Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wie zijn ze?
In 1963 richt drummer James Newell Osterberg (1947) samen met twee vrienden het garage-bandje The Iguanas op. Ze nemen een demo op van ‘Again and Again’, de eerste Osterberg compositie. In ’65 loopt hij over naar de bluesier Prime Movers, die hem de bijnaam ‘Iguana’ geven; later afgekort tot ‘Iggy’.
Dan ontdekt Iggy bands als The Doors en the Velvet Underground en wil hij zanger worden in een smerige, sexueel geladen, confronterende en repetitief klinkende rockband. Met zijn oude schoolmaat gitarist Ron Asheton, diens drummende broer Scott en bassist David Alexander vormt hij The Psychedelic Stooges. Aanvankelijk experimenteren ze met olievaten, stofzuigers en andere ongewone klankbronnen; later grijpen ze terug naar het gebruikelijke instrumentarium.
Hun agressieve houding én sound wordt niet overal op evenveel enthousiasme onthaald. Als ze optreden op hippiefeestjes loopt de zaal meestal tijdens het eerste nummer leeg. Iggy Stooge vindt het geweldig om het publiek te confronteren. Hij duikt de zaal in, houdt verkleedpartijtjes, smeert zichzelf en iedereen rondom hem in met pindakaas en hij verwondt zichzelf nogal vaak, al dan niet opzettelijk. In 1968 worden ze opgemerkt door het hippe Elektra als ze het voorprogramma van The MC5 verzorgen.
Wat deden ze?
The afgekorte Stooges worden samen met producer John Cale – die net the Velvet Underground verlaten heeft – in een studio gestopt. Eigenlijk hebben ze maar vijf songs, die ze live uitspinnen tot hun optredens om wat voor reden dan ook aflopen. Elektra is niet tevreden en op één nacht tijd schrijven ze ‘Real Cool Time’, ‘Not Right’ en ‘Little Doll’. De legendarische debuutplaat The Stooges verschijnt in 1969.
De weinig gesofisticeerde geluiden die vanuit het vinyl opklinken vinden geen weerklank bij de peace & love-generatie. Ze zijn psychedelisch noch swingend en hun sound dendert maar door. ‘No Fun’ is negatief en adolescent. ‘I Wanna Be Your Dog’ is vulgair. ‘1969’ klinkt bijna verveeld. En waar slaat dat 10 minuten durende mantra van ‘We Will Fall’ in hemelsnaam op? Maar een meer opwindend debuut is moeilijk te vinden.
In ’70 duiken ze de studio in met Don Gallucci, orgelist bij The Kingsmen (zie ‘Louie Louie’). Ondertussen hebben alle Stooges de smaak van de recreatieve drugs te pakken en ze klinken vreemder dan ooit. Door de atonale klanken van saxofonist Steve MacKay bevindt een deel van Fun House (1970) zich in de ‘avant-noise’ sfeer, maar de pure kracht van songs als ‘Loose’, ‘T.V. Eye’ en ‘1970’ is onmiskenbaar. Het slepende ‘Dirt’ is de meest dreigende track. Dan volgen nog ‘Fun House’ en ‘L.A. Blues’, twee lillende brokken lawaai, beïnvloed door John Coltrane en Sun Ra.
The Stooges waren hun tijd ver vooruit, maar werden amper geappreciëerd. Elektra gooit hen buiten. Iggy Pop – want zo heet hij ondertussen - ontwikkelt een enorme heroïne-verslaving en Dave Alexander verlaat de band, om in 1975 stilletjes te overlijden aan een longontsteking.
Ron Asheton neemt de bas op zich en ene James Williamson wordt de nieuwe lead-gitarist. The Stooges liggen echter grotendeels stil; hun instrumenten zijn verkocht om aan drugs te geraken. Tot Pop in 1973 David Bowie ontmoet. Hij is een fan en zorgt er voor dat Iggy & The Stooges een platencontract krijgen bij Columbia. Zelf neemt hij de productie van hun derde lp op zich.
Raw Power (1973) klinkt te ruw voor Columbia en Bowie krijgt één dag om alles te remixen. Hierdoor klinkt de plaat wat dof en zijn de gitaren naar voren gemixt. De productie is omstreden, maar stampers als ‘Raw Power’ en ‘Search & Destroy’, de dreiging van ‘Gimme Danger’ of het ronduit gemene ‘Your Pretty Face Is Going to Hell’ zouden in eender wat voor situatie overeind blijven.
Ook Raw Power is een flop en The Stooges splitten. Hun mythische laatste concert komt in 1976 uit als Metallic K.O.. The Stooges treden op in Wayne, Michigan, als een lid van de Scorpions-motorbende Iggy met eieren bekogelt. Iggy confronteert hem en wordt neergeslagen.
De volgende dag daagt hij op de radio alle leden van de Scorpions uit om naar hun optreden in Michigan Palace, Detroit, te komen. Op de plaat hoor je de projectielen in het rond vliegen, maar Iggy gaat onverminderd door: “'You pricks can throw every goddamn thing in the world ... and your girlfriend will still love me”. Op het einde liggen er flessen urine, wieldoppen en zelfs een handgranaat op het podium; maar ook het lijk van The Stooges zelf.
Waarom waren ze zo goed?
Iggy’s basisidee om de geluiden van de Detroitse fabrieken door te laten klinken in rockmuziek is een meesterzet. De doffe kadans en dreunende repetitie in veel van hun songs, gekoppeld aan overstuurde gitaren en zijn oerschreeuw klinken meer dan 35 jaar later nog even opwindend, nihilistisch én levenslustig. Goed kunnen spelen was niet echt belangrijk; energie en overtuiging des te meer.
Ongeveer iedereen die iets primairs doet met luide gitaren en hopen attitude is schatplichtig aan hen. Punk, metal en grunge hebben alles van hen geleerd. Zelfs Kraftwerk zegt dat de industriële kadans van Detroit’s finest zeer belangrijk was in het ontstaan van hun elektronische sound.
Ongeveer elk beginnend groepje teistert papa’s garage met iets van The Stooges; maar ook een hoop groten der aarde hebben hun songs uitgevoerd. ‘No Fun’ werd de grafrede van de Sex Pistols. ‘Loose’ werd platgewalst door the Birthday Party. John Zorn zette met Yamatsuka Eye een magistraal ‘TV Eye ‘ neer. Sonic Youth draaide samen met Iggy ‘I Wanna Be Your Dog’ binnenstebuiten. Zelfs Guns N’ Roses voelde de behoefte om ‘Raw Power’ een kopje kleiner te maken.
Iggy Pop’s teksten zijn aanvankelijk kort en simpel, maar verwoorden de woede, frustratie en balorigheid van adolescenten en outsiders aller landen quasi perfect. Soms zijn ze spitsvondig, soms banaal, maar vaak zeer raak. Soms gaan ze ook gewoon over sex. Hij houdt het bij alledaagse scenario’s en voelt zich niet te goed om zichzelf te relativeren. Als hij zichzelf al eens verheerlijkt, zoals bijvoorbeeld in ‘Search & Destroy’, is het zo over de top, dat je wel moet lachen. “I'm a street walking cheetah with a heart full of napalm’, right.
Pop’s onbehouwen podiumgedrag beïnvloedde ook nogal wat mindere goden, die zijn zelfverminking en confrontatie soms tot het uiterste doordreven. Deze dagen is hij van de dope af en aan het trainen geslagen. Op het podium schept hij er onnoemelijk veel plezier in om zijn pezige lijf te showen, het in onmogelijke bochten te wringen, en uiteraard om zijn broek uit te doen. Z’n live-reputatie is altijd fenomenaal gebleven; zijn wilde shows zijn dan ook steevast volgestouwd met Stooges-klassiekers.
Wat gebeurde er toen?
Pop en Williamson nemen demo’s op, maar vinden niemand die geïnteresseerd is. Pop laat zich opnemen in een psychiatrische inrichting, terwijl Williamson terug gaat studeren. Hij wordt elektronisch ingenieur en werkt tot vandaag als computerexpert in Silicon Valley. De demo’s worden in 1977 uitgebracht als Kill City.
Na een paar jaar in de goot te liggen, wordt Iggy opnieuw onder Bowie’s hoede genomen. In 1977 brengen ze twee klassieke platen uit: de hoekige postpunk van The Idiot en het ruiger rockende Lust for Life, met het briljante ‘The Passenger’.
In 1977 komt New Order uit, van Ron Asheton’s gelijknamige band. De groepsnaam slaat op Asheton’s fascinatie voor het Derde Rijk. Ex-Stooges live orgelspeler Scotty Thurston doet ook mee, maar New Order is geen lang leven beschoren.
Ron Asheton speelt soms ook mee met de Detroitse noiserockers Destroy All Monsters. Als zangeres Niagara gitarist Cary Loren verlaat voor Asheton, valt de groep uit elkaar. In ’81 richt hij met ex-leden van Radio Birdman The New Race op, die het ook weer na één live-plaat opgeven. Pas midden jaren ’90 duikt Asheton hier en daar weer op: in Dark Carnival met Niagara en op de soundtrack van de film Velvet Goldmine.
Broer Scott Asheton speelt eind jaren ’70 in Sonic’s Rendezvous, met ex-MC5 lid Fred ‘Sonic’ Smith. Dan blijft het ook rond hem lang stil. Eind jaren ’90 duikt hij op in wat lokale bands en met Rock Action – naar de bijnaam die hij van Iggy kreeg.
In 1979 verschijnt de Iggy Pop lp New Values (1979), met Williamson terug op gitaar en Thurston op keyboards. Pop’s verdere solocarrière is nogal onevenwichtig; op een interessant album volgt steevast een minder werkstuk. Blah Blah Blah (1986) is een behoorlijk commerciëel succes, maar Bowie’s eigentijdse productie is ondertussen practisch onbeluisterbaar geworden. 1990 is een goed jaar voor Pop, met het album Brick By Brick en de hit ‘Candy’.
In 2002 gaan de Ashetons samen met bassist Mike Watt (ex-Minutemen) en gitarist J. Mascis (Dinosaur Jr) op tournee, met een Stooges revue. Het klinkt fantastisch – al soleert Mascis te uitbundig – maar Pop’s afwezigheid weegt zwaar. In 2003 spelen de Asheton’s mee op Pop’s middelmatige Skull Ring. Samen ondernemen ze een korte tournee, met Watt op bas, wat hen zo goed bevalt dat ze nog steeds bezig zijn.
In 2005 deden ze reeds de Lage Landen aan; een waanzinnig spektakel. Uiteraard is de dreiging die er vroeger in zat wat minder, maar de sonische barrage die ze veroorzaken is fenomenaal. Zelfs saxman MacKay is van de partij. En Iggy is in grootse vorm. Hij bespeelt het publiek meesterlijk en geen enkele monitor blijft onbepoteld. Gaat dat zien!
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=13505
Meer Iggy Pop op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/iggy-pop
Deel dit artikel: