Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het duurde niet lang voor Nederlandse muzikanten er zelf ook mee aan de slag gingen. Hoe kon een hele natie destijds toch zo snel in de ban raken van tamelijk exotische muziek van de prairie en uit de bergen, zoals blues, cajun, bluegrass en natuurlijk country?
Het blijft altijd interessant en hartverwarmend om te zien hoe in De Lage Landen traditionele muziek uit de Verenigde Staten (ook nu nog) wordt omarmd. Als je kijkt naar goedlopende americanafestivals als Take Root, Roots in the Park, Ramblin' Roots en het Pijnacker Bluegrass Festival en het plaatselijke succes van retrozangers als bijvoorbeeld Pokey LaFarge en Daniel Romano, dan dringt zich onmiddellijk de vraag op waarom de nuchtere Hollander iedere keer weer zo bevangen raakt van blues en countrymuziek en de vele vertakkingen van die stokoude genres?
Sinds de verlate rock-'n-rollrevolutie is de liefde voor rudimentaire en oer-Amerikaanse muziek er in Nederland altijd wel geweest, de reden dat een wereldberoemde band als The Eagles als eerste hier doorbreekt in de jaren zeventig. De verhalen van de betreurde Townes van Zandt, die in een boemeltrein het polderlandschap doorkruiste, zijn goed vergelijkbaar met Amerikaanse singer-songwriters van nu die op regelmatige basis onbeduidende plaatsjes aandoen, zoals Spijkerboor en Lage Vuursche, waarvan zelfs de meeste Nederlanders niet eens hebben gehoord.
Wie een poging zou willen doen om de fascinatie voor americana in het algemeen en bluegrass in het bijzonder te begrijpen, doet er wellicht goed aan om een exemplaar van het Engelstalige boek met de schitterende titel High Lonesome Below Sea Level: Faces & Stories of Bluegrass Music in the Netherlands te bemachtigen. Daarin laat cultuurwetenschapper en contrabassist Loes van Schaijk een hele stoet prominenten aan het woord die op de een of andere manier al geruime tijd actief zijn in het kleine maar actieve bluegrasswereldje in Nederland, zoals concertorganisatoren en tal van muzikanten, waaronder uiteraard de voltallige Blue Grass Boogiemen.
Het boek begint met een wel heel bijzonder relikwie: een gedateerde brief aan ene Henk Abrahams, geschreven door de Amerikaanse muzikant Bill Clifton, met tips over het stemmen en bespelen van een banjo. Wat volgt, zijn honderden biografische verhalen en anekdotes. Vooral The Dutch Bluegrass Boys praten voluit over vervlogen tijden. Die sterke hang naar nostalgie en naar vroeger is natuurlijk typerend voor alle liefhebbers van dit authentieke genre die in dit prachtig vormgegeven boekwerk de revue passeren.
De vele stijlvolle begeleidende portretfoto's in zwart-wit van de jonge fotograaf Marieke Odekerken passen goed bij de verhalen en dragen er zeker aan bij dat je vaak toch eventjes terugbladert om weer een blik te werpen op de karakteristieke koppen [zie foto boven: Frans van Trier van de Smokey Mountain Rangers]. Als je het grote hardcoverboek in je handen hebt, is het moeilijk voor te stellen dat er misschien ooit een generatie zal zijn die nooit papier heeft gevoeld. Aan de andere kant, bluegrass en vinyl hebben ook weten te overleven.
Naschrift
Nederland en België hebben ontzettend veel artiesten die onterecht onder de radar blijven. In Poldertwang verzamelt KindaMuzikmedewerker Maurice Dielemans maandelijks het beste van het minder bekende. Maarten Streefland voorziet de rubriek daarbij van frisse illustraties. Van nieuwkomers tot oudgedienden, en van singer-songwriters tot bluesmuzikanten. Ze hebben één ding gemeen: ze verdienen een groots publiek.
We nodigen artiesten die zich aangesproken voelen uit hun demo’s op te sturen. Neem hiervoor contact op met Maurice Dielemans.
Foto Frans van Trier door Marieke Odekerken
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/poldertwang/poldertwang-4-bluegrass-zonder-bergen/26085/
Meer Poldertwang op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/poldertwang
Deel dit artikel: