist Nguyên Lê en was daarmee één van de vele lichtpunten in de jazz van vorig jaar. Deze wederzijdse beïnvloeding van jazz en wereldmuziek behoort misschien nog wel tot de meest vruchtbare richting. Steeds meer artiesten lijken zich dan ook hiervoor te interesseren. Rabih Abou-Khalil brengt al tien jaar prachtige muziek uit, die zich op het grensvlak van Arabische muziek en jazz beweegt. Het nieuwe album van Paban das Paul en Jonny Wartel weet Indiase muziek met stuwende jazzritmes te combineren en de invloed van jazz is natuurlijk ook opvallend bij de vele navolgers van Afrobeat à la Fela Kuti.
De moraal van dit verhaal, Harry Prenger? Vernieuwing in de hedendaagse muziek is niet iets dat men in encyclopedieën vindt – op het moment dat het genoteerd wordt, zou het namelijk al vernieuwing in het verleden zijn – maar is iets, waarnaar je op zoek moet gaan. Wat betekent dit? Open staan voor nieuwe ontwikkelingen en vooral heel veel en heel nauwkeurig luisteren. Natuurlijk is de muziek van mensen als John Coltrane, Ornette Coleman en John Zorn prachtig radicaal. Daar is geen twijfel over mogelijk. Worden deze namen echter gebruikt om de huidige ontwikkelingen af te wijzen – zonder werkelijk kennis genomen te hebben van deze nieuwe ontwikkelingen – dan dient de vraag gesteld te worden waar het gebrek aan vernieuwing gezocht moet worden. Bij de muziek of bij de criticus?
Bas van Heur is scribent van KindaMuzik en behoorlijk hooked on jazz.
http://www.kindamuzik.net/column/709/kindaspam-021-jazz-en-harry-prenger/3643/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: