Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ondergetekende is nu ongeveer drie jaar geleden voor de Beats-sectie van KindaMuzik beginnen schrijven, indertijd als techno en house recensent. Ondertussen heb ik, die zijn muziekcollectie als redelijk ruimdenkend mag beschouwen, in dit nog prille millennium reeds zien voorbijkomen: tech-house, clicks, cuts, glitch, nu-skool breaks, nu-jazz, nu-electropop, 2step, nu-disco, lounge, nu-soul et j'en passe. Deze optocht trok voorbij zonder dat ook maar één van die genres het vermocht om, na de obligate initiële vreugdesprong die men bij enthousiastelingen als ondergetekende wel eens tegenkomt, een blijvend spoor in mijn muzikale landschap achter te laten. Ofschoon wij terdege beseffen dat uw hersenen op dit eigenste moment de verbinding maken tussen de woorden 'oude' en 'zak', stellen wij ons toch de vraag: Waarom toch zo snel, beste mensen?
Als U da volgaBabe op zijn maandelijkse koortsachtige speurtocht langs de betere vinylboeren zou gadeslagen, zou U moeten toegeven dat met de pakweg 100 platen die ik dan op een namiddagje beluister, beoordeel en eventueel in ruil voor mijn zuurverdiende euros naar huis meeneem, ik helemaal niks ga inbrengen tegen de hedendaagse shoppingcultuur van snel/sneller/snelst/liefst-gisteren-al. 'Hoe groter het aanbod, hoe liever' is in muziekzaken ook altijd onze slogan geweest. Enkele jaren geleden vonden wij in die dikke stapel nieuwe plaatjes dan ook regelmatig veel lekkers terug. Maar de laatste jaren loopt het door te ver doorgedreven profileringsdrang en plat opportunisme ook veel fout in de alternatieve scene. Zeker wanneer je de huidige zondvloed van releases afmeet aan het belangrijkste criterium om van muziek te houden: dat ze je de verwachte kwaliteit biedt, een net-dat-ietsje-meer-gevoel, het gevoel dat 'ik deze plaat binnen tien jaar nog zal kunnen beluisteren'. Om nog van het financiële aspect niet te spreken: een 12-inch kost tegenwoordig in de betere importzaak toch al snel 12 Euro en van de cd-prijzen wordt een mens zelfs een beetje depressief.
Niettemin moet er door een promojongen of -meisje maar heel eventjes heel hard geroepen worden en we zitten al met een hype groter dan de aardse atmosfeer kan omvatten. Dat deze nieuwste telg van het elektronica-legioen het helemaal gaat maken, is een op voorhand uitgemaakte zaak. Diezelfde promolui lanceren dan met de grootst mogelijke glimlach een week later de nog nieuwere hype, deze keer gelinkt aan een nieuw spannend partyconcept; of bevriend met een platenlabel dat amper enkele releases achter de kiezen heeft; of nog, omdat deze of gene de muziek heeft mogen leveren voor een hip reclamespotje of een nog hippere modeshow. Dat deze ziekte al langer veel slachtoffers maakt in het United Kingdom, waar de meeste mensen met een baxter vol hype in hun arm geplugd rondsjorren, daar kunnen wij nog inkomen. Maar dat ze nu ook naar het continent is overgeslagen baart ons toch wel zorgen.
Muzikanten of DJ's zijn tegenwoordig ook niet zomaar alleen dat. Nee hoor, de hedendaagse producers maken muziek voor toneelstukken, balletten of speelfilms, doen iets multimediaals op het wereldwijde net, werken samen met schrijvers en andere literatoren en wat weet ik nog allemaal. Dat zulks allemaal op korte termijn nogal megalomaan overkomt en dat op langere termijn enkel de verveling die je erbij hebt ervaren nog een belletje doet rinkelen, doet volstrekt niet terzake. Het feit dat men de belangstelling voor vijf minuten op ik of wij kan richten, is al meer dan genoeg. Want het volgende sub-genre licht immers alweer op de loer om zijn eigenste 5 Milliseconds of Fame mee te pikken en, ergo, af te pikken van jou.
Of er uit deze chaos van belangen nu vernieuwende, verfrissende, grensverleggende of (vooral) langer dan een maand houdbare muziek voortkomt, schijnt men als een volledig secundaire aangelegenheid te beschouwen. Tesamen genomen met recente fenomenen als de ronduit epidemische compilatiemanie, het ergerlijke feit dat er al een pak remixes zijn van een nummer voordat men de kans heeft gekregen om zelfs nog maar het origineel ten volle te appreciëren én, niet te vergeten, het enorme aanbod aan mp3's op het net, moeten we gewoon concluderen dat er op het moment een wildgroei aan muziek is.
Nu zijn er zonder twijfel wel die zullen zeggen: 'dat was vroeger toch ook al zo' of: 'de parels moet je altijd wel uit het vuil ziften'; of nog: 'wees nou blij dat je democratisch aan zoveel muziek kan geraken'; of (dit is de
beste): 'dat was toch vroeger ook al zo, man'; en ook wel: 'ouwe zak'.
Misschien wel, maar persoonlijkheden als Carl Craig, Aphex Twin of Derrick May ontwaren wij in het hedendaagse muzieklandschap nog maar zelden. Een nochtans onverdacht genie als Aphex Twin bestaat het zelfs om vorig jaar met het langverwachte 'Drukqs' een drol vol gedateerde overschotjes af te leveren, gewoon om van zijn contract met Warp af te zijn. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat sommige van de meest relevante artiesten van vandaag (Kenny Dixon, Theo Parrish, Matthew Herbert en, nog altijd, Mad
Mike) de geijkte kanalen, waar men letterlijk verdrinkt in hype, hipness en modes, mijden als de pest. Je zal dan ook zien dat zij nu net de mensen zijn die van het publiek, medemuzikanten en recensenten het meeste respect krijgen én ook op langere termijn kunnen behouden. Dat ze daarmee wat minder plaatjes zullen verkopen, nemen ze er dan ook graag bij. Het draait er dus op uit dat wie met zijn muziek echt iets te vertellen heeft vandaag de dag gewoonweg zijn bek houdt om te vermijden dat hem deze of gene uitspraak of mening wordt toegedicht.
Waar het op neerkomt: ok, er is heel veel goede muziek op het eigenste moment, maar ze krijgt nauwelijks de tijd om zichzelf een gezicht aan te meten, laat staan zichzelf tot een volwaardig genre te ontwikkelen. Soms heb je gewoon zin om een hard en nijdig 'STOP' te snauwen. Maar nee, daar maakt alweer de nieuwste artist-, label-, discotheek-, party-, of genre-compilatie die volstrekt niets aan de zaak toevoegt, zijn opwachting. Een mens zou nog gaan snakken naar een hondseenvoudig, retestrak en nooit zijn effect missend bommentapijt van The White Stripes genre 'Seven Nation Army'. Wij weten dat iedereen, ook elektronische artiesten, brood op de plank moet brengen, maar wordt het eens geen tijd dat the children of the electronic underground opnieuw gaan graven, in plaats van zich opzichtig te wentelen in de zonder twijfel zeer aangename maar toch zo kortstondige publiekszonneschijn.
da volgaBabe is voltijds muziekmaniak, scribent van Kindamuzik, dj en presenteert wekelijks Destination UNKnown op Fm Brussel.
http://www.kindamuzik.net/column/709/kindaspam-014-post-2000-hypes/3174/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: