Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het verhaal van The Louvin Brothers is een relaas van tegenstellingen. Zo zuiver en engelachtig als de broers hun vocalen brengen, zo troebel wordt op den duur de verstandhouding tussen Ira Louvin (1924 -1965) en Charlie Louvin (1927). De samenzang van de broers is duizelingwekkend knap, maar scholing hebben de arme boerenzonen nimmer genoten.
En dan is er de toewijding aan het geloof, verwoord in bloedstollende gospelsongs, terwijl Ira steeds meer in de greep raakt van duivelse verrukkingen. Resulterend in een alcoholverslaving, een voorkeur voor foute vrouwen, een bijna fataal schietincident en een tragisch auto-ongeluk. Ze zongen zelf: “It’s sweet to know that God is real... but Satan is real too.”
Zingende broers
Als countryster Roy Acuff eind jaren dertig met zijn dure limousine het dorp van Charlie en Ira aandoet, kijken de tieners hun ogen uit. Geld om Acuffs optreden in Henegar, Alabama bij te wonen hebben de broers niet. Die avond volgen zij met een paar honderd lieden buiten de poorten van het schoolgebouw waar Acuff speelt zijn concert via een radiootje. Dat zij zelf de muziek in zullen gaan, weten Charlie en Ira dan zeker. Thuis krijgen zij volop gospelmuziek te horen. Bovendien sporen hun ouders hen aan om een instrument te gaan spelen. Charlie leert gitaar en Ira pakt de mandoline op.
De virtuoze samenzang die Ira en Charlie vanaf begin jaren veertig in het openbaar ten gehore brengen komt niet uit de lucht vallen. De broers hebben leermeesters. Hun vader koopt graag platen en via diens collectie komen Ira en Charlie in contact met het werk van The Delmore Brothers en The Blue Sky Boys, beide acts rond twee broers die akelig perfect close harmonie zingen. The Louvins eren The Delmore Brothers later met een prachtige coverplaat, maar het zijn vooral The Blue Sky Boys die met hun diepreligieuze teksten, loepzuivere samenzang en minimale muzikale begeleiding invloed hebben op Ira en Charlie.
Kansen
Serieus wordt het in Memphis in 1943. Driemaal per dag zingen de Louvin Brothers in een show van radiozender WMPS. De balans en de afwisseling in hun samenzang is zo geperfectioneerd dat de broers elkaar net zo gemakkelijk bijvallen als dat zij de partij van de ander overnemen. Als het moet binnen één tekstregel.
Vooral Ira’s stem is bijzonder, zijn tenor blijkt een geweldig instrument om gevoelens van heimwee mee uit te drukken. Na Memphis komen er kansen om platen op te nemen voor grote maatschappijen als Capitol en MGM. Toch kunnen de broers maar nauwelijks leven van hun zangcarrière. Dat Charlie moet dienen in Korea doet hun loopbaan geen goed.
Het label Capitol tekent The Louvin Brothers als gospelartiesten, maar de werkelijke doorbraak volgt als Ira en Charlie oversteken naar de countrymuziek. De spanning die dit oplevert zal vooral Ira kwellen, die een met Jerry Lee Lewis vergelijkbare obsessie voor het goede en het kwade ontwikkelt. De successen volgen snel. ‘When I Stop Dreaming’, een nummer van eigen hand, wordt een klassieker en meer hits volgen. Live zingen de broers nog steeds gospel. “Our mother would have trashed us”, zegt Charlie later, “if we hadn’t done that.”
Ira versus Elvis
Meer succes, hits en geld drijven het conflict in Ira Louvin op de spits. Het ouderlijke huis is hij al vroeg ontvlucht, omdat zijn vader hem soms hardhandig de les leest. Hoe graag Ira het allemaal goed wil doen en hoe profaan en trots hij in het diepst van zijn ziel is, dat alles voorkomt niet dat hij zich aan de alcohol vergrijpt, onbetrouwbaar gedrag vertoont en zijn broer meermalen dreigt met The Louvin Brothers te stoppen. De opkomst van de rock-‘n-roll en de harde consequenties daarvan voor countryartiesten nekken Ira, die te horen krijgt dat hij zijn mandoline beter kan wegleggen, wil het nog iets worden in deze veranderende tijden.
Eén van Ira’s ernstigste uitbarstingen treft niemand minder dan Elvis Presley, de verpersoonlijking van de rock-‘n-roll. Als deze in 1956 de The Louvin Brothers op tournee neemt, houdt Ira maar niet op over ‘die klootzak zonder talent’, die hun muziek zou willen overnemen. Over de regeltjes van Colonel Parker, Presleys machtige manager, maakt Ira niet meer woorden vuil dan “fuck the Colonel”.
De bom barst als Ira Presley erop aan spreekt dat hij na optredens gospel zingt aan de piano, terwijl hij voor de massa louter ‘nigger trash’ vertolkt. “Daar doe ik wat de mensen willen horen en hier doe ik wat ik zelf wil doen”, antwoordt Presley, waarop Ira hem naar de strot vliegt in een poging de rocker te wurgen.
Einde van de Louvins
De zaak gaat snel bergafwaarts voor Ira en zijn stormachtige huwelijk met zijn derde vrouw Faye Cunningham eindigt in malaise. Hij dreigt haar keel dicht te knijpen met een telefoondraad. Zij bevrijdt zich en schiet een pistool van een klein kaliber op hem leeg. De plaatselijke krant tekent daarna uit Fayes mond op: “als die klootzak niet komt te overlijden, schiet ik hem nog een keer neer.” Maar Ira redt het en leeft nog enkele jaren door met vijf kogels in zijn lijf die niet verwijderd kunnen worden.
In 1963 zegt Charlie, moe van de misère die Ira overal aanricht, de samenwerking met zijn broer op. Na de breuk herstelt Ira zich. Hij laat de drank staan. Charlie en Ira beginnen solocarrières. Die van Ira duurt tot 1965, als een zwaar auto-ongeluk Charlies oudere broer definitief velt.
Nieuw publiek
Wanneer de rook van de rock-‘n-roll optrekt, vindt de muziek van The Louvin Brothers weer een weg naar een nieuw publiek en een nieuwe generatie zangers en songschrijvers. Gram Parsons brengt The Byrds tot ‘The Christian Life’ en neemt daarna solo en met Emmylou Harris songs van Ira en Charlie Louvin op. Harris neemt die rol van Parsons over en zingt zelf vele tracks van de Louvins.
Weer een generatie later is er het invloedrijke bandje Uncle Tupelo dat zich door de Louvins laat inspireren. Jeff Tweedy (Wilco, ex-Uncle Tupelo) is anno 2007 één van de hedendaagse artiesten die zijn schuld aan Charlie en The Louvin Brothers terugbetaald met een bijdrage aan Charlie Louvins nieuwe cd. Die plaat wordt een parade van duetten van de legende met bewonderaars als Tweedy, Eef Barzaley (Clem Snide), Kurt Wagner (Lambchop), George Jones en Will Oldham. Dat heeft iets van het beroemde liedje over een cirkel die ongebroken blijft.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=14690
Meer Charlie Louvin op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/charlie-louvin
Deel dit artikel: