Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Stichtend groepslid Aaron Dilloway zet voor Human Animal, de tweede cd van Wolf Eyes op Sub Pop, een stap opzij en neemt enkel een deel van de mix op zich. Mike Connelly van Hair Police voegt zich bij Nate Young en John Olson als fulltime groepslid. Waarschijnlijk is hierdoor het Wolf Eyes-universum een tikkeltje minder persoonlijk geworden. Vergelijk bijvoorbeeld pseudo-mythische songtitels als 'Lake of Roaches', 'Rationed Riot' en 'Leper War' met de meer naar persoonlijke ongemakken refererende 'Stabbed in the Face', 'Urine Burn' of 'Black Vomit' van hun vorige plaat.
De eerste drie tracks klinken ook redelijk teneergeslagen, zelfs bijna ingetogen. 'A Million Years' zet zich log in beweging: een onregelmatig en metalig percussiepatroon wordt aangevallen door een gierende sax en krassend gepiep. 'Lake of Roaches' is nerveuzer, met statisch gesis en resonerende geluiden. In 'Rationed Riot' heerst de donkere percussie: echoënd gegalm en gedonder begeleidt een spreekstem en neerwaarts buigende patronen.
Pas bij de titeltrack barst Wolf Eyes los met bijna breakbeat-achtig geratel en scherpe fluittonen, die onderbroken worden door de kenmerkende duivelsvocalen, ergens tussen een deathmetal grunt en een kotsende Gibby Haynes in. 'Rusted Mange' gaat voluit richting metalkadans. Snelle percussieve pulsen en geluiden die zwiepen als feedbackende gitaren begeleiden schadelijk uitzinnige vocals. De intro van het dreigende 'Leper War' lijkt op Black Sabbath op horse tranquilisers. Daar voegen ze overstuurde saxgeluiden aan toe, met een Fun House-waar-het-niet-leuk-toeven-is effect. Het nummer ontplooit zich tot een reusachtige en zwaar ademende brok pure apocalyps. Niet aan te raden voor hartpatiënten of priesters in een geloofscrisis.
De single 'The Driller' klinkt vervolgens bijna als een popsong. Weliswaar is het er één die is opgebouwd uit sonargeluiden, instortende gewelven en zeer slecht gehumeurde katten, maar het blijft een licht deuntje. Als de zang invalt, klinkt het helemaal als een vinylsingle van Tom Waits, afgespeeld op 33 toeren. De plaat sluit af met het toepasselijke 'Noise Not Music', een cover van het waarschijnlijk Japanse combo No Fucker. De versie van Wolf Eyes klinkt als een trashband die al spelende in een trash-compactor gekieperd wordt, en weigert om hulp te roepen.
Olson verklaarde een tijd geleden dat Wolf Eyes probeert om geluiden te produceren die zo verwarrend mogelijk zijn, zonder al te doelbewust naar intensiteit te streven. "Je moet daar nonchalant in zijn, door bijvoorbeeld een song in een blender te steken en daar wat stenen aan toe te voegen. En haren en… kots." Daar zijn ze met deze plaat weer wonderwel in geslaagd.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=13951
Meer Wolf Eyes op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/wolf-eyes
Deel dit artikel: