Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"Wat hoor ik toch? Komt dat vanuit de garage? Is de wasmachine stuk? Of komt het van buiten? Vliegt er een of ander vliegtuig over?"
Nee hoor schat, het is maar muziek. Bovenstaande is een redelijk getrouwe beschrijving van hetgeen mijn echtgenote zei toen ik - de liefhebbende partner die ik ben - haar hielp met het maken van rapporten voor haar werk, en ik in de tussentijd een fijn achtergrondmuziekje op had gezet. Vond ik, maar mijn eega kon Wind van Hazard duidelijk niet waarderen. Terwijl het nochtans heerlijke ambientstukken zijn, compleet opgebouwd uit opnames van windgeluiden. Gek werd ze ervan, ze vond het maar een hoop verontrustende geluiden achter elkaar. Dit had toch niets meer met muziek te maken?
Zij en ik zullen het wat dat betreft nooit eens worden. Zij houdt van liedjes, van gitaren en mooie zanglijnen. En dat hoor je in ambient vrijwel nergens terug. Een echte definitie van ambient als muziek heb ik nergens gevonden, wel van de term zelf: "ambient noise is the background noise in an area or environment, being a composite of sounds from many sources near and far". Daar kun je niet veel mee hier natuurlijk, hoewel het wel een bepaalde richting op laat wijzen. Wat is het dan wel, behalve een bron van ergernis als je rapporten moet schrijven?
Brian Eno mag dan als eerste de term ambient music hebben gebruikt om muziek te beschrijven die geen aandacht van de luisteraar vraagt, maar zulke muziek werd toch al een stukje langer gemaakt. De Franse componist Erik Satie (1866-1925) bijvoorbeeld, die maakte ook al muziek bedoeld voor op de achtergrond, 'furniture music' werd dat toen genoemd. Edgard Varèse (1883-1965), nog zo'n boegbeeld uit de Franse muziek, maakte in zijn composities vaak gebruik van het eerste elektrische instrument ooit, de theremin. Die wordt heden ten dagen nog zeer regelmatig gebruikt als sfeerversterker bij spacerock en filmmuziek, maar niet zoveel meer in de muziek die wordt aangeduid als ambient. Toch mogen Satie en Varèse als de grondleggers van de ambient worden beschouwd. Een deel van hun muziek was bedoeld voor op de achtergrond, en daarmee zijn ze in ieder geval van flinke invloed geweest.
THE SOUND OF SILENCE
Het lijkt echter echt te zijn begonnen met John Cage, en dan vooral met zijn veelbesproken compositie 4'33", die in feite niets meer of minder is dan vier minuten en drieëndertig seconden stilte. De muzikanten in het orkest kregen blanco partituren en moesten de volle tijd geen enkel geluid maken. Wat overbleef, het omgevingsgeluid, was de eigenlijke compositie. De eerste uitvoerende in 1952, een pianist genaamd David Tudor, kreeg het voor elkaar achter een piano te gaan zitten met een stopwatch, drie keer de klep over de toetsen dicht te doen en weer open (het stuk bestaat uit drie movements), en gewoon zijn blanco partituren om te slaan alsof de passage op die bladzijde gespeeld was. Het publiek reageerde boos en geschokt, terwijl het toch echt een geoefend avant-gardepubliek was. Het ging te ver.
Daar had ik graag bij willen zijn. Niet alleen om de geschokte gezichten te zien, maar ook om me eens volledig te concentreren op die 4'33" vol bijna-stilte. Echt stil wordt het namelijk nooit, er is altijd lucht die trilt. Cage had er ook al geruime tijd over nagedacht en gefilosofeerd voordat hij zich waagde aan de compositie. "Silence is not acoustic, it's a change of mind". Later bleek dat erg overeen te komen met een Indiaas gezegde: "Music is continuous, it only stops when we turn away and stop paying attention". Hoe waar, hoe waar. Muziek is overal, vergelijk een fabriekshal met repeterende geluiden maar eens met snoeiharde industrial. Of heipalen met een technobeat. Waar eindigt geluid en begint muziek?
Voor ambient lijkt die vraag makkelijk te beantwoorden, als we af mogen gaan op het bovenstaande: er is geen scheiding tussen geluid en muziek. Ook al doen we helemaal niets, dan nog zal er altijd lucht blijven bewegen. Cage heeft voor 4'33" dit idee willen 'inblikken' in een concept, een lengte die voor iedereen behapbaar is. Hoewel nogal bekritiseerd in het begin, heeft het stuk door de jaren heen begrip en verwondering gekweekt, en is voor veel mensen de abstractie naar iets concreets vertaald. Daar mogen we Cage eeuwig dankbaar voor zijn, want zonder zijn idee, zijn concept, zou bijvoorbeeld de bovengenoemde Hazard zijn Wind nooit in dezelfde vorm hebben kunnen maken. Voor meer informatie over deze dikke vier minuten stilte verwijs ik overigens graag naar de link onderaan dit artikel, waarin 4'33" compleet wordt ontleed.
MINIMAAL
In de jaren zestig was er een heel stel minimalisten dat strikt genomen geen ambient maakte, maar door het gebruik van aanzwellende drones die veroorzaakt werden door eindeloos repeterende patronen had de muziek vaak een vergelijkbaar effect: hypnotiserend, rustgevend. Mensen als Terry Riley, La Monte Young, Steve Reich en zelfs Velvet Underground-lid John Cale maakten loops van alledaagse geluiden, die vergeleken met modernere werken nu nogal rauw en zelfs noisy kunnen klinken. Wat natuurlijk komt door de analoge technieken die toen werden gebruikt.
Een geweldig mooi voorbeeld van het experimenteren met loops is I Am Sitting in a Room (1970) van Alvin Lucier. Lucier maakte een opname van zijn eigen stem, terwijl hij aan het vertellen was welk proces hij met die opname zou gaan uitvoeren. Vervolgens draaide hij de opname af in een kamer, en maakte daar wederom een opname van. Dit proces herhaalde hij gedurende een dikke drie kwartier, steeds maar weer nieuwe opnames makend van playbacks van de vorige opname. Wat overbleef was steeds minder herkenbaar als stem; veeleer begonnen de resonerende echo's tonen op zichzelf te vormen. Na 45 minuten bestond het geluid alleen nog maar uit resonantie en echo, aspecten echter die behoorlijk muzikaal bleken te zijn. Nu nog is het behalve een behoorlijk interessante vorm van conceptuele kunst, vooral een enerverende luisterervaring die verwondering én bewondering oproept. Het mooie is ook dat deze compositie in elke setting anders zal gaan klinken, omdat elke kamer of ruimte een unieke vorm heeft waardoor de stem anders zal worden teruggekaatst.
Even nog terugkomend op 4'33": ik kan me voorstellen dat de gemiddelde muziekliefhebber hier uiteindelijk toch totaal geen chocola van kan maken. Velen zullen dit stukje conceptuele kunst bezien als pretentieus en onzinnig, en daardoor onbeluisterbaar. De experimentalist Cage heeft zijn werk ook nooit bestempeld als ambient, die bewering komt geheel en al op het conto dezes schrijver. En ook met Satie en de hierboven genoemde minimalisten zal de beginnende ambientliefhebber weinig ophebben. Inderdaad zijn er betere startpunten te ontdekken, en wel bij een zekere meneer Eno, toetsenist en tape-manipulator bij glamrockers Roxy Music. Solo ging Brian Eno echter een heel andere kant op.
HET ENOÏSME
De echte grondlegger van de ambient zoals we die heden ten dage kennen? Waarschijnlijk wel. Brian Eno: denker, uitvinder, producer, muzikant. Hi zorgde ervoor dat eerste paar Roxy Music-albums klassiekers werden. Maakte daarna nog een stel solo-juweeltjes met ingenieuze popmuziek, om daarna pas helemaal de ambient in te duiken. Nee, ik lieg: in 1973 maakte hij samen met Robert Fripp, King Crimson-opperhoofd, al het atmosferische (No Pussyfooting), een album met twee lange stukken vol proto-ambient met Fripps doorlopende Les Paul-klanken als hoofdbestanddeel. Ook sfeervolle heerlijkheden als Discreet Music en Music for Films verschijnen nog midden jaren zeventig, maar het is echter het jaar 1978 wanneer hij komt met Ambient 1: Music for Airports.
De titel zegt het eigenlijk al: muziek bedoeld voor op de achtergrond op bijvoorbeeld luchthavens, om mensen te kalmeren en de angst voor vliegen en vliegtuigcrashes te reduceren. Muziek waarbij het niet uitmaakt of je er bewust naar luistert of niet. Muziek die bedoeld is om de achtergrond kleur te geven, om een bepaalde sfeer te creëren. En hoewel ik Ambient 1: Music for Airports nooit daadwerkelijk op een vliegveld heb mogen horen - helaas - kan ik wel uit ervaring zeggen dat de muziek een buitengewoon kalmerende werking heeft als je in een file zit: weg ergernis, weg gehaastheid, de file werd zelfs een aangename zit. Lang leve de onthaasting (wat een vreselijke term). Voor mensen die van spannende muziek houden kan het evenwel overkomen als muzak.
Meer van die spanning zit echter wel in latere werken van Eno, zoals Ambient 4: On Land dat, hoewel eveneens rustgevend, ook een onmiskenbare dreiging met zich meebrengt. Hier wordt duidelijk meer van de luisteraar gevraagd, een sterkere verbeeldingskracht geëist zelfs. Dat lijkt samen te hangen met het geluid zelf: piano's en andere instrumenten zijn niet meer als zodanig te herkennen; wat overblijft zijn verstilde klanklandschappen die toch constant bezig lijken te zijn met verschuivingen en verstoringen.
Dat Eno echter ook wat kan doorslaan richting slap new-age-geneuzel is minder bekend. Deze schrijver kan echter niet zonder kromme tenen luisteren naar de tweede helft van het ruimtelijke Apollo: Atmospheres and Soundtracks. In de eerste paar nummers worden nog hartstochtelijk nieuwe gedeeltes van outer space ontdekt, maar ergens in het midden van hun trip lijken Eno en zijn companen (broer) Roger Eno en Daniel Lanois plots de weg kwijt, waarna ze terugvallen op aarde middenin een meditatiegroep voor uitgebluste cowboys, met een dubieuze hoofdrol voor de pedalsteelklanken van Lanois. Bedroevend, als ik zo vrij mag zijn. Gelukkig dat afsluiter 'Stars' weer op de juiste weg richting, eh, de sterren gaat.
Nu nog maakt Eno graag ambient muziek, met de ene keer (Drawn from Life met Peter Schwalm) een minder monumentaal resultaat dan de andere keer (zijn net verschenen samenwerking met alweer Robert Fripp, genaamd The Equatorial Stars). Feit is wel dat Brian Eno werkelijk van onschatbare waarde is geweest, en nog steeds is, voor het begrip ambient.
KRAUTROCK - MOTORIK = AMBIENT
En dan heb je natuurlijk ook nog de jaren zeventig - en dan vooral het begin daarvan - bij onze oosterburen. Can, Neu!, Tangerine Dream, Cluster, Klaus Schulze, Kraftwerk. Weliswaar voortkomend uit de rock, begonnen ze steeds langer door te spacen op een heerlijk stuwend ritme dat voor eeuwig door mocht gaan, een ritme waarvoor 'men' de naam motorik heeft bedacht. Wordt trouwens nog steeds gebruikt, dat ritme, luister maar eens naar sommige nummers van Queens Of The Stoneage, Stereolab of Zoot Woman. Maar goed, dit even terzijde. Feit is dat sfeer en space een steeds grotere rol kreeg in de muziek van de krautrockers, en liedjes een steeds mindere. Op een gegeven moment stopte zelfs dat ritme dat voor eeuwig voort had mogen duren, met als resultaat: juist, ambient. Zonder die benaming te gebruiken overigens, alles werd nog keurig fijn krautrock genoemd. Waar het rock-aspect echter heengegaan was weet nu nog steeds niemand.
Meer dan welke muziek tevoren is krautrock geschikt om muzikale ondersteuning te bieden bij hallucinerende lsd-trips; soms is zelfs de muziek alleen al genoeg om hetzelfde effect te bewerkstelligen. Acid rock, vroege prog, psychedelica, motorik; welke elementen er ook gebruikt werden, uiteindelijk was het doel altijd om ergens ver weg in outer space uit te komen. En in de ruimte was ritme niet meer belangrijk, waren individuele uitspattingen uit den boze, en was het begrip 'rock' simpelweg van alle waarde ontdaan. Wat overbleef was het verblijf in de ruimte, het "zijn" temidden van de sterren met op de achtergrond een stel muzikale sfeertekeningen om het psychedelische effect te verhogen. Vooral Cluster was nauwelijks van deze wereld, en het was dan ook dit duo, bestaande uit Hans-Joachim Roedelius en Dieter Moebius, dat ging samenwerken met generatie- en geloofsgenoot Brian Eno.
DE PARADOX VAN AMBIENT HOUSE
Na dit alles wordt ambient in de jaren tachtig - na even in een verdomhoekje te hebben gezeten - plots opgepakt door de house- en raveliefhebbers, die, nadat ze hele nachten high van de xtc hadden staan dansen op acid en proto-techno, ook behoefte hadden aan chill-outmuziek om weer terug in de realiteit te komen. Voor een uitgebreid overzicht en analyse hiervan verwijs ik u graag naar dit artikel van Omar Munoz-Cremers, die daarvan veel meer verstand heeft dan ik.
VIA DE JAREN NEGENTIG RICHTING DE TOEKOMST
Daar lijken de meeste ambientmakers en -luisteraars toch al graag naartoe te willen, de toekomst - als ze tenminste een lineaire tijdsberekening aanhangen, en dat is bij sommigen nog maar de vraag. De jaren negentig brachten ons onder andere Aphex Twin en Autechre, die ambient gebruikten om hun toenemend abstracte elektronica-experimenten in te kleuren. Vooral de eerste omarmde het begrip 'ambient' met volle overtuiging op zijn Selected Ambient Works 85-92 en Selected Ambient Works volume II. Zeker deze laatste is een verzameling afwisselende, compacte ambientstukken waar je eng van wordt. Er wordt al jaren ongeduldig gewacht op en naarstig gezocht naar Selected Ambient Works 3, maar Richard D. James lijkt geenszins van plan om het publiek van dienst te zijn. Toch jammer eigenlijk, want juist zijn melodie- en sfeergevoel is het sterkste aspect in zijn grillige muziek.
Ook in de jaren negentig: de art-scene omarmt de ambient en noemt het installatiemuziek: muziek bedoelt voor kunstvoorstellingen, om de sfeer mysterieus en spannend te houden. Het werkt ook nog, luister maar naar David Sylvians Approaching Silence - geniale titel natuurlijk - dat zó goed verstilde en serene sferen weet over te brengen dat de muziek vrijwel volledig in de omgeving opgaat. Er wordt tegenwoordig echter zo veel onder die noemer uitgebracht dat het moeilijk wordt om de echte pareltjes te vinden. Te veel mensen in bezit van laptop + software wagen zich aan abstracte soundscapes en proberen die via internet te slijten. Ik denk dat ik ook maar eens een poging ga wagen. Op dat internetaspect kom ik trouwens later terug.
De grote ambientmeneer van de afgelopen twaalf jaar moet wel Geir Jenssen a.k.a. Biosphere zijn. Lees in het aan hem opgedragen artikel in dit ambientdossier het hoe en waarom; feit blijft dat de goede man een stel klassiekers op zijn naam heeft staan waarvan normale stervelingen niet eens durven te dromen. Residerend op het Engelse Touch maakt hij al jaren hoogst afwisselende albums. En het label heeft meer noten op zijn zang: ook Fennesz, Philip Jeck en B.J.Nilssen / Hazard (en nog een heel stel zachtmoedige geweldenaren) zijn present.
Speciale aandacht trouwens voor de laatste; Hazard maakt als geen ander gebruik van opgenomen natuurgeluiden - waarmee hij dus eigenlijk een moderne versie van musique concrète creëert - en verwerkt deze in dreigende ambientnummers vol onderhuidse spanning. Persoonlijk zou ik hem wel eens willen horen samenwerken met Biosphere, ik ben zeer benieuwd naar hun gezamenlijke creaties. Te oordelen naar hun individuele werkzaamheden, en Biosphere's samenwerkingen met andere ambienttalenten als Deathprod en Higher Intelligence Agency, zou dat waarschijnlijk een klassieker onder klassiekers worden. Niet van deze wereld. Maar helaas heb ik geen glazen bol en kan ik niet zien of mijn wensen werkelijkheid worden.
Grootste verspreider van ambient vandaag de dag is toch wel de laptopscene: (vooral) mannen die zittend achter hun laptop - eventueel aangevuld met samplers en synths en de hele rambam - serieus starend naar het beeldscherm en minieme bewegingen makend met de muis zorgen voor abstracte soundscapes, variërend van extreem zacht tot spijkerhard, en al dan niet gelardeerd met clicks, cuts, glitches en andersoortig gekraak. Een stortvloed van releases overspoelt de markt waardoor je door die spreekwoordelijke bomen dat bos niet meer ziet.
En daar komt het internet om de hoek: al die muziek is redelijk makkelijk te maken als je een redelijke computer bezit en wat programma's download. Een tijdje klooien met de software, et voilà: daar hebben we weer een van zelfkritiek gespeende wanna-be Fennesz die denkt de nieuwe Endless Summer/Music for Airports/vul zelf maar in te hebben gemaakt. Vaak kan de muziek niet slecht worden genoemd, maar het is zo moeilijk om in een overvoerde markt met iets te komen dat eruit springt, dat genoeg kwaliteit heeft om de anonimiteit te ontvluchten. Gemakzucht, dat is de grootste valkuil.
Het probleem van deze overvloed is het vraag-aanbodprincipe: er wordt te veel aangeboden, waardoor de waarde devalueert. En door het gigantische aanbod wordt het steeds moeilijker om de uitschieters te ontdekken. Ergo: het hele genre wordt onbewust te makkelijk opzij geschoven. Een oplossing heeft ondergetekende echter ook niet voorhanden.
HET HIER EN NU
Wat eigenlijk een veel interessantere ontwikkeling is, is het feit dat nu ook de hardere, metalen regionen de ambient en de drone hebben ontdekt. Sinds een paar jaar bestookt vooral de wisselende gezelschappen rond gitarist Stephen O’Malley ons met steeds langer gerekte feedback klanken en steeds zachter wordende gitaamuren. In Khanate wordt dit principe nog gebruikt in uitermate trage en extreem naargeestige ‘songs’; in Sunn O))) echter wordt het songprincipe helemaal verlaten en blijven we achter met een zeer donkere vorm van ambient waarin gitaarklanken vaak niet meer als zodanig zijn herkennen. Lotus Eaters, nog een O’Malley uiting, laat tenslotte de metalen klanken compleet achterwege en richt zich helemaal op minimale en wederom inktzwarte drones. Een erg boeiende ontwikkeling die hopelijk veel navolging gaat krijgen.
Het meest opvallende aspect van 2004 is evenwel dat er dit jaar een onnoemelijke hoeveelheid aan prachtige platen is verschenen in de ambient en drone sector. Moeilijk te zeggen waar dat aan ligt – en dit dossier was ook al gepland voordat er een hele lading juweeltjes was uitgekomen – maar 2004 zou wel eens een schitterend startpunt kunnen zijn voor de beginnende liefhebber en evenzeer een jaar voor geweldige aanvullingen in al reeds gevulde platenkasten. Wat te denken van Autour de la Lune van Biosphere, Venice van Fennesz, Morals and Dogma van Deathprod, White2 van Sunn O))), het net verschenen Mirages van Tim Hecker, The Soul of the Rainbow and the Harmony of Light van Growing, Quiet City van Pan*American, cd 4 van Kesto (234.48:4) van Pan Sonic, en het onvolprezen The Disintegration Loops I-V van William Basinski? En dan vergeet ik er zeker een paar.
CONCLUSIE? WELKE CONCLUSIE?
Een eenduidige definitie van ambient? Ik heb hem niet gevonden. Kan er zelf ook geen formuleren. Ik kom niet verder dan me achter een zin te scharen als "Ambient music is a loosely defined musical genre that incorporates elements of a number of different styles - including jazz, electronica, new age, modern classical music and even noise. It is chiefly identifiable as having an overarching atmospheric context". Lekker vaag en multi-interpretabel.
En dat laatste is misschien wel de grootste kwaliteit van ambient: de interpretatie van de muziek is compleet afhankelijk van het referentiekader van de luisteraar. Natuurlijk geldt dat eigenlijk wel bij alle muziek, maar bij ambient - waarbij verwacht wordt dat je je voorstellingsvermogen aanspreekt om de geluiden te kunnen interpreteren - is juist dat van extra belang. Zo zal ik vaak zweverige en donkere geluiden interpreteren als zijnde soundtracks voor de ruimte, de sci-fi-freak die ik ben. Anderen horen misschien juist een surrealistische bespiegeling van compleet verlaten, bloedhete vlakten in een bijna-woestijn. Juist die kwaliteit maakt ambient eindeloos fascinerend. Ik zal mijn reis richting die verre oorden als ruimtenevels, planeten en melkwegstelsels - wellicht zelfs parallelle universums - dan ook nog lang blijven vervolgen. Wie gaat er mee?
Relevante links en bronvermelding:
» Definitie ambient noise
» John Cage - 4'33"
» Fact Index / Ambient
» Allmusic (gratis registratie vereist)
» Alvin Lucier
» Brian Eno
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=7437
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: