Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Je kent ze wel. Van die situaties dat een vriend of collega een hilarische anekdote probeert te reproduceren, maar verstrikt raakt in zijn verhaal, alle feiten door elkaar haalt, de clou van de grap lang niet zo grappig blijkt te zijn als-ie oorspronkelijk had geklonken, toehoorders plaatsvervangende schaamte voelen en de verteller uiteindelijk zegt: “Daar had je bij moeten zijn.” Dit is dus zo’n verhaal. Want het Melt-fesitval is echt onvoorstelbaar.
Baggeraars zijn het. Vijf roestige kolossale apparaten die het eiland Ferropolis in voormalig Oost-Duitsland hebben omgetoverd tot een locatie waarvan de mensen van Robodock zullen watertanden. Overdag staan ze een beetje glorieus te zijn. Reusachtig, maar buiten gebruik en eigenlijk compleet zinloos. Misschien is dat wel de essentie van de voormalige DDR. Alles is reusachtig imponerend, maar heeft totaal geen zin. En het werkt voor geen meter.
Op de warme dagen van Lowlands nemen festivalgangers uit pure noodzaak een duik in het verzonnen plasje, dat het festivalterrein van Walibi scheidt, in water te smerig om je behoefte in te doen. Het festivalterrein van Melt is omgeven door een meer, met helder en blauw stromend water. Nog nooit was je zo snel en makkelijk schoon op een festival.
Maar toch, die eenzame boom midden in het meer. Het doet zo Oost-Duits aan. Zelfs de natuur heeft hier geen hoge verwachtingen na decennia van roestige industrie. Er zijn heus wel bloemen, met witte en gele tinten, maar het is onkruid dat plichtmatig zijn kleuren laat zien.
In de avonduren wordt de betonnen arena met zijn grootse apparaten nieuw leven ingeblazen. De verroeste baggeraars zijn met licht en projecties omgetoverd tot machtige installaties. Her en der zijn grote discoballen bevestigd. Dan lijkt het ineens alsof er leven in zit. Alsof ze er toe doen.
Het besef volgt dat het communisme hier alleen nog bestaat in de verouderde omgeving. En dat door een vrije kijk op de dingen, het oude materieel een nieuwe functie kan hebben. Namelijk: feesten op een hoger niveau.
Want als je moegebeukt om een uurtje of zes je tent opzoekt en je ziet de zon opkomen vanachter het meer, die weerspiegelt in het water, dan voel je een onvoorstelbare rust op je neerkomen.
Het lijkt bijna ongelofelijk dat even daarvoor, tussen de reusachtige grijparmen, Tiefschwarz (zie foto) een set om je vingers bij af te likken weggeeft. Kenmerkend aan het duo is dat de zwaarmoedigheid van hun albums tijdens een live optreden in geen velden of wegen is te bekennen. Daardoor klinkt het nooit als Tiefschwarz, maar is het altijd feest.
Ondanks het massale karakter van het festivalterrein, is gekozen voor een ingetogen en minimale invulling van het terrein. In tegenstelling tot Lowlands, waar de vreetschuren worden aangeduid met eenduidige spandoeken (BEENHAM, SNACKS, DRINKS), zijn de Duitsers – hoe raar het ook klinkt – veel minder uniform in de keuze van hun catering. Een bij elkaar geraapt zootje in schattige kraampjes geven het terrein een pittoresk uiterlijk.
Daardoor krijgt Melt een intiem karakter en staat Michael Mayer tijdens de langste set van het weekend dan ook met een reusachtige grijns te zwaaien als hij afsluit met Gui Boratto’s ‘Beautiful Life’.
Via de videoschermen bij de stoemptent, ook wel aangeduid als Big Wheel Stage (waar pal achter een baggeraar een zandbak met speeltoestellen is neergezet) wordt Mayer bedankt voor bewezen diensten. Hij maakt plaats voor Digitalism, ook al twee artiesten die een thuiswedstrijd spelen.
Digitalism toont dat hun album Idealism met recht een van de beste dancealbums van het moment is. Toegevoegde waarde is hun interpretatie van ‘Da Funk’ en daarmee een respectvol eerbetoon aan hun inspiratiebron Daft Punk.
Enige kanttekening bij het live optreden van Digitalism kan liggen in het feit dat nagenoeg alle platen van Idealism knalplaten zijn. Die zijn afzonderlijk uitstekend om tijdens een dj-set de handjes in de lucht te krijgen, maar als je ze allemaal achter elkaar speelt, zit er te weinig verhaal en opbouw in de muziek.
Tiga is de afsluiter van de tweede en laatste dag van Melt en hij maakt de cirkel rond door op twee momenten ‘Tribulations’ van LCD Soundsystem door platen heen te mixen. LCD was er zelf niet, maar met Tiga en op het hoofdpodium Hot Chip zijn de DFA-adepten gedurende het hele weekend ruim vertegenwoordigd.
En zo hoort het natuurlijk ook op een festival waar het oude in een onvoorstelbare nieuwe vorm wordt gegoten.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=15755
Meer Melt Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/melt-festival
Deel dit artikel: