Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Yoshihide wordt in 1959 geboren in Yokohama, maar groeit op in Fukishima, ongeveer driehonderd kilometer van Tokyo. Zijn vader is ingenieur en de kleine Otomo begint al snel te te experimenteren met het ineenknutselen van radio�s. Als hij nog op de lagere school zit is hij al aan het werk met taperecorders en geluidscollages. Op de middelbare school speelt hij gitaar in het obligate schoolbandje, maar het duurt niet lang of hij is hopeloos verslaafd aan freejazz. Ornette Coleman, Eric Dolphy en Derek Bailey zijn helden, maar het zijn vooral Japanse jazzmusici zoals saxofonist Kaoru Abe (van wie hij enkele concerten bijwoont voor diens vroege heengaan) en noisepionier Masayuki Takayagnagi die hem voorgoed richting vrije muziek duwen.
Hard
In 1979 vertrekt hij dan naar de universiteit in Tokyo en daar breiden zijn interesses zich nog maar eens uit. Hij geraakt ge�nteresseerd in ethnomusicologie en vertrekt samen met zijn professor zelfs een tijdje naar China om ethnische muziek te gaan bestuderen. In hetzelfde jaar nog zet hij de stap naar live optredens. Daarbij bedient hij zich trouwens niet alleen van zijn gitaar maar hij zet ook radio�s en tapes in.
Vanaf 1987 begint het dan hard te gaan voor Yoshihide. Hij speelt als duo samen met Junji Hirose, speelt in de band No Problem, begeleidt de zanger Kan Mikami en is ook nog eens lid van ORT, de groep van pianist Kyoko Kuroda. In 1990 zit hij bij Player Piano en organiseert hij een tour door Japan met Hirose en percussionist David Moss. In dat jaar richt hij ook zijn eerste eigen groep op, Ground-0 (later Ground Zero), waar hij de volgende jaren steeds zal naar terugkeren.
Die groep doet zowat van alles. Ondoordringbare noise in de goede Japanse traditie (zie Masayuki Takayanagi, Hanatarash en Merzbow) wisselt af met wilde freejazz, smerige vrije rock in de stijl van Bill Laswell en John Zorn (op wiens label Tzadik hij trouwens meerdere platen uitheeft). Maar ook de cartoonsamples vliegen in het rond en stompende en bombastische industri�le klanken � la Laibach komen ook al in het plaatje voor. Alles kan en dat is zoals Yoshihide het het liefste wil.
Want naast zijn grote liefde, de vrije muziek, heeft hij ook nog eens goede banden met de filmwereld van Hongkong, China en Japan zelf, zodat hij ondertussen meer dan twintig soundtracks op zijn palmares heeft staan. Daarnaast is hij in Japan bekend als muziekschrijver en journalist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen als de distributieproblemen van de onafhankelijke artiest en de socio-culturele geschiedenis van het samplen en de vrije muziek. En tussen 1992 en 1995 heeft hij de muzikale regie van een theatergroep in handen. Volgt u nog? Mooi, want het gaat nog harder.
Harder
Naast Ground Zero zet Otomo nog meerdere, ondertussen weeral ter ziele gegane, bands op. Zo is er het Double Unit Orchestra (waarbij hij tegelijk twee groepen dirigeert), Celluloid Machine Gun (soundtrackachtig orkest waar hij zijn liefde voor Hong Kong-films in botviert) Mosquito Paper (waarmee hij stukken tekst uit een Chinese rioolblad op muziek zet) en The Sampling Virus Project. Dat laatste project, dat van 1992 tot 1998 liep, behoeft iets meer uitleg. Net zoals een virus zich verspreidt over netwerken en computers was het de bedoeling van het Sampling Virus Project om muziek te maken en die dan onder verschillende artiesten te verspreiden. Elke muzikant kon dan zijn eigen idee�n aan de muziek van de anderen toevoegen, zodat de oorspronkelijke werken werden �veroverd�, vermenigvuldigd en tenslotte getransformeerd tot nieuwe muziek, net zoals een virus dat doet. Het hele proces wordt in het wereldje ook wel �plunderphonics� genoemd, naar het veelvuldig plunderen van andermans muziek om je eigen muziek te maken.
Stilte... en jazz
Ground Zero doekt hij in 1999 op en dan is er weer een koerswijziging. En dan weet de lezer meteen waar die oorverdovende stilte van de titel vandaan komt. Want met zijn huidige projecten, I.S.O., en Filament, beide met sample-artieste Sachiko M is de rust volledig wedergekeerd in Yoshihide�s hoofd. In plaats van het wilde hyperdynamisme van zijn vorige projecten is er hier voornamelijk plaats voor minimalisme, microtonaliteit en texturen. Hier laat hij de gitaar ook achterwege en bedient de platendraaiers, waaruit hij minimale kraakjes, piepjes en pure sinusgolven tovert.
Het is overigens ook met deze opzet dat Yoshihide dit weekend naar Zaal Begi� in Hasselt komt. Hij brengt Sachiko M en haar lege sampler mee (daarmee wordt bedoeld dat ze de sampler als instrument gebruikt in plaats van er samples in te steken, hetgeen de ultraminimale muziek van de interne machinerie van de sampler zelf oplevert), de Duitse trompetimprovisator Alex D�rner (die een manier heeft gevonden om uit de verweerde groeven binnenin zijn trompet geluid te persen) en Martin Brandlmayer, een percussionist die zich zowel in post-rockkringen als bij improvisatiegrootheden als John Butcher en John Tilbury thuis voelt.
Overigens is het daarmee nog niet gedaan, want in 1999 richt hij Otomo Yoshihide�s New Jazz Quintet op. Met die groep speelt hij dan weer zowel �normale� jazzstandards als �Song for Che� en �Moon Shine� als ronduit vreemde jazzversies van �Strawberry Fields�. Wie hier een smaakje van wil kan best beginnen met het redelijk toegankelijke Tails Out uit 2003. En voor de echte jazzliefhebbers is er ook een volledige herneming van Eric Dolphy�s befaamde Out to Lunch. Benieuwd wat deze adhd�er de komende jaren nog voor ons in petto heeft.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=14770
Meer Otomo Yoshihide op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/otomo-yoshihide
Deel dit artikel: