Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Toch blijft de vraag: hoe kan het dat we met hem kunnen praten? Opvallend genoeg is het Johnson zelf die daarover begint. "Wat een verrassing, vind je niet?" opent hij het gesprek. "Dat je zomaar met een dode praat..." Hij verkneukelt zich bij het vooruitzicht om opheldering te verschaffen. Op het eerste gezicht ziet Johnson er niet anders uit dan de man die bekend is van de twee foto's die van hem zijn gemaakt. Het is een kleine, jeugdig ogende man met kort haar en een smal gezicht. Hij draagt een grijs pak en rookt als een ketter. "Weet je hoe het zit," zegt hij, nog steeds grijnzend, "Ik heb ooit eens een deal gesloten. Een keurige heer heeft me ooit eens aangeboden om me echt goed gitaar te leren spelen..."
Deal
Johnson groeit op op een plantage in Mississippi. "Ik was gek op muziek, als klein kind al. Ik had een mondharmonica en daar kon ik wel aardig mee uit de voeten." Als jonge jongen bezoekt hij de juke joints, waar Son House en Willie Brown de blues spelen. In de pauzes probeert hij zijn liedjes te spelen; eerst met zijn mondharmonica en later met de gitaar, het instrument dat hij het liefst wil bespelen. "Maar ik was natuurlijk niet goed genoeg", vertelt Johnson. "Son House zei dat ik mensen gek maakte met m'n gepriegel en dat ik er niks van kon."
Hij aarzelt een moment, steekt een sigaret op en zegt: "Op een avond stapte er een heer op me af. Hij had me zien spelen en zei dat hij me kon helpen om écht goed te worden. Hij wilde er iets voor terug, iets dierbaars, maar ik stemde toch toe. Hij nam me mee naar buiten, stemde mijn gitaar en dat was het. De rest van het verhaal, dat met dat kruispunt, heb ik zelf bedacht." Hij grijnst. "Het staat toch mooier om je ziel op een donker kruispunt te verkopen dan voor de deur van een bar met een paar glazen whisky achter je kiezen."
De blues en de drank
Met zijn nieuw verworven gitaartechniek begint hij als een bezetene te spelen. Johnson stort zich volledig op de muziek en trekt kriskras door de delta's om op te treden. "De eerste keer dat Son House me weer hoorde spelen, viel hij om van verbazing. Die ouwe dronkelap wist niet wat hij hoorde." Johnson maakt naam als een van de beste muzikanten in de regio en hij geniet er met volle teugen van. Ook de bijzaken bevallen hem goed. In elke stad weet hij razendsnel de mooiste vrouwen te vinden en hij drinkt alle drank die er te vinden is.
"Maar ik kon niet zo goed tegen drank", vertelt hij. "Ik werd er luidruchtig en enthousiast van. Vrouwen vonden dat leuk, maar hun echtgenoten vaak minder..." Muziek, drank en vrouwen; het is er allemaal en Johnson gaat er volledig in op. Het lijkt erop dat hij alles uit het leven wil halen wat erin zit. Hij lacht om de suggestie. "Nou, de hellhound, die keurige meneer, zat me op de hielen. Hij wilde dat ik mijn deel van onze afspraak zou nakomen en de tijd die me nog restte moest ik maar nuttig besteden, vond ik."
Truc
Maar het lukt Johnson om te ontsnappen aan de klauwen van de, zoals hij hem noemt, keurige meneer. "Een andere heer sprak me aan in een juke joint. Hij had mijn optreden gehoord en was erg onder de indruk. Hij zei dat hij een goede bekende was van iemand die ik goed kende", vertelt Johnson. "Hij wilde me helpen om aan hem te ontkomen en hij had een plan." De man stelt voor Johnsons dood in scène te zetten en verschillende graven voor hem te delven op verschillende plaatsen in de delta. "Dan kon de keurige meneer zoeken tot hij een ons woog, maar vinden zou hij me nooit."
Schuld
"Maar uiteraard stond er iets tegenover", zegt Johnson en zijn grijns krijgt een wrange ondertoon. Voordat ze het plan uitvoeren neemt de man Johnson mee naar een studio. Hij neemt al zijn liedjes op, 29 nummers in totaal. Het is de tijd van technologische vooruitgang. Radio's doen hun intrede en zorgen ervoor dat muziek over de hele wereld is te horen. "Deze man, hij werkte voor een platenmaatschappij, wist dat dit de toekomst zou zijn. Hij vertelde me dat mijn muziek en ik hiermee onsterfelijk zouden worden."
"Ik ben altijd bang geweest voor technologie. Studio's, microfoons; ik snapte er niets van en toen ik mijn eigen stem voor het eerst uit zo'n apparaat hoorde komen schrok ik me te pletter." Volgens Johnson ligt daar de verklaring waarom hij, precies zeventig jaar na zijn dood, levend en wel aan een tafeltje zit te praten met een journalist. Hij schokschoudert. "Alles heeft zijn prijs, denk je niet? Ik ben van de ene meneer af, maar ben bij een ander in de schuld komen te staan."
Hij lacht, maar het is wederom een wrange lach. "Vroeger wilde ik niet dat ze me op de foto zouden zetten. Want als je een foto van iemand maakt dan steel je zijn ziel." Hij steekt nog een sigaret op, denkt een ogenblik na en zegt: "En wat je verliest als iemand je stem opneemt is me inmiddels ook wel duidelijk geworden..."
Robert Johnson - Crossroad
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/robert-johnson/interview-met-de-doden-robert-johnson-1911-1938/17286/
Meer Robert Johnson op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/robert-johnson
Deel dit artikel: