Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Op het laatste nippertje haalde ik de intercity van 18.30 richting Amsterdam, nadat ik het gevecht met de kaartjesmachine op het perron tot een goed einde had weten te brengen. Ik kocht twee halve liters bij de vrouw met het vierkante gezicht die het kraampje bewaakte en nam plaats tegenover een zwart gezin met twee kinderen van rond de tien jaar oud. Waarschijnlijk waren ze van Jamaicaanse afkomst, maar dat maakte me op dat moment geen ene moer uit. Ik wilde alleen rust omdat ik wist dat het een heftige avond zou worden.
Op het perron zag ik mensen zweten, water drinken en enkele van hen veegden met zakdoekjes hun voorhoofd droog. “Verdomme wat is het heet. Dit is geen weer voor een blanke.” In het treinstel was het zo warm dat de condens langs de ramen naar beneden droop. Ik kon het toilet in de volgende coupé ruiken als de trein stilstond op de tussenliggende stations. De zwetende conducteur met de vochtige plekken onder zijn oksels merkte - waarschijnlijk door de intense hitte - niet op dat mijn NS kortingskaart al enkele weken was verlopen.
Vlak voor station Zaltbommel stond de trein even stil en op de binnenkant van mijn gesloten oogleden werden de gebruikelijke NS doemscenarios als uitval of vertraging geprojecteerd. Maar binnen de kortste keren rolden we weer als een bezetene in die gele, metalen buis over het immense Nederlandse spoorwegennet, vooralsnog een van de beste ter wereld.
Dat mijn kringspier zowat uit mijn broek zeilde van de hitte en mijn ballen aan mijn binnenbenen vastplakten mocht de pret niet drukken. Het was immers al weken warm en bovendien had ik een legitieme reden om in deze trein richting het noorden te zitten: ik was door de redactie van KindaMuzik aangewezen om verslag te doen van het eerste Nederlandse Kampioenschap Luchtgitaar. Veel voorbereiding was daar niet voor nodig, aangezien ik reeds twintig jaar de luchtgitaar bespeel.
Toen ik in 1983 met het bespelen van de reguliere gitaar begon wilde ik Jimmy Page zijn. Of Jimi Hendrix. Ik ben de luchtgitaar echter niet altijd trouw gebleven. Rond mijn achtste bevestigde ik een touw rond mijn Rucanor tennisracket en imiteerde Joe Walsh van The James Gang voor de grote spiegel op de slaapkamer van mijn ouders.
Voor diegenen die niet helemaal op de hoogte zijn van het bespelen van de luchtgitaar even een korte uitleg: men doet dus net alsof er gitaar gespeeld wordt, maar dan zonder gitaar. De houding en de vingerzetting en de volledige overgave aan de muziek zijn precies gelijk aan een echte gitarist, al neemt de luchtgitarist niet echt een gitaar ter hand. Hilariteit alom, inderdaad.
Maar genoeg daarover, want ik was immers op weg naar Paradiso om een objectief verslag te schrijven en niet om jullie nederige lezers lastig te vallen met enkele dubieuze anekdotes uit mijn verdorven jeugd, dan wel overbodige analyses aangaande het bespelen van de luchtgitaar.
Ik zou volgens instructies Marjolein om acht uur ontmoeten in de Balie, een decadente yuppentent met grote ramen, veel licht, bevallige barmeisjes en dure cocktails, pal naast Paradiso. Zij was als fotografe op deze klus gezet. Ze herkende me meteen om redenen die op deze pagina's niet de moeite waard zijn te publiceren.
Op zich leek er niets aan de hand, behalve dan dat Marjolein de vrouw van de baas is. Haar evenwichtige voorkomen en nonchalante babbel ten spijt, kon ik maar niet vergeten dat ik op stap was met de vrouw van mijn eindredacteur. Beleefd knikte ik van “ ja” alles wat ze zei, aar steeds moest ik denken aan mijn verantwoordelijkheden richting het blad. Ik voelde me in het begin net Vincent Vega.
Zodra we de poorten van de tempel die Paradiso is waren binnengetreden Marjolein bleek een bekwaam professional. Ze vloog naar de rand van het podium waar ze naarstig op zoek ging naar de juiste lens, rolletjes en filters en allerlei andere zaken waarvan ik geen flauw benul had. Ik haalde twee biertjes bij het mooie barmeisje met de donkere, mysterieuze oogopslag en besloot me terug te trekken in een hoekje met een verhoging aan de zijkant en van daar af de gebeurtenissen op het podium gade te slaan.
Het eerste Nederlands Kampioenschap Luchtgitaar werd gehouden onder de vlag van het Holland Festival, een meerdaags evenement waarvan ik het mijne niet weet, omdat ik maar een simpele Brabantse boer ben die nog steeds trillende handjes heeft van de drank na mijn bezoek aan Festival Mundial in Tilburg en het Bossche Jazz in Duketown. Hoe dan ook, Paradiso was flink gevuld met goed volk Gods; naast de vertrouwde hardrockers en andere doorleefde concertgangers ook veel besnorde cultuursnuivers met hun wijndrinkende vrouwen met klassieke handtasjes in saaie kleuren, getooid in keurige mantelpakjes die de rest van het publiek zenuwachtig gade sloegen. Hoe verder je naar achter liep in de zaal, des te meer leek het op een bijeenkomst van de VVD.
Maar de bezoekers hadden er allemaal zin in: de studenten, de rockers, de zeker vijftien fotografen en bovenal de deelnemers.
De jury bestond uit vijf zwaargewichten als het om het bespelen van de immer populaire luchtgitaar gaat, waaronder de ex-gitaristen van Tröckener Kecks en Wild Romance en grappenmaker Jan Jaap van der Wal.
De deelnemers luisterden naar namen als "Scarecrow" en "Voodoo Medicine Man" en bespeelden hun luchtgitaar op de tonen van rockklassiekers als ‘Stairway To Heaven’, ‘Walk This Way’ en ‘Gimme All Your Lovin'’. Elk een minuut, waarna het publiek hun waardering voor de performance met verve liet gelden.
Een roadie liep het podium op en plakte een setlist op het schavot. Vervolgens stemde hij de denkbeeldige gitaar en gaf hem aan een vervaarlijk uitziende rocker die met een demonische blik in de ogen de zaal in staarde om vervolgens Jimi Hendrix visueel naar de kroon te steken maar desondanks meer herinneringen opriep aan Spinal Tap dan aan de beste gitarist aller tijden. De volgende kandidaat was een vijftiger die met de ogen gesloten tripte en zijn imaginaire Gretsch liet huilen; het publiek werd wild en besloot haar auditieve betoog met enkele oprechte schreeuwen van opwinding.
Na een korte pauze diende de tweede ronde zich aan. Het verplichte nummer. Welke luchtgitarist kon het beste de solo van Eddie van Halen in Michael Jacksons ‘Beat It’ spelen? Voor mij kwam net als in de eerste ronde de zeer jeugdige Voodoo Medicine Man als winnaar uit de bus, al dacht fotografe Marjolein daar anders over.
"Die ska gast is helemaal te gek", schreeuwde ze, maar ik kon haar amper verstaan omdat het publiek gilde om een geweldig staaltje acrobatiek van een andere kandidaat. Hij gooide zijn zogenaamde gitaar in de lucht, sprong zonder aanloop op de barkruk, ving het imaginaire instrument weer op en stal de show met zijn behendige fingerpicking en arrogante grijns.
De oude man die de bijnaam The Hurricane droeg, speelde tijdens zijn 1 minute of fame met gesloten ogen zo hoog op de hals van zijn denkbeeldige gitaar dat het leek alsof hij zichzelf aftrok. Marjolein schoot nogmaals een rolletje vol en haar ogen straalden van genot. “Die ouwe smeerlap weet hoe je het publiek moet bespelen”, zag ik haar denken.
The Hurricane ontpopte zich tot een ware publieksfavoriet, een status die ook de jeugdige Voodoo Medicine Man en de enige vrouwelijke deelneemster toekwam. Zij leunde, behalve op haar lenige luchtgitaarspel ook op haar borstwerk, zo gaf zij in een kort interview te kennen, maar dat ging aan de liefhebbers van vrouwelijk kwaliteitsvlees merendeels voorbij.
Het gitaargeweld volgde zich in rap tempo op en ik besloot even rust te nemen voor een welverdiend biertje. Ik bestelde een beker heilig water bij het knappe barmeisje. "Twee euro," gaf ze te kennen terwijl ze een doodgeslagen biertje voor me op de bar zette. Het was me de vorige keren niet opgevallen dat ik zoveel geld voor een biertje had betaald. Maar dit was natuurlijk wel de Amsterdamse binnenstad en, erger nog, Paradiso.
"Twee euro?", klaagde ik. "Jullie geldkloppers zouden mij de kop van mijn romp trekken en mijn nek uitzuigen als er geen bloed maar geld door mijn aderen zou stromen, is het niet?" Ze deinsde terug en wilde haar baas roepen maar voordat het zover was gooide ik de twee gevraagde euro’s al over de bar en liep weg.
"Misschien moeten we de deelnemers maar tegen zichzelf in bescherming nemen", zei ik tegen een medewerker van de Bossche W2 concertzaal, die ik toevallig tegen het lijf liep. Hij knikte begrijpend en wreef door zijn weelderige donkere haarbos. "Welke idioot is er nu zo gek om dit te gaan doen?", vervolgde ik op de automatische piloot, geen aandacht schenkend aan zijn vriendin, die het overduidelijk niet met me eens was en wel kon lachen om de carabaretesque vertoning op het podium.
"Volgens mij stoppen ze die deelnemers backstage vol met allerhande drugs om de avond nog een beetje te redden zodat ze nog meer bier kunnen verkopen en het publiek nog meer stumperds uit kan lachen." Hij glimlachte kort en nam een haastig stokje van zijn bier, maar ik zag dat hij me niet begreep. "Zou jij je voor 800 man voor lul laten zetten door zogenaamd een solo te spelen, wat met je vingers te friemelen en je ogen quasi emotioneel te sluiten terwijl je op je knieën op het podium van deze legendarische zaal ligt terwijl twintig fotografen onophoudelijk hun flitsers op je botvieren om dat ene moment van totale overgave, haast duivelse bezieling en absolute onzin te kunnen grijpen en het beeldmateriaal te publiceren in allerlei krantjes en tijdschriften?"
Hij was sprakeloos door mijn monoloog. Ik gaf hem een schouderklopje en beende weer richting het podium, richting. Ik gaf haar een biertje en zij vertelde me dat die stakkers op het podium geweldig waren om voor je lens te hebben. Ik knikte en trok me terug aan de zijkant, op de kleine verhoging in de weet dat de avond nog lang zou duren en de onzin naarmate het alcoholgehalte steeg steeds meer de overhand zou nemen.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/nk-luchtgitaar/het-eerste-nederlands-kampioenschap-luchtgitaar/3416/
Meer NK Luchtgitaar op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/nk-luchtgitaar
Deel dit artikel: