Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
The Best of Van Morrison – Volume 3 is net uit. Twee schijven, 31 nummers. De uitgave staat vol met Vans laatste werk en dan met name live-uitvoeringen van nummers uit de laatste twee decennia van zijn carrière. De Ierse singer-songwriter is berucht om zijn haat tegenover de pers. Even zo bekend is zijn sympathie voor collega-muzikanten. Niet verwonderlijk dus dat op de dubbelaar heel wat bekende namen voorbij komen voor een duetje met Van the Man.
Tom Jones, B.B.King, John Lee Hooker en Ray Charles zijn enkele van deze namen. Ook Candy Dulfer speelt een stukje sax mee, op ‘Lonely Avenue’ en ‘4 o’ Clock in the Morning’. Ondanks deze indrukwekkende versterkingen mag het allemaal niet baten: deze derde verzamelaar staat vol met materiaal dat niet tot het beste van de zanger gerekend kan worden.
Astral Weeks
Volgens de critici moeten we voor dat materiaal terug naar het begin. Toen Van Morrison in 1964 als frontman van zijn band Them de hit ‘Gloria’ schreef. Het is al snel met deze groep gebeurd als de leden woorden krijgen over de inkomsten met producer Phil Solomon. Van Morrison gaat solo verder en maakt het tegenvallende Blowin’ Your Mind!. Het zal zijn tweede soloplaat, Astral Weeks, worden waarmee hij pas echt fan en criticus omverblaast.
Van Morrison maakt Astral Weeks in 1968, als zijn carrière in het slop zit, platenmaatschappij Warner Bros. een wurgcontract met hem gesloten heeft en hij letterlijk aan het uithongeren is. Het publiek heeft er geen oren naar, maar de critici bestempelen de plaat als een unicum, een cultklassieker, een ondefinieerbare, impressionistische mix van muziekstijlen. Het album bevat bezwerende, meditatieve en meeslepende nummers als ‘Sweet Thing’, ‘Madame George’ en ‘Cyprus Avenue’ en blijft tot vandaag de dag hoog in de top honderds aller tijden staan.
Hoe anders is het daaropvolgende Moondance. Van Morrison laat alle kwetsbaarheid achter zich en maakt een opgewekte combinatie van countryrock, R&B en jazz. Daarnaast kent het album tedere liefdesliedjes als ‘Crazy Love’ en ‘Moondance’. Minder swingend en meer ontspannen is de vierde plaat His Band and the Street Choir. Minder interessant is deze plaat, met de hit ‘Domino’ erop, spijtig genoeg ook.
Het country-geörienteerde Tupelo Honey uit 1971 wordt Van Morrisons tweede klassieker, waarmee hij popgeschiedenis schrijft. Het nummer ‘Tupelo Honey’ roept een westerngevoel bij de luisteraar op. Bob Dylan merkt op dat het nummer altijd al in de kosmos gehangen heeft en dat Van Morrison enkel en alleen het aardse vehikel achter het nummer is. Het gehele album ademt een wonderlijke, aardse vreedzaamheid uit. ‘Wild Night’ blijft tot op heden één van Van Morrisons favoriete live-nummers.
Veedon Fleece
Hoewel de critici er met Astral Weeks en Tupelo Honey denken te zijn, heeft Van Morrison na 1971 toch echt nog wel enkele gedenkwaardige platen gemaakt. Op Veedon Fleece uit 1974 zijn de wortels van de Ier terug te horen. Hij verlaat tijdelijk zijn toegeschreven genres, soul en R&B, en dompelt de luisteraar onder in Keltische, mystieke pracht. Daarbij bewijst hij als nooit tevoren zijn talent als tekstschrijver, met name in het nummer ‘You Don’t Pull No Punches, but You Don’t Push the River’. Deze compositie begint als een liefdesliedje dat het leven van een jong meisje verheerlijkt, gaat over in een reis langs de West-Ierse kust om te eindigen in een zoektocht naar een mythisch object met de naam ‘Veedon Fleece’.
Into the Music
Op A Period of Transition uit 1977 staan enkele grote composities die Van Morrison in samenwerking met Dr.John maakt. De opvolger van twee jaar later, Into the Music, is nog sterker: hierop klinkt de stem van Van the Man zwaarder en bronstiger dan ooit. Het album is een verheerlijking van het leven en de liefde, dat afsluit met een krachtig quatro: ‘Angeliou’, ‘When the Healing Has Begun’ en ‘It’s All in the Game/ You Know What They’re Writing About’. De plaat bevat een spannende mix van erotiek en religie en deze laatste vier nummers bouwen climax op climax. Ze zijn even bezwerend als de nummers op Van Morrisons eerste meesterwerk Astral Weeks.
De dikke veertig jaar vakmanschap levert vier klassiekers op: Astral Weeks, Tupelo Honey, Veedon Fleece en Into the Music. Hoewel Van Morrison allevier deze platen in de eerste twee decennia van zijn carrière maakt, mogen de jaren tachtig en negentig niet klakkeloos overgeslagen worden. Op het poëtische No Guru, No Method, No Teacher uit 1986 verwijst de muzikant op knappe wijze naar zijn vroegste werk in nummers als ‘In the Garden’ en ‘Got to Go Back’.
De derde ‘Best of’ beslaat de periode 1993 tot heden. Deze periode wordt gekenmerkt door met name weinig interessante samenwerkingen met andere artiesten. Met het bluesy What’s Wrong with This Picture? uit 2003 en de unieke, teruggekeerde Van the Man-muziekstijlenmix op Magic Time van twee jaar terug bewijst Van Morrison echter nog altijd te staan voor sterke liedjes. Van Morrison heeft de bezwering en bevlogenheid van zijn vroege jaren niet meer, maar evenmin zal hij ooit op de automatische piloot musiceren.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/van-morrison/van-morrison-bezwerend-en-bevlogen/15844/
Meer Van Morrison op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/van-morrison
Deel dit artikel: