Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dit jaar bestaat VERA 104 jaar. Het werd opgericht in 1899 als gereformeerde studentenvereniging. De vereniging zat verspreid over meerdere lokaties in Groningen, maar in 1956 werd het pand aan de Oosterstraat gekocht, waarna de vereniging zich meer en meer ging concentreren rond deze lokatie. De openheidsgedachte van de zestiger jaren raakte echter in zwang. Dat leidde tot het besluit in 1970 om een open jongerencentrum te worden.
"VERA staat voor Veri et Erecti Amici, wat zoiets als 'ware en oprechte vrienden' betekent," vertelt Peter Weening even routineus als hij zijn shagjes draait. Hij is reeds 23 jaar programmeur van de Grote Zaal en daarmee het geschiedenisorakel van de club. Hij zit voor de computer in zijn lange smalle kantoor, waarvan de muren rijkelijk met foto's en knipsels beplakt zijn. "Toen kreeg je een typisch jaren '70 jongerencentrum met veel politieke activiteiten, theater en concerten. De swingavond is al zo oud, evenals de VERA-krant en VERA-zienema. Dat was het hele scala aan activiteiten. Je kan aan de muziekprogrammering in de jaren '70 zien dat het vrij student-georiënteerd was. Het was veel blues en jazz.
In 1985 of 1986 kregen we een gigantische ruzie. Het ging financieel niet zo goed, hoewel de culturele kant wel heel goed liep. De andere kant van VERA was de huisdealerij. In de zeventiger jaren werd er in jongerencentra hashverkoop getolereerd. Wij waren voor heel Groningen en Noord-Drenthe het enige verkooppunt. Toen had je overleg met politie en justitie enzo. De Kemenade hierboven, die vernoemd is naar het vrouwenvertrek dat het was tijdens de studentenvereniging, was een dagcafé dat veranderde in een grote markt. Mensen zaten daar aan een tafeltje met een wegertje, een mes en een hakblok met een groot stuk stuff. Het werd daar zo'n chaos op een gegeven moment, dat we een huisdealer ingesteld hebben. Maar dat werd uiteindelijk een gigantische fabriek. Overdag zaten allemaal mensen te snijden en te wegen, die kregen daar een stukje stuff of een zakje wiet voor. Mensen zaten daar naast hun gewone VERA-werk ook nog stoned. Je verkocht daar 10.000 gulden per dag aan hash. Er werd een stichting voor opgericht natuurlijk en mensen kwamen betaald in dienst. Dat werd een miljoenenbusiness. Ik was toentertijd penningmeester en kreeg op een gegeven moment een belastingaanslag van 1.046.000 gulden. Dat was een fikse aanslag op de club. Het was een laat-maar-waaien-mentaliteit versus mijn kant van 'als we naar de kloten gaan, dan gaat het mooie concertbeleid ook naar de kloten, staan we op straat en is er geen VERA meer'. Heftig, heftig, heftig. Toen is er een ledenvergadering geweest. Mijn kamp won met een overgrote meerderheid. Binnen een half jaar zijn we met de huisdealerij gestopt. Heel veel mensen zijn weggegaan."
Ondertussen ging de overheersende muzieksoort bij de concerten van blues en jazz naar reggae en uiteindelijk naar progressieve popmuziek. In de jaren '80 nam de new wave een prominente plaats in met concerten van Joy Division, Gang of Four, Simple Minds en Human League. "We willen een onafhankelijk centrum zijn," legt Weening uit, "wat we makkelijk kunnen zijn omdat we ons eigen gebouw hebben. We willen bezig zijn met popcultuur in een brede maar overzichtelijke zin. We gaan ons niet te buiten aan een overdreven aantal activiteiten. Je kan beter opereren als een sterke cel dan als een groot log lichaam. Dus houden we ons bezig met concerten in de grote zaal en in de kelderbar, met film en het uitbrengen van een eigen krant. Ook hebben we een prominente plek voor ontwerpers. Er is net een tentoonstelling in Appingedam geopend met die posters. En dat is absoluut niet de eerste. De afgelopen jaren zijn er al drie exposities geweest. Samen zijn dat de speerpunten."
Ook algemeen coördinator Robert Bangma heeft het over het belang van eenvormigheid: "Bij andere podia zou ik minder graag willen werken. Ze hebben namelijk geen gezicht. Ze hebben een schouwburgmentaliteit. Die viert hoogtij op dit moment in het clubcircuit. Met schouwburgmentaliteit bedoel ik dat ze alles programmeren wat los en vast zit. Alles wat maar onder de noemer van cultuur valt. Daarmee verlies je je identiteit, die heel belangrijk is. Ook voor je financiële huishouding. In 1992 was VERA nog een jongerencentrum, maar we zijn steeds meer een club geworden, zoals je die ook in Amerika hebt. Er moet altijd wat te doen zijn. Downstage (de kelderbar - JT) is er altijd. Daar kunnen mensen altijd binnen komen. Dat is het specifieke aan het clubzijn. We zijn geen poppodium." Voor de medewerkers is een sterke herkenbaarheid ook van belang volgens Weening: "Het is belangrijk dat een club een identiteit heeft, omdat de medewerkers zich ermee identificeren. Ze werken dan harder. Als je elke dag wat anders doet, denken ze: 'Waar doe ik het eigenlijk voor?' Of ze komen op één dag; dat is dan hun dag." Weening heeft het hier specifiek over de 176 vrijwilligers waarop VERA drijft. Deze onbetaalde medewerkers zijn verspreid over de groepen garderobe, horeca, kassa, geluid, fotogafie en ontwerp van de posters en de VERA-krant en het schrijven voor de krant. Alles wat maar vrijwillig gedaan kan worden, wordt op die manier opgelost. Buiten deze grote groep zijn er nog achttien betaalde medewerkers, waaronder zeven met een id-baan. "Het is de afgelopen jaren zo dat iedereen een baan heeft. Wij waren een vrijwilligersorganisatie waarvan 30 tot 40% werkloos was. Nu zijn we een organisatie waarvan hooguit 5% werkloos is. Dat merken we in de beschikbaarheid van de mensen. Nu moeten we alles veel beter regelen van te voren. We moeten meer vooruit gaan werken. Dat vrijwillgers betaald worden is niet mogelijk en niet nodig. Die id-banen kunnen we wel missen als kiespijn, omdat ze op de schop gaan. Die mensen hebben bij ons een kernfunctie gekregen in de continuïteit van verschillende activiteiten en groepen. Als je dat weghaalt, wordt het voor ons erg lastig. Nu worden het reïntegratiebanen die nog meer gespitst zijn op het terugkeren in de arbeidsmarkt. De maatregelen zijn verscherpt: we moeten mensen met id-banen opleidingen aanbieden en er is bovendien een limiet gesteld. Maximaal twee jaar mag je zo iemand in en functie houden. Daar schuilt het gevaar in, want dat gaat gewoon niet lukken. Ik denk ook niet dat er na twee jaar banen voor die mensen voor het oprapen liggen. Maar goed, je weet het nooit. Het is een onzekere factor dat die continuïteit er uit gehaald wordt."
Alle medewerkers zijn lid van VERA en betalen hun contributie door middel van arbeid. "Vanuit onze historie zijn we altijd een vereniging gebleven," zegt Bangma. "Daar zit geen ideaal achter. Er is niks mis mee om een stichting te zijn. Dat is wel wat meer van deze tijd. Maar we hebben nooit een reden gehad om het te veranderen. Als die reden er komt zullen we het wel doen. Het belangrijkste verschil is dat we nu onze jaarrekening moeten voorleggen aan de Algemene Leden Vergadering. Dat is wel de keerzijde. Het is nooit een item geweest. Je hebt echter een groep specialisten die dag in dag uit bezig zijn en het beleid ontwikkelen, en je hebt iemand die een half jaar hier tapt. Die krijgt dan een beleidsvoorstel voor zijn neus en weet eigenlijk niet waar het om gaat. Dan mag je je afvragen of dat nog wel zin heeft om het op die manier te doen.
We willen nadrukkelijk met vrijwilligers blijven werken. Dat zorgt ervoor dat we het financieel gezond kunnen houden. Grote podia buiten Amsterdam en Den Haag die helemaal professioneel willen gaan werken, hebben veel hogere productiekosten wanneer ze hun deuren openen. Wij kunnen low budget een concert houden. Het is misschien een gedateerde, maar wel een springlevende gedachte. Het is makkelijker naar een bandje te gaan als het vier euro kost in plaats van acht euro. Door die lagere productiekosten kunen we ook langer meebieden, waardoor we in staat zijn aantrekkelijke bands hier neer te zetten. Dat is wel nodig. Er vindt schaalvergroting plaats. Bands deden vroeger zes of zeven optredens per tournee in Nederland. Nu blijft het echter bij twee of drie. Als de bands minder optreden is het gage er ook naar. Als een undergroundband gehyped wordt, en even op de radio komt, dan is het te laat. Daar moeten we vóór blijven. Maar dat is meer Peters pakkie-an. Voor ze bekend worden, moet hij ze ontdekt hebben. Maar pop- en gitaarrockbands spelen hier liever dan in Hedon in Zwolle."
Waarom is dat laatste het geval? Peter Weening: 'We nemen ze serieus. Als je ergens als vreemde binnenkomt, is het leuk dat je goed ontvangen wordt. Je moet niet te hard zeggen, dat ze dat bij andere podia ook doen. Je wordt toch vaak behandeld als nummer. Als een podium een grote mate van professionaliteit heeft doorgezet, dan kom je ergens aan en dan is er iemand voor. En ja, die is ook ergens anders voor. Niet specifiek voor jou. Hier hebben we veel onbetaalde medewerkers, die hier rondhangen en hun diensten aanbieden. De mensen van het licht kloppen bij ze aan. De mensen van het geluid kloppen bij ze aan. Ze gaan hun spullen sjouwen. Er is iemand voor de hosting, ook omdat de bands hier slapen. Ze krijgen met heel veel VERA-mensen te maken, die allemaal geïnteresseerd zijn. Dat is altijd zo een beetje geweest hier. En dan komen de bands hier boven en dan zien ze de met foto's volgehangen muren van de Kemenade en denken ze 'wat heeft hier ongelooflijk veel gespeeld'. Dan zijn ze wel onder de indruk. Bovendien spelen ze meestal wel voor een fatsoenlijk aantal publiek. En ze zien gewoon dat wat zij doen hier leeft. Je komt dus niet in een koud zwembad ofzo. Heel veel clubs zien er ook gewoon niet uit in mijn ogen. Die clubs zien er uit als een bejaardensoos. Hier is het een levende club, een organisch gebeuren. Natuurlijk zijn ze ergens anders ook wel lief en aardig. Maar... wij kijken niet op een biertje en het eten is altijd goed. De behandeling is goed. Als je dat maar consequent volhoudt."
De bands spelen echter niet alleen in de Grote Zaal, die in 1997 een doos-in-doos-constructie heeft gekregen, maar ook in de kleine kelderbar met een capaciteit van hoogstens honderd mensen. "We hebben wel eens honderveertig geteld. Dan stonden ze tot ver op de trap. Maar dan kan je je niet meer bewegen," vertelt downstage-programmeur Arnoud Heijkens. De "downstageshow" is elke zaterdagavond voorafgaand aan het swingfeest. "De kelderbar is er om jonge bands een kans te geven. Niet elke band is daar geschikt voor. Ze moeten VERA-proof zijn, zoals ik het noem. Daarin zit de factor X. Het is de taak van de programmeur om de VERA-smoel erin te zien. Per zaterdag willen er wel drie bands spelen. Dan hebben we drie keer te veel demo's gekregen om te plaatsen. Het merendeel van de demo's is ook niet geschikt. Meestal vraag ik aan groepen die in de kelderbar gespeeld hebben of zij nog bandjes kennen. Zo zijn er ook veel acts uit Rotterdam gekomen, waar veel goede bands zijn. Er komen hardcore- en punkbands. Daar zet je snel dubbels van neer. Verder komt alle undergroundmuziek. Alternatieve pop en punk, noise. Zelfs hiphop, al is dat zeldzaam. De doorsnee undergroundstromingen. Emocore is de laatste tijd populair." Heikens ziet de kelderbar als een springplank voor de bands naar de grote zaal. "Bands mogen in de kelderbar niet vaker dan drie keer spelen. Dan moeten ze de sprong naar de zaal wel gemaakt hebben. De laatste tijd, sinds anderhalf jaar, spelen er steeds meer bands uit de kelderbar in de grote zaal. Maar Peter is geen vaste bezoeker van de kelderbar en weet niet wat daar speelt."
Het enige "smetje" op het succesverhaal van VERA is de moeilijkheid met de id-banen. Verder zit Peter Weening vol zelfvertrouwen. "We zijn vrij populair bij de bands, want die hebben altijd een goeie tijd hier. Ze willen ook altijd wel terugkomen. En als een band hier nog nooit is geweest, heeft iemand anders ze wel verteld dat ze hier moeten spelen. We beschikken over een uitermate grote hoop goodwill, dus dan hoef je je vaak niet zo druk te maken." De positieve uitstraling zorgt zelfs voor een verkeerd bijgesteld beeld van VERA: "Onze capaciteit is niet zo groot. Mensen denken dat VERA groter is dan het werkelijk is. We hebben een zaal met een capaciteit van vier à vijfhonderd mensen. Daar kan je dus maar beperkt geld mee verdienen. We zitten eigenlijk altijd tussen het servet en het tafellaken. We zijn net te klein om groot te zijn, en we lijken groter dan we werkelijk zijn."
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/vera/vera-we-beschikken-over-een-uitermate-grote-hoop-goodwill/4672/
Meer Vera op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/vera
Deel dit artikel: