Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Mekanik Kommando - Shadow of a Rose (1986)
Na in hun begindagen omarmd te zijn door Ultra, ontdoet het Nijmeegse Mekanik Kommando zich in 1982 met zijn tweede plaat al snel van dit stempel. Het kille en duistere van hun minimalistische elektronische new wave maakt plaats voor sfeervollere klanken, die op het onderbewuste werken. De opvallende muziek wordt overal goed ontvangen. De band toert door heel Europa en is protegé van het VPRO-radioprogramma Spleen. Mekanik Kommando maakt daarnaast muziek voor film en theater.
Een aantal bezettingswijzigingen verder verschijnt in 1986 het creatieve hoogtepunt Shadow of a Rose. De voorafgaande platen zijn eveneens niet misselijk, maar klinken anno 2014 toch enigszins gedateerd. Shadow of a Rose is een etherische, tijdloze sprookjesplaat. Met in de hoofdrol toetsen, viool, tapes en akoestische gitaar, legt de band rustieke klanken neer, met een hang naar oosterse mystiek.
In Nederland doet de plaat niet veel; over de grens schat men hem wel op waarde. Het album is in 2010 op cd uitgebracht. In 1988 verschijnt nog een plaat onder dezelfde bandnaam. Als die niet meer bij de muziek blijkt te passen, veranderen ze in The Use of Ashes. Deze groep maakt nog steeds platen en treedt nog op. Achteraf is Mekanik Kommando als voorloper van dance en ambient te beschouwen. (AR)
Boegies - Zwijnen bij Candlelight (1988)
Het Groningse pretpunkgezelschap Boegies maakt in de twaalf jaar dat het bestaat vier studioalbums en een liveplaat. Het door Kees van Kooten tot hoogtepunt van de anarchopoëzie uitgeroepen 'Mêh' van het album Parels voor de Zwijnen mag dan het meest bekend zijn, met Zwijnen bij Candlelight bereikt de band zijn definitieve cultstatus.
Niet in de laatste plaats door de ode aan Jannes van der Wal, die naast wereldkampioen dammen in de jaren tachtig vooral bekend is als talkshowgast, treinslaper en hoerenloper. Van der Wal en Urban Dance Squad verlenen hand-en-spandiensten tijdens een optreden van Boegies in de Groningse Oosterpoort, nadat de band twee jaar eerder in dezelfde zaal opent voor The Ramones.
Boegies combineert punk met ska en neemt het niet zo nauw met de dan geldende definitie van het genre. In plaats van politiek, vormen feesten, bier en zwijnen (voor zover dat geen synoniemen van elkaar zijn) de uitgangspunten voor de rechttoe rechtaan punksongs. Zwijnen bij Candlelight bevat naast 'Het Jannes v.d. Wallied' pareltjes als 'Hee Joh, Toe Nou Joh!' en 'Korsakov' en is sinds kort in geremasterde vorm digitaal verkrijgbaar. Je mist dan wel het fraaie hoesgeknutsl en andere ploatjes van tekenaar en vormgever Tup Wanders. (FV)
De Artsen - Conny Waves with a Shell (1989)
Kunstacademies zijn vaak een vruchtbare bodem voor bands. Op de Arnhemse academie houden Peter en Joost Visser zich begin jaren tachtig bezig met schilderen, terwijl Reinier Veldman fotografeert. Alle drie spelen ze in het kwartet De Artsen, dat jarenlang alleen voor zichzelf musiceert. Totdat in 1989 het in slechts vijf dagen opgenomen Conny Waves with a Shell verschijnt, waarmee de band zich in de voorhoede van de Nederlandse alternatieve gitaarmuziek vestigt.
De negen vindingrijke nummers staan bol van de melodieuze gitaarkronkels, die doen denken aan het beste van The Feelies. De teksten van Joost Visser zijn weliswaar cryptisch, maar zijn bovenal doorspekt met absurde humor. Een zeldzame combinatie in de zichzelf soms veel te serieus nemende Nederpop. De Artsen koppelen op schijnbaar achteloze wijze bijna luchtig twinkelende gitaargeluiden aan een lichtpsychedelisch gevoel van mystiek en melancholie.
Dat ongrijpbare maakt van Conny Waves with a Shell een weergaloze plaat. Op het podium is de groep al even ongrijpbaar: of ze maken er collectief een zootje van, of het is magisch. Eind 1990 verlaat Joost Visser om onduidelijke redenen plotsklaps de groep. Kort daarna gaan geluidstechnicus Carol van Dijk, roadie Berend Dubbe, Peter Visser en bassist Herman Bunskoeke verder als Bettie Serveert.
The Ex & Tom Cora - Scrabbling at the Lock (1991)
De Amsterdamse kraakbeweging is eind jaren zeventig een broedplaats voor anarchie en protestacties. De eerste bezetting van The Ex (foto bovenaan) is uit dat milieu afkomstig en de band maakt de eerste jaren zwaar op punk geënte muziek waarin men zich uit tegen maatschappelijke misstanden als leegstand, imperialisme en individualisering.
Per plaat wordt de vaak door grimmige, ritmische gitaarlijnen gekenmerkte muziek experimenteler; gastmuzikanten zijn eerder regel dan uitzondering. Een van de meest geslaagde samenwerkingen is met avant-gardecellist Tom Cora. Het leidt in 1991 tot Scrabbling at the Lock. De plaat gaat meteen van start met een van de beste nummers uit de lange Ex-historie: 'State of Shock', waarin noisegitaren op sublieme wijze interfereren met krassende cellogeluiden en emotionele zang van G.W. Sok.
De plaat kent een grote variatie aan stijlen en invloeden, van Hongaarse volksmuziek tot noisedrones en freejazz. Cora tovert de meest bizarre klanken uit zijn instrument en deze passen uitstekend in de rafelige muziek van The Ex, met als fraaiste voorbeeld het vrijwel instrumentale 'A Door' en het van hard naar zacht vloeiende 'Total Preparation'. The Ex is tot op de dag van vandaag het buitenbeentje in de Nederlandse popmuziek dat in het buitenland (Amerika, Engeland) meer aanzien geniet dan in het vaderland.
The Nightblooms - The Nightblooms (1992)
Uit de muziekscene rond Het Burgerweeshuis in Deventer ontstaat rond 1987 The Nightblooms. Beïnvloed door Britse noisepop en Amerikaanse bands als Dinosaur Jr. kent de groep een pikstart als het in 1989 na een paar prachtsingles al mag komen opdraven voor de befaamde Peelsessions van de BBC. Wanneer The Nightblooms steeds meer invloeden uit de dan hippe shoegazemuziek absorberen, is de definitieve vorm gevonden en het geluid Britser dan ooit. In Engeland staan ze in NME en Melody Maker, en zijn ze voorprogramma van shoegazers Ride. In 1992 verschijnt de debuutplaat op het Engelse label Fierce.
De tien songs van The Nightblooms zijn bijzonder sfeervol. De dromerige, haast naïeve sprookjeszang van Esther Sprikkelman contrasteert op indrukwekkende wijze met noiseachtige gitaarklanken. Wanneer de band op zijn dromerigst klinkt, gaan de armhaartjes overeind staan. Zoals bij het lichtpsychedelische en schitterend opgebouwde 'Butterfly Girl', het kwetsbare '59#2' of bij de hoogstaande compositie 'A Thousand Years'.
Hoewel The Nightblooms in januari 1992 een hoogtepunt zijn op Noorderslag, is Nederland nooit warmgelopen voor deze band. In Amerika en Engeland verkoopt de groep wel ruim veertienduizend stuks van de plaat. Na het wat tegenvallende 24 Days at Catastrophe Café is het in 1995 over voor The Nightblooms.
Lul - Love Thy Tiny Sums (1993)
Na eind jaren tachtig drie platen vol onstuimige muziek geënt op Amerikaanse hardcorepunk, freejazz en noise te hebben gemaakt, komt het van oorsprong Friese maar in Amsterdam residerende Lul enigszins tot rust op Love Thy Tiny Sums. Er komt meer aandacht voor popstructuren, maar zonder de eigenwijze invloeden van bands als This Heat, Joy Division en Wire te verloochenen.
Het resultaat is een sublieme plaat vol dwarse ritmes, intellectuele teksten en ingehouden spanning die tot uitbarsting komt in schurende en venijnige gitaarlijnen. De sfeer is donker en wavy en Lul klinkt coherenter en uitgewerkter dan ooit. Fraaie voorbeelden van muzikaal vernuft zijn het met een speelse maar straffe baslijn opgesierde 'Barri Gothic', of het schitterend - zowel vocaal als instrumentaal - opgebouwde 'Dead Sea Scrolls'.
De muziek van Lul klinkt ruim twintig jaar later nog steeds even eigenwijs. De band trad in heel Europa op en verandert na de aanvankelijke afkorting voor 'Lui Uit Leeuwarden' de bandnaam in die andere betekenis. Na het uiteenvallen gaan de beide gitaristen in 1996 verder als Solbakken, dat al even boeiende en donker gekleurde platen maakt. Love Thy Tiny Sumsis nog steeds verkrijgbaar. (AR)
Solex - Solex Vs. the Hitmeister (1998)
Met de voorraad van haar eigen platenwinkel als onuitputtelijke bron, knutselt de Amsterdamse Liesbeth Esselink eind jaren negentig het album Solex Vs. the Hitmeister in elkaar. De uit samples en tapeloops opgebouwde muziek is repetitief, maar uitermate doeltreffend als begeleiding voor Esselinks droge, eentonige voordrachten. Beats, gitaarrifjes en keyboardakkoordjes vormen de basis voor de twaalf werkstukjes die zelden een herkenbare liedjesstructuur hebben.
Het verknipte saxofoonlijntje op 'Solex Feels Lucky' en de versnipperde banjo op 'Waking Up with Solex' zijn origineel gevonden en dragen bij aan de hoge weirdnessfactor van het album. Het resultaat is bevreemdend en tegelijkertijd onweerstaanbaar. Je wilt erop dansen, maar weet niet waarop. Je wilt ernaar luisteren, maar weet niet waarnaar. Je wilt het doorgronden, maar weet niet waar te beginnen.
Een liedje over afzakkende schouderbandjes hoor je dan ook niet iedere dag. Solex Vs. the Hitmeister verschijnt in de periode dat triphop goede zaken doet en Solex lift mee op de triphopgolf die zijn weg naar de Verenigde Staten vindt. Het levert Esslink goede recensies op, voornamelijk van recensenten die wanhopig proberen de muziek te duiden en er dan maar vergelijkingen met Björk en Lamb tegenaan gooien. Want ook Europees. (FV)
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/nederlandse-cultbands/alle-eenentwintig-nl-cult-3086/24625/
Meer Nederlandse cultbands op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/nederlandse-cultbands
Deel dit artikel: