Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Traditiegetrouw vind je op het North Sea Jazz Festival zalen en zaaltjes die zijn gewijd aan een thema. Soms zijn het platenlabels die een aantal artiesten presenteren, zoals dit jaar op de Universal/Verve Stage (Congo) en in de Madeira-zaal, die geheel gewijd is aan Marsalis Music, het label van saxofonist Branford Marsalis.
In de Missouri-zaal is er niet echt sprake van een thema, maar er staan vier actuele groepen geprogrammeerd die samen een heel aardig beeld geven van de stand van zaken in de jazz anno 2006. Trygve Seim is een veelbesproken Noorse bandleider, trompettist Eric Vloeimans kwam met een van zijn geroemde kleine bezettingen, drummer Manu Katché maakte vorig jaar een van de verrassendste jazzplaten van het jaar en The Bad Plus is een bekend voorbeeld van een 21e-eeuwse versie van het klassieke jazzpianotrio.
Wie zich onlangs liet overdonderen door Sangam, de Noorse bigband-cd van saxofonist Trygve Seim [foto rechts] op het kwaliteitslabel ECM, komt ruimschoots aan zijn trekken bij de concertante uitvoering van zijn composities. Net als op de cd straalt Supersilent-trompettist Arve Henriksen met zijn soms haast gezongen, soms fluitachtige solo in 'Beginning an Ending'.
Niet alleen komen de stukken van Sangam loepzuiver van het podium, ook is er werk te horen van de meer op Noorse volksmuziek geënte cd Different Rivers uit 2001, en nieuwe muziek met zangeres Tora Augestad.
Hoewel de Rotterdamse trompettist Eric Vloeimans [foto links] kleurrijker en trefzekerder speelt dan ooit, is er minstens zoveel ruimte voor zijn podiumgenoten pianist Harmen Fraanje en gitarist Anton Goudsmit, samen het Fugimundi-trio. Laatstgenoemde zit ongetwijfeld nog op de flow van zijn uitzinnige concert met The Itch (zie verslag van vrijdag), want ook bij Eric Vloeimans trekt hij de meeste en de langste solo’s naar zich toe.
Terwijl Goudsmit zich uitleeft in de meest onmogelijke funky snaarbuigingen, is goed hoorbaar hoe Fraanje het ritme in deze groep beheerst met zijn piano. Op het gebied van swing, polyritmiek, syncopes en andere percussieve vaardigheden is hij niet alleen de meest geavanceerde muzikant van het Fugimundi-trio, met net dertig (of hij moet het dit jaar worden) is hij ook zijn leeftijdgenoten ver vooruit.
Manu Katché [foto rechts] is verrassend bescheiden, zeker gezien het feit dat hij eerder speelde met Peter Gabriel en Sting. Nu deze tengere drummer de jazzkant op gaat, stelt hij zich op als een nieuweling die het succes als een verrassing over zich heen laat gaan. Dat is sympathiek; zijn frisse akoestische jazzmuziek rechtvaardigt echter zijn succes. Tijdens het North Sea Jazz Festival speelt hij muziek van de cd Neighbourhood, die vorig jaar opviel door de vederlicht klaterende bekkens van deze meesterslagwerker.
De band van Katché, samen Manu Katché Neighbourhood, is voor kenners van de Poolse jazzscene geen geheim. Eigenlijk is het het jonge kwartet (minus de drummer) van de legendarische trompettist Tomasz Stanko. Hij maakte met de ECM-cd Soul of Things een glorieuze comeback in Polen, en reist nu met Katché de wereld rond, samen met zijn jonge bassist Slawomir Kurkiewicz en pianist Marcin Wasilewski. De stukken van Katché die ze spelen zijn mooi in evenwicht: niet te zwaar, niet te licht. Een lange bassolo wordt in allerijl ingelast bij wijze van soundcheck vanwege een brom in een van de pianomicrofoons. Weinigen die het doorhebben, want de opbouw van de solo, met steeds iets meer drums, trompet, sax en uiteindelijk piano, is briljant en voldragen.
Hoewel Nederlandse jazzclubs dezer dagen zeer huiverig staan tegenover het boeken van ‘een jazzcombo zonder blazers’, is het traditionele pianotrio met slechts piano, contrabas en drums helemaal terug van weggeweest. Op vrijdag was Brad Mehldau al te horen met zijn trio, alsmede Jason Moran & The Bandwagon, en met een beetje goede wil is ook Uri Caines Bedrock Trio als pianojazz te kenschetsen, zij het zwaar versterkt en met invloeden uit de drum’n’bass.
The Bad Plus is momenteel een van de meest controversiële pianotrio’s, en op North Sea is duidelijk te horen waarom. Drummer David King is een voorbeeldige trio-slagwerker, met genoeg melodieuze invallen om tegemoet te komen aan alle gekke uitstapjes van contrabassist en pianist. Reid Anderson is alert genoeg om alle grillen van de linkerhand van de piano op te vangen met een stevige groove, en is een boeiend solist op de contrabas. Het probleem zit bij de pianist. Die kent een aantal licks die goed werken, maar hij improviseert niet echt. Zo blijft The Bad Plus hangen in drukdoenerij zonder inhoud en in de soms grappige keuze van coverversies van rocksongs. Een andere nieuwe triopianist, Robert Glasper, zal het op zondag beter doen, al heeft hij nog te kampen met enkele kinderziektes in zijn spel.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=13418
Meer North Sea Jazz op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/north-sea-jazz
Deel dit artikel: