Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Hoe ver wil je gaan – dat is een vraag die elke muziekliefhebber zich regelmatig zal stellen. De op-veilig-vaarders wat minder, de fanatiekelingen iets vaker. Zure appels doorbijten kan echter bijzonder verfrissend werken. In het geval van Whitehouse is de appel extreem zuur, de nasmaak bijzonder bitter en het gewicht waarmee het op de maag ligt bijna ondraaglijk. Toch wordt Whitehouse op handen gedragen en dat is niet alleen om masochistische redenen. Whitehouse is een band met visie, een eigen mening en ze varen al vijfentwintig jaar hun eigen koers. Onverzetbaar.
Now you fucking listen
Eind jaren zeventig kielhaalt punk zichzelf en punks megamascotte Johnny Rotten vindt zichzelf opnieuw uit door Public Image Ltd. op te starten. Postpunk bands schieten als paddestoelen uit de grond en de doe-het-zelf esthetiek tiert welig. De achttienjarige William Bennett beweegt zich als jonge gitarist langs de zijlijn totdat hij bij postpunkgroep Essential Logic wordt gehaald. Een droom gaat in vervulling, maar daarmee stopt het dromen niet. Op het podium met de band fantaseert hij vaak over het domineren van zijn publiek door het scheppen van een helse geluidslawine. In 1979 start hij The Come Organisation, een label waar hij in eerste instantie albums van zijn eerste eigen project, Come, lanceert. De focus wordt echter snel weer verlegd. The Come Organisation blijft bestaan maar geïnspireerd door de sadomasochistische Industrial van Throbbing Gristle en het minimalisme van Alvin Lucier richt Bennett halverwege 1980 Whitehouse op. Het doel is om toeschouwers als slaven neer te knuppelen – door middel van geluid dan, laat dat duidelijk zijn. De kenmerken zijn extreem hoge tonen, zoemende bassen en snerende maatschappij-kritische vocalen. Hij creëert daarmee meteen een eigen genre, Power Electronics genaamd, dat door artiesten als Merzbow in de jaren erna tot in radicale extremen zal worden uitgediept.
I’ll give you fucking honest
>
Samen met Paul Reuter achter de synthesizer, Peter McKay op effecten en Bennett als vocalist en op synthesizer ziet het Whitehouse debuut, Birthdeath Experience, in 1980 het licht, snel gevolgd door Total Sex. De albums lijnen de essentie van Whitehouse uit, maar pas met het verschijnen van Erector in 1981 vindt het Whitehouse-geluid zijn baanbrekende vorm. Vooral minimalistisch, maar het agressieve en onbehaaglijk gebruik van elektronica is tot op dat moment ongehoord. Bennetts vervormd gekrijs krast als nagels over een schoolbord, en de subtiele ondertoon van pulserende bassen neemt hypnotische vormen aan. Rond deze tijd bloeit ook de experimentele ondergrondse in Engeland op en ook Steven Stapleton (Nurse With Wound) mengt zich in het Whitehouse-wereldje door verschillende albumhoezen van expliciete ontwerpen te voorzien. Samen met Stapleton richt Bennett ook het project The 150 Murder Passions op, volledig geïnspireerd door de werken en gedachten van schrijver/filosoof Marquis de Sade en, een thema dat nog vaker terug zal komen, seriemoordenaars. Bennetts morbide fascinatie voor massamoorden en seriemoordenaars uit zich met de albums Dedicated to Peter Kurten (1981), opgedragen aan de zieke geest van de Vampier van Düsseldorf, seriemoordenaar Peter Kurten, en Right to Kill, dat in het teken staat van de Engelse seriemoordenaar Dennis Andrew Nilsen. De furieuze, elektronische bliksem snijdt door merg en been, de afweging marteling (doorluisteren) / verlossing (op stop drukken) wordt steeds lastiger en met deze albums, met name Dedicated to Peter Kurten, verlegt Whitehouse de eigen grens weer een stuk verder.
A cunt like you
Rond 1982 besluit Bennett dat het tijd is voor liveshows, en een wisselende bezetting passeert de revue. Onder anderen Steven Stapleton, Kevin Tomkins (Sutcliffe Jugend), David Tibet (Current 93), Jordi Valls (Vagina Dentata), John Murphy (later Shriekback, The Associates) en een piepjonge Philip Best (Best is veertien jaar oud als hij zich bij Whitehouse voegt) geven act de presence tijdens verschillende Whitehouse-optredens. Ook Marquis De Sade-adept en schrijver Peter Sotos maakt zijn opwachting in de Whitehouserangen en ontpopt zich op het podium als een provocateur extraordinaire. Een typische Whitehouse-show bestaat uit een over het podium paraderende Bennett, microfoon los in zijn hand, als een Gilles de la Tourette-patient regelmatig agressief uithalend. De muzikale achtergrond, meer een muur elektronisch graniet, blaast alle stofdeeltjes die in de lucht hangen aan de kant en penetreert je oren, diep. Synthesizers op overstuur, wild razend, schel en ondraaglijk. En dat is nog maar wat er op het podium gebeurt. In de zaal staat een verwachtingsvolle menigte, die onder invloed van de sonische kwaliteit van Whitehouse’s muziek óf tegen de vier muren gedrukt wordt, óf zich ontdoet van het juk en helemaal losgaat. Bierglazen worden kapot geslagen of vliegen naar het podium, artiesten worden van het podium getrokken – De Sade’s ultieme vernietiging van moraal is nooit ver weg. Regels doen er niet meer toe. Het duurt niet al te lang of podia besluiten Whitehouse massaal te verbannen.
Op Whitehouse’s site is het volgende verslag te lezen van een optreden in Newcastle, 1983. “Halverwege de set beledigt William Bennett een meisje in het publiek en slaat haar vervolgens op een belerende manier in haar gezicht. Het meisje wordt hysterisch en valt Bennett aan, ze raakt hem in zijn oog. David Tibet en een Whitehouse-roadie houden haar tegen en sleuren het meisje naar de uitgang. De rest van het publiek besluit de zaal in solidariteit met het meisje ook te verlaten. Whitehouse speelt door voor slechts één overgebleven toeschouwer.” Het is bij lange na geen doorsnee optreden maar het geeft de controverse behoorlijk goed weer.
Can I suggest you get fucked
De jaren negentig doen hun intrede en Bennett doekt The Come Organisation op om een nieuw label, Susan Lawley, op te zetten. Thank Your Lucky Stars (1990) is de eerste release op het nieuwe label en verlegt maar weer eens de grens van alle extreme muziek die in die tijd het daglicht ziet. Een nachtmerrie vol geladen feedback en obscene teksten. Op Mummy and Daddy verruilen ze de stoffige analoge apparatuur voor de verfijnde digitale technieken, wat de groep een nog adequatere set martelgereedschappen in handen geeft. Het album is een nieuw supersonisch hoogtepunt in de elektronicawereld, maar ook daarbuiten; nog steeds is Whitehouse’s frontale aanval ongeëvenaard. Met Cruise wordt die positie gesterkt maar het is vooral het in 2003 verschenen Bird Seed waarmee Whitehouse zijn bestaansrecht in de nieuwe eeuw mee bezegeld. Peter Sotos heeft inmiddels de band verlaten (en draagt hier alleen bij aan de titeltrack, ‘Birdseed’) en Whitehouse is voor het eerst een duo bestaande uit alleen William Bennett en Philip Best.
De razende machinegeweerritmes van opener ‘Why You Never Became a Dancer’ en de verwrongen elektronische wervelwind die ‘Wriggle Like a Fucking Eel’ is behoren tot de absolute Whitehouse-klassiekers. Verkrachtingsscenes, zelfkastijding en andere sociaal gevoelige thema’s worden door Bennett en Best gedetailleerder dan ooit voorgedragen (lees: snerend uitgekotst). Whitehouse staat niet alleen voor een fysieke belevenis, de mentale ervaring is door de controversieële teksten net zo intens.
I’m getting fucking sick of this
Nu, drie jaar later, is er Asceticists, Whitehouse’s zeventiende album inmiddels. Zoals de gehele Whitehouse-discografie een logische voortzetting van zichzelf is, is ook dit album weer direct terug te herleiden naar Bird Seed en op sommige punten zelfs een stap vooruit. De ritmiek is sinds Birthdeath Experience steeds dynamischer geworden en al op Birdseed is Bennetts fascinatie voor Afrikaanse ritmes duidelijk te merken. Asceticists staat bol van de complexe drumpatronen die onder de eindeloze golven feedback manisch heen en weer stuiteren. Fascinerend, maar ook uitputtend in het kwadraat en dan heb je je waarschijnlijk nog niet eens op de teksten geconcentreerd. De Whitehouse totaalervaring vereist een degelijke warming up en niet iedereen heeft zoveel incasseringsvermogen.
Whitehouse zal daarom altijd een groep blijven die een net zo groot kamp liefhebbers als ‘gedverdemme nee’- zeggers hebben. De liefhebbers kunnen hun hart in ieder geval ophalen, want begin mei doen Bennett en Best Nederland aan voor drie optredens. Besluit je om te gaan bedenk je dan wat William Bennett ooit zei: “I'm coming up your ass and you won't like it”. Pak alvast een doekje en wat oordopjes in. Een ervaring als deze vergeet je niet snel meer.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/whitehouse/whitehouse-nachtmerries-zijn-werkelijkheid/12696/
Meer Whitehouse op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/whitehouse
Deel dit artikel: