Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wie was hij?
Een 'mysterie', een 'enigma' of gewoon een bijzonder vreemde knakker: je kunt geen artikel over Will Oldham lezen zonder een van de bovenstaande typeringen tegen te komen. En, laten we wel zijn, het klopt. Oldham heeft een aura van vreemdheid om zich heen hangen. Met een flinke baard, onnavolgbaar gedrag en weirde interviews is hij het prototype zonderling. Een maffe heikneuter, bij wie er duidelijk iets niet helemaal in de haak is. Zijn teksten zijn doorspekt met gedetailleerde beschrijvingen van seks, drankmisbruik en wurgende eenzaamheid, vaak overgoten met een Bijbels sausje.
Oldhams muzikale carrière begint echter met het maken van een foto: hij is verantwoordelijk voor de hoesfoto van Slint's Spiderland uit 1991. Kort daarna slaat hij aan het schrijven. Zijn eerste single - 'Ohio River Boat Song' - komt uit in 1992, onder de naam Palace Songs. Daarvoor heeft Oldham een aantal jaar geprobeerd om aan de bak te komen als acteur, maar de cultuur in Hollywood bevalt hem niet. Hoewel hij tot op de dag van vandaag nog regelmatig in films speelt, stort hij zich op muziek.
Met Oldhams achtergrond als acteur in gedachten, krijgt zijn zonderlinge gedrag een andere dimensie. Soms krijg je het idee dat Oldham, net als bijvoorbeeld Bob Dylan, speelt met zijn gedrag en verschijning en zich verschuilt achter een door hem zelf gecreëerd imago. Misschien is hij niet zozeer een rare kluizenaar, maar kan hij er heel goed eentje spelen.
Wat deden ze?
Ook muzikaal is Oldham een vreemde eend in de bijt. Vooral in zijn begindagen zingt hij zo vals als een kraai. Muzikaal is het al even gammel. Het eerste volledige Palace Brothers-album komt uit in 1993 en heet There is No-one What Will Take Care of You. Het is een verzameling van wankele countryliedjes. De nummers handelen over lust en verdriet en Oldhams stem slaat vaker over dan een oude LP. Het is dat er een elektrische gitaar wordt gebruikt, want je zou het even zonderlinge als mooie album zo aanzien voor een vergeten opname uit de jaren '30.
Voor mensen die van zuivere tonen en strak spel houden blijkt Palace Brothers een verschrikking. Toch zijn het juist die elementen die de muziek van schoonheid en aantrekkingskracht voorzien. Het is de gammele ritmiek en Oldhams overslaande stem die muziek van een spookachtige intensiteit voorzien. Daar komt bij dat - hoe slordig gespeeld ook - de liedjes bijzonder goed in elkaar zitten. Vooral op Viva Last Blues, dat in 1995 verschijnt, valt alles op zijn plaats. Prachtige nummers als 'The Brute Choir', 'New Partner' en 'Old Jerusalem' raken de kern en behoren nog steeds tot het beste wat Oldham heeft geschreven.
Waarom waren ze zo goed?
Eind jaren tachtig, begin jaren negentig wordt country bepaald door Nashville. Om veel van de in het countrymekka geproduceerde artiesten hangt een bleu sausje. De muzikale spanning en creativiteit is er goed af. Bands als Uncle Tupelo en Palace Brothers behoren tot de eersten die proberen om een nieuwe impuls te geven aan het ingeslapen genre. Met een van de punk geleende do-it-yourself-aanpak nemen ze afstand van de commerciële producties en nette sound. Daarmee staan ze aan de wieg van wat uiteindelijk alt.country gaat heten.
Waar Uncle Tupelo countryliedjes voorziet van een flinke punkinjectie, bewandelt Oldham een iets andere weg. Zijn countryliedjes zijn spaarzaam aangekleed en grijpen vaak terug op de oude folk uit de jaren twintig en dertig. Het draait om de intensiteit en die weet Oldham goed over te brengen met zijn huilende zang en wankele muziek. Vaak zijn een paar gitaarakkoorden en een banjo genoeg om je kippenvel te bezorgen.
En wat gebeurde er toen?
Oldham heeft een waslijst aan namen waaronder hij zijn muziek uitbrengt. In eerste instantie gebruikt hij vervoegingen van Palace. Palace Songs, Palace Brothers, Palace Music en gewoon Palace. Hij geeft aan dat elk van de platen die hij maakt een andere sound en insteek heeft dan de voorgaande en daarom is een andere bandnaam wel zo logisch. Nadat hij in 1997 besluit om enkele platen onder zijn eigen naam uit te brengen, komt hij in 1999 uit bij Bonnie 'Prince' Billy, de naam die hij tot op heden gebruikt.
Eigenlijk maken al die bandnamen weinig uit. In essentie is Oldhams muziek altijd hetzelfde: een mooie, wankele mix van lofi-americana, singersongwriter en soms wat rock. De basis van wat hij op latere albums als I See a Darkness of The Master & Everyonezou laten horen, legde hij met platen als There is No-one What Will Take Care of You en Viva Last Blues. Je kunt zijn Palace-platen zien als ruwe schetsen, maar eigenlijk doen ze nauwelijks onder voor de albums die hij als Bonnie 'Prince' Billy opneemt. Het grootste verschil is dat Oldham in de loop der jaren ietsje beter is gaan zingen. Ergens is dat jammer: tot op de dag van vandaag is er niemand die zo mooi vals kan zingen als Will Oldham ooit deed.
Domino-records geeft op 27 februari 2012 vijf Palace-albums uit als reissue: There is No-one What Will Take Care of You (Palace Brothers, 1993), Days in the Wake (Palace Brothers, 1994), Hope (Palace Songs, 1994), Viva Last Blues (Palace Music, 1995) en Lost Blues and Other Songs (Palace Music, 1997).
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/palace-brothers/ovt-palace-brothers/22585/
Meer Palace Brothers op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/palace-brothers
Deel dit artikel: