Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Vroeger vond Les Nuits Botanique nog plaats in de lente, nu is dat in de zomer. Dat is tenminste wat de thermometer doet geloven. Het is deze avond dan ook broeiend heet in de veranda’s van de Botanique.
Als eerste act op deze uitverkochte avond staat Nelson op het programma, een Franse groep die in Nederlandstalig België op weinig bekendheid kan rekenen. Onterecht, want de muziek van Nelson klinkt best leuk. In hun songs zijn een beetje Britpop en flarden van Clinic en Radiohead te horen. Hun synthesizergedreun doet wat aan new wave denken, maar bovenal brengen ze eerst zichzelf en later het publiek aan het dansen. Meer hoeft dat als eerste kennismaking echt niet te zijn.
Volgende band die mag aantreden, is Pink Mountaintops. Eerst declameert Derrick C. Brown, de huisdichter/-komiek van de Cold War Kids, citaten uit eigen werk met een streepje muzikale begeleiding. Het is een originele warmmaker voor het volgende optreden.
Pink Mountaintops heeft heel wat minder uitstraling dan hun Franse voorgangers. Een man en vrouw, gewapend met slechts een gitaar en een tamboerijn, kunnen het publiek maar matig bekoren. Pas wanneer Nathan Willet van Cold War Kids erbij komt en zijn elektrische gitaar bovenhaalt om de muziek wat kracht bij te zetten, komt het publiek in de stemming.
Het is een ‘veertig graden in de schaduw’-sfeertje dat ons eraan herinnert dat het goed fout zit met het klimaat, terwijl we een derde mojito achterover slaan. Anders gezegd: het is best wel te genieten. Dit aangename sfeertje wordt echter weer doorgeprikt wanneer Willet het podium verlaat. Zonder begeleiding brengt Pink Mountaintops maar flauw spul. Het is dan ook een verademing wanneer de hele bende van Cold War Kids tijdens het laatste nummer wordt opgetrommeld. Zo blazen ze toch nog de pannen van het dak.
Dichter Derrick Brown komt weer op voor een portie poëzie en het feest met Cold War Kids [foto] kan beginnen. Opener is ‘Rubidoux’ en vanaf de eerste noot is het publiek gegrepen door de besmettelijke energie van de muzikanten. ‘We Used to Vacation’ volgt al vroeg in de setlist. Ondanks de cynische toon van het nummer (“I promise to my wife and children/I’d never touch another drink as long as I live”) wordt de tekst met veel enthousiasme meegezongen door het gros van de toehoorders.
Al even melancholisch is ‘Dirt in the Ground’, een cover van grootmeester Tom Waits. Een letterlijk donker nummer is ‘Every Valley is Not a Lake’. De hele zaal van de Orangerie is gehuld in duisternis en wordt door de muzikanten op het podium slechts sporadisch verlicht met zaklantaarns. Tijdens de intro van het onuitgebrachte ‘Golden Gate Jumpers’ wijst Willet ons op het feit dat er heel wat zelfmoorden gebeuren vanaf de immense brug in California, maar dat er ook heel wat moois kan groeien. Zou hij hiermee dit liedje bedoelen?
Veel tijd om hierbij stil te staan is er niet, want meteen na deze tearjerker volgt de recentste hit ‘Hang Me Up to Dry’. Meteen weten we dat de set op zijn einde loopt. Toch volgt er nog een nummer voor het applaus voor een bisnummer mag beginnen.
Na de toegift is iedereen het erover eens: Cold War Kids brachten een zéér overtuigende set en ze bewijzen dat ze als hoofdact zeker hun mannetje kunnen staan. Dé hype van 2007 is deze keer echt terecht.
Foto van Cold War Kids uit het KindaMuzik archief, door Tim van Veen.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=15382
Meer Les Nuits Botanique op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/les-nuits-botanique
Deel dit artikel: