Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ik denk dat een goede aanzet tot deze reeks van columns, waarvan de inhoud in principe open is, een schets is van hoe ik ten opzichte van muziek sta in 2005. Het is verleidelijk om mee te gaan in jeremiades die, vooral online, steeds vaker klinken. Wat is er aan de hand? Het afgelopen decennium zou je kunnen karakteriseren als het samensmelten van een aantal veranderingen. Deze zorgden voor een zekere democratisering of beter gezegd emancipatie van de popmuziek. Het is onmiskenbaar makkelijker geworden om zelf muziek te maken en vooral op te nemen (de thuisstudio). Het is veel makkelijker geworden om meer muziek te consumeren (de mp3). En het is nog veel makkelijker geworden om over muziek een mening te hebben en die aan de buitenwereld kenbaar te maken (de blog). We zijn eigenlijk meer punk dan ooit tevoren. Er klinken stemmen op die deze, in principe, positieve veranderingen teveel van het goede vinden. De verschillende machtsverhoudingen geven een kick maar eisen tegelijkertijd veel van het individu, het werkt verslavend. Alles moet gehoord worden en na verloop van tijd ontstaat het besef dat het misschien niet de investering van tijd en energie waard is.
Het is een herkenbaar gevoel, al wordt er vaak in de depressie een stap te snel gemaakt, namelijk de conclusie dat muziek tegenwoordig minder goed is, minder piekt. Nostalgisch blikken we terug naar onze tienerjaren waarin we nog tien cd’s hadden, maar die dan ook wel héél erg goed kenden. Je kunt zien wat eigenlijk het probleem is. Er is een groep muziekverzamelaars die dankzij het internet met elkaar in contact is gekomen. Deze groep heeft zich vervolgens de muziekhabitus aangemeten die voorheen eigenlijk was voorbehouden aan een elite van popjournalisten en is zichzelf belangrijker gaan vinden dan ze in werkelijkheid is. Bovendien is het een groep die niet ongevoelig is voor het eeuwige jeugd syndroom dat op een breder maatschappelijk niveau heerst. Twintig jaar geleden, werd met uitzondering van een enkele excentriekeling, van een 34-jarige als ik, verwacht dat je het volgen van nieuwe muziek opgaf. Dat idee is bespottelijk geworden. En die verandering doet rare dingen met tijdsbesef. Ik weet nog dat toen ik als 14-jarige The Wall kocht, deze vijf jaar eerder uitgebracht, al de status van klassieker had. Het gewicht van geschiedenis. Ik kan nu bijvoorbeeld Earth 2 uit 1993 aanschaffen en er lijkt geen tijd tussen te liggen. Het postmoderne cliché van een mediawerkelijkheid. die ons tijdsbesef verandert in een soort schizofreen tijdloos 'nu' lijkt wat dat betreft bewaarheid.
Wanneer je je niet teveel laat meeslepen, niet als een neuroot alles najaagt en met een zekere koele blik 2005 overziet, dan kan je niet anders dan concluderen dat muziek nu erg gezond is. Dat vergt wel een bepaald perspectief. Omdat het album als drager van betekenis ten onder gaat aan de shuffle en de mix, lijkt het of er minder spectaculaire albums uitkomen. Ook omdat grote namen een langzame dood sterven. De individuele track en hoe jij die als luisteraar betekenis geeft, heeft meer gewicht gekregen dan het vooropgezette verhaal van het album. Het zijn remixers als Tiefschwarz, auteurs als Mathew Jonson of labels als Border Community die 2005 kleur geven. De artiest die verschillende muziekliefhebbers verbindt leek al lange tijd uitgestorven (was Nirvana de laatste?). Daardoor voelt het succes van zoiets als De Jeugd van Tegenwoordig, dat tegen alle verwachtingen in op basis van Detroit electro de hitlijsten aanvoerde, even vreemd als juist aan. Vreemd omdat voor die mate van populariteit dus wel een overlap (op nationaal niveau) heeft plaatsgevonden tussen verschillende subculturen. En juist omdat het laat zien dat de underdog op basis van kwaliteit en originaliteit in 2005 heel even de dictatuur van voorgekauwde, voorspelbare, met geld volgepompte lege hulzen kan verslaan.
Waarschijnlijk geen blijvende overwinning, maar wel een teken aan de wand. Elk jaar kent wonderschone, nooit eerder gehoorde muziek. Wat 2005 speciaal maakt is het gevoel dat bepaalde conservatieve structuren in de muziekwereld hun langste tijd hebben gehad. Misschien boezemt dat angst in. Er zijn geen vaders meer die ons bij de hand nemen, geen sonische borden meer die je verplicht leeg eet 'omdat het gezond voor je is'. Niemand meer die je met stelligheid vertelt wat goed en slecht is. De popliefhebber in 2005 is een weeskind.
Omar Muñoz-Cremers is onafhankelijk popjournalist, tekstschrijver, essayist en auteur.
http://www.kindamuzik.net/column/709/de-maand-van-om-c-oktober/10726/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: