Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Koyaanisqatsi (Philip Glass - 1982)
Koyaanisqatsi (1982) is een bijzondere film. Dat komt niet zozeer omdat thema's als industrialisatie, technologie en de natuur een hoofdrol spelen, maar meer omdat er in de hele film niets wordt gezegd. Zevenentachtig minuten lang traktreert regisseur Godfrey Reggio de kijker op shots van overvolle snelwegen, desolate natuurgebieden, vertrekkende vliegtuigen en ga zo maar door. Hoewel deze beelden vaak imposant zijn, is het opvallend dat Koyaanisqatsi nergens gaat vervelen. En daar komt Philip Glass in het verhaal. Van de eerste tot de laatste minuut is zijn muziek te horen - meestal traag en dreigend, maar af en toe plotseling versneld.
Het klinkt krachtiger dan welke voice-over dan ook, want het maakt de strekking van de film vanaf de eerste paar seconden volledig invoelbaar. Of het nou het sinistere hoofdthema is, dat in combinatie met de vele natuurshots een somber toekomstbeeld schetst, of de tempowisselingen, die vooral de industriële en technologische revolutie weergeven - de boodschap is duidelijk, zonder dat die ergens geëxpliciteerd wordt. Koyaanisqatsi - dat zoiets betekent als 'de aarde wankelt' - staat bij velen tegenwoordig niet voor niets bekend als cultklassieker. (THvV)
Backdraft (Hans Zimmer - 1991)
Backdraft (1991) is niet Hans Zimmers beste soundtrack, en ook niet zijn eerste, laatste of bekendste. Toch kan iedere soundtrackliefhebber moeilijk om dit werk heen; want nadat Zimmer (Frankfurt, 1957) eind jaren tachtig al zijn strepen had verdiend met diverse soundtracks voor Duitse films, en een belangrijke bijdrage leverde aan de muziek voor Rain Man, was Backdraft zijn eerste volledige soundtrack voor een Amerikaanse blockbuster. Alle Zimmer-elementen zijn hier al duidelijk te horen: bombastische drumpartijen, grootse blazers, en zo nu en dan melancholische strijkers tussendoor. Samen vormen deze de basis waarmee hij de afgelopen twee decennia Hollywood een nieuw gezicht gaf.
Of het nu het monstersucces van Pirates of the Caribbean was, de revival van Batman, het memorabele slotgevecht van The Lion King of Russell Crowe's avonturen als Gladiator: Zimmer zorgde voor de achtergrond. Soms wordt het misschien een tikkeltje eentonig, maar belangrijker: Zimmer geeft films met zijn muziek vrijwel altijd een groots, episch karakter mee. Een geweerschot of een traan bestaat niet in zijn wereld, nee, het gaat om weidse veldslagen of dramatische huilpartijen. En met die uit duizenden herkenbare aanpak heeft hij zijn stempel voorgoed op de filmindustrie gedrukt. Met Backdraft als beginpunt. (THvV)
Shaun of the Dead (Diverse artiesten - 2004)
In Shaun of the Dead - een griezelfilm met een dikke knipoog - wordt het leven van twee lamlendige vrienden opgevrolijkt door een snel oprukkend zombievirus. Tussen alle bloedspetters door laat de film zien hoezeer muziek deel uitmaakt van de Engelse cultuur. Klassiek is de sneer "It's not hiphop, it's electro you prick!", van Shauns vriend Ed naar hun succesvolle huisgenoot Pete wanneer die klaagt over het hoge volume waarop Man Parrish' 'Hip Hop Be Bop (Don't Stop)' uit de speakers knalt.
Dan is er nog de scène waarin Shaun en Ed ruzieën over met welke lp ze de eerste zombie die in hun achtertuin verschijnt nou eens zullen bekogelen. Het wordt er eentje van Afrika Bambaataa, en hoewel die plaat ze dierbaar was, heeft hij het dus niet tot de soundtrack geschopt. Bovengenoemde Man Parrish maakt natuurlijk wel deel uit van het diverse geselecteerde gezelschap, evenals Queen, The Eighties Matchbox B-Line Disaster en Grandmaster Flash & Melle Mel. Al met al een schijf vol goedgeluimde zombiemuziek. (CdW)
Halloween (John Carpenter - 1978)
Carpenter is de ultieme DIY-filmmaker. Als regisseur en producer neemt hij voor zijn films vaak ook nog de verantwoordelijkheid voor het script, de editing en het componeren van de soundtrack op zich. Dat hij het dus geregeld nodig acht om zijn naam in de titel te vermelden, is bijna logisch. Zijn scores voor Assault on Precinct 13 en Escape from New York zijn ook klassiekers, maar de minimalistische synthklanken van Halloween spannen de kroon.
De pulserende beat en de repetitief galmende melodielijn van het filmthema zijn geniaal in hun eenvoud en verklanken perfect de dreiging die van de onbestemde Michael Meyers uitgaat. De film zou maar half zo spannend zijn zonder deze soundtrack, maar ook op zichzelf staand blijft ze voor rillingen zorgen. Halloween is een baanbrekende film, maar ook als componist is Carpenter zeer invloedrijk, vooral voor niet-filmgerelateerde duistere synthartiesten. Recent nog bracht het Franse dance-duo Zombie Zombie een plaat met covers van zijn oeuvre uit. (SM)
Rosemary's Baby (Krzysztof Komeda - 1968)
De Poolse jazzpianist Komeda - eigenlijk was hij oor-, neus- en keeldokter - werkte al met Roman Polanski voor Two Men and a Wardrobe, Knife in the Water, Cul-de-Sac en The Fearless Vampire Killers. Voor het meesterwerk van de regisseur componeerde hij een echt pareltje. De ademloze onschuld van het door Mia Farrow gezongen 'Lullaby' of de incantaties die her en der opduiken, zijn uiteraard angstzweetmomenten. Komeda's soundtrack is een masterclass in spanningsopbouw én tegelijkertijd doet hij onverwachte dingen met geijkte elementen als iele stemmen, plotse vioolopstoten, zwiepende theremin en piepende scharniereffecten. Zelfs de jarenzestigpop van 'Rosemary's Party' klinkt schril en ijl in het hoofd, waardoor het hoofdpersonage zelfs tijdens haar feestje geen gemoedsrust gegund wordt.
Nadien componeerde Komeda nog slechts één enkele soundtrack. In 1969 sterft hij onder vreemde omstandigheden. Officieel raakt hij betrokken bij een auto-ongeval in L.A. en aangezien hij geen medische verzekering heeft, wordt hij naar Polen gevlogen, waar hij overlijdt. Volgens sommige bronnen is hij echter tijdens een dronken worsteling met schrijver Marek Hlasko ongelukkig ten val gekomen. (SM)
Eraserhead (David Lynch, Alan R. Splet & Peter Ivers - 1977)
Een van de hoogtepunten van Lynch' surreële nachtmerrie vindt plaats als "The Lady in the Radiator" het liedje 'In Heaven (Everything Is Fine)' zingt. Het is een zeldzaam moment van tederheid in de fantastische aaneenschakeling van narigheid die deze film vormt. Niemand minder dan de Pixies maakten een heerlijk getormenteerde cover van dit nummer, net als Bauhaus, Devo, Tuxedomoon en recent nog Zola Jesus.
De rest van de soundtrack is een enge collage/ophoping van ruis, wind, druppels, industriële geluiden, echo's, opduikende orgelmuziek (blijkbaar geleend van jazzpianist Fats Waller), een trein in de verte, het geweeklaag van het beruchte baby-creatuur, elektronische pulsen, en een hoop volledig niet thuis te brengen geluiden. Enkel de paar snippers dialoog herinneren je er aan dat je naar een soundtrack luistert; verder waan je je verdwaald in een vergane industriezone, in de hel. "Geluid is bijna een drug", zegt Lynch. "Het is zo puur dat het onmiddellijk iets met je doet als het in je oren terechtkomt." (SM)
A Clockwork Orange (Walter Carlos - 1971)
Met Switched-On Bach uit 1968 - in die tijd de bestverkochte 'klassieke' plaat aller tijden - had Carlos de klassieke muziek al onder het stof vandaan gehaald door composities van Bach op de Moogsynthesizer te spelen. Voor de soundtrack van Stanley Kubricks dystopische toekomstfabel, deed hij iets vergelijkbaars. Hij maakte van de muziek van gisteren die van morgen, door werk van Henry Purcell, Gioacchino Rossini, Sir Edward Elgar en vooral heel veel Ludwig van Beethoven door de elektronische mangel te halen.
De eerste paar nummers klinken nog normaal, maar dan begint hij dingen te manipuleren en te versnellen. Als hij ook nog eens een vocoder stemvervormer gebruikt - als éérste in de muziekgeschiedenis - is het resultaat bijna hallucinant. De foltering die hoofdpersonage Alex doorstaat is tastbaar. Carlos' eigen onderkoeld echoënde composities zijn een onheilspellende voorbode van wat hij/zij voor Kubricks The Shining gaat schrijven. In 1972 ondergaat Carlos een geslachtsoperatie, verandert van naam en wordt Wendy Carlos. (SM)
Superfly (Curtis Mayfield - 1972)
Earth, Wind & Fire voor de soundtrack van Sweet Sweetback's Baadasssss Song was al geen slecht idee. Om Isaac Hayes in te zetten voor Shaft was perfect. Maar de soundtrack voor Superfly was blaxploitation-perfectie. Terwijl op die twee eerste platen nogal wat functionele wah-wah-funk passeert, is Mayfields album bijna een hoorspel. Met zijn falsettostem vertelt hij objectief over drugdealer Youngblood Priest en hoe die probeert om de business achter zich te laten.
De zeer sociaal bewuste Mayfield weigert om de exploten van de kleine zelfstandige te bewieroken en zet 'en passant' enkele sociale wantoestanden in de kijker. Zo is het eigenlijk de eerste soundtrack die ingaat tegen het script, omdat Priests pogingen om The Man een hak te zetten op het witte doek wél glamoureus lijken. Maar bovenal zijn liedjes als 'Freddie's Dead', 'Pusherman' en de titelsong ronduit geniale funk. (SM)
Forbidden Planet (Louis & Bebe Barron - 1956)
Deze film is misschien geen meesterwerk - het is een simplistische sciencefictionbewerking van Shakespeare's The Tempest, met een heroïsche Leslie Nielsen in de hoofdrol en een silly robot sidekick - maar de muziek is dat wel. Het echtpaar Louis en Bebe Barron creëerde de eerste volledig op elektronische apparatuur gecomponeerde soundtrack voor een langspeelfilm. Aan de hand van wiskundige berekeningen maakten ze elektronische circuits waarmee ze geluiden konden produceren. Doordat die klanken ontstonden door de circuits te laten doorbranden, hadden ze er niet altijd evenveel controle over.
De opgenomen geluiden manipuleerden ze met reverb en delay en verschillende afspeelsnelheden. In eerste instantie sloten ze zich aan bij de avant-garde en werkten ze met John Cage. Hun apparatuur kostte echter veel geld en daarom trokken ze naar Hollywood. Niet iedereen was echter fan van hun werk: de muzikantenvakbond was bang dat hun werkwijze banen zou kosten en zodoende moest hun werk als electronic tonalities gepresenteerd worden en kwamen ze niet in aanmerking voor een nochtans verdiende Oscarnominatie. (SM)
Habla con Ella (Alberto Iglesias - 2002)
Ook Hollywood kent hem inmiddels. Twee Oscarnominaties heeft Alberto Iglesias (geen familie) op zak voor muziek bij The Constant Gardener uit 2005 en The Kyte Runner uit 2007. Maar filmkenners kennen hem natuurlijk als huiscomponist van Spaanse regisseurs Julio Médem en Pedro Almodóvar (onder andere La Mala Educación, Todo sobre Mi Madre, Lucía y el Sexo). Want laat er geen misverstand over bestaan: Alberto Iglesias, hoewel veelvuldig in Hollywood, is en blijft een Spanjaard. En Spaanser dan Habla con Ella wordt het dan ook niet.
In een van de eerste scènes wordt een archetypische Spaanse vrouw (slank, haar zo zwart dat het blauw ziet en een grote neus) tijdens haar stierengevecht in een zanderige arena fataal geraakt door een stier. Dit alles onder het geluid van een Spaanse gitaar en viool. Die instrumenten domineren dan ook op de soundtrack die, ondersteund door strijkers en bas, de ene keer vol vurig ritme is, dan weer somber en heel soms teder en fluisterend. (RL)
The Hours (Philip Glass - 2002)
Philip Glass maakt sinds de jaren zeventig muziek. Bekendheid verwierf hij met wiskundige minimal music zoals in zijn opera Einstein on the Beach. Voor zijn films - onder andere The Truman Show en Koyaanisqatsi (zie bovenaan) - componeert Glass meestal conventionele klassieke muziek voor strijkkwartet, symfonieorkest en in het geval van The Hours voor piano. De film vertelt het verhaal van drie vrouwen, elk in hun eigen tijd. Nicole Kidman, met opplakneus, speelt Oscarwinnend de rol van Virginia Woolf, een Londense schrijfster die vanwege haar geestelijke stoornis wegkwijnt op het Engelse platteland in de jaren twintig.
Daar schrijft ze Mrs. Dalloway, een bestseller die de depressieve Julianne Moore in de jaren vijftig leest vlak voor haar zelfmoordpoging. Bovendien is het de bijnaam van Meryl Streep, die in de huidige tijd gebukt onder stress een feestje organiseert voor haar stervende vriend. De muziek van Philip Glass reflecteert het wezen van de drie vrouwen: tragisch, maar vredig. (RL)
Babel (Gustavo Santaolalla - 2007)
Regisseurs en componisten vormen graag koppels. Zo besteedt de Mexicaanse regisseur Alejandro Iñárritu zijn soundtrack graag uit aan de Argentijn Gustavo Santaolalla. In Mexico werkten ze samen aan Amores Perros in 2000, de film die niet alleen de regisseur en componist toegang tot Hollywood verschafte, maar ook acteur Gael García Bernal. Met 21 Grams in 2003 en Babel in 2007 voltooide Iñárritu (twee Oscarnominaties) zijn trilogie over trilogieën.
Voor de soundtrack bij Babel ontving Santaolalla zijn tweede Oscar (de eerste voor Brokeback Mountain in 2006). Kenmerkend aan het filmwerk van Santaolalla is de charango, een vijfkorig snaarinstrument uit Zuid-Amerika. Hiermee schildert Santaolalla trieste en onheilspellende soundscapes, die je als kijker en luisteraar het verhaal in sleuren. In de verte kronkelt een bus over een stoffige weg door de woestijn. Twee jongens, eentje met geweer om zijn schouder, hoeden de geiten. Op zich niks aan de hand, maar door het ruimtelijke getokkel van Santaolalla wordt het betekenisvol: hier gaat dadelijk iets mis. (RL)
Requiem for a Dream (Clint Mansell - 2000)
Nog zo'n regisseur-componistkoppel vormen de Amerikaan Daron Aronofsky en de Brit Clint Mansell. Ze werkten vier keer samen: The Wrestler (2008), The Fountain (2006), Pi (1998) en hun definitieve gezamenlijke doorbraak Requiem for a Dream (2000). Een auditieve en visuele achtbaan over de tragische gevolgen van drugsverslaving, met huiveringwekkende scènes van bewegende koelkasten en door heroïnespuiten ontstoken onderarmen. De film begint zo gezegd rond het vriespunt en eindigt in snerpende vrieskou. Heel even is er een sprankje hoop, maar dat blijkt volledig te zijn gebaseerd op door chemicaliën geïnitieerde waanbeelden.
De muziek van Mansell versterkt de negatieve spiraal waarin de hoofdfiguren zich bevinden. Het hoofdthema 'Lux Aeterna' is hard, tragisch en onafwendbaar. Deze soundtrack transformeerde Mansell prompt van een middelmatige muzikant van het bandje Pop Will Eat Itself tot een gerenommeerd filmmuziekcomponist. Zeker toen 'Lux Aeterna' in een bombastische orkestuitvoering werd gebruikt voor trailers van blockbusters als Lord of the Rings en The Da Vinci Code. (RL)
There Will Be Blood (Jonny Greenwood - 2007)
There Will Be Blood is een duistere film. Zwart als de olie die er rijkelijk in vloeit en waarvan vooral de hoofdpersoon profijt lijkt te hebben. Dat deze film van Paul Thomas Anderson allesbehalve een gezellige familiefilm wordt, blijkt al uit de eerste beelden van een dor landschap waarbij vanuit de verte strijkers opwellen die via een soort dopplereffect tot een climax komen. Het einde is al even bizar, als een alles behalve prettige moordscène wordt afgesloten met vrolijke, ronduit zwierige vioolmuziek.
In de ruim tweeëneenhalf uur daartussenin heeft Jonny Greenwood met traditionele muziek een moderne soundtrack gemaakt, waarbij de Radioheadgitarist zich heeft laten inspireren door hedendaagse klassieke componisten als Krzysztof Penderecki en Henryk Górecki. Overigens heeft Greenwood inmiddels ook een bescheiden carrière als acteur. Samen met onder andere Pulpzanger Jarvis Cocker en Radioheaddrummer Phil Selway speelt hij in de gelegenheidsformatie The Weird Sisters in de film Harry Potter and the Goblet of Fire. Hun grootste hit: 'Do the Hippogriff.' (GdG)
Blade Runner (Vangelis - 1982)
Vangelis mag dan als componist van Chariots of Fire en 1492 bekendstaan als een ongeëvenaard schlockmeister, zijn soundtrack voor het sciencefictionmeesterwerk Blade Runner is een van de weinige waar je bij het beluisteren de film als het ware mee terugziet. Zozeer zijn film en muziek met elkaar verbonden geraakt. Allang voordat Lisa Gerrard dat deed voor Lord of the Rings roept Vangelis door het verwerken van sprookjesachtige etnische klanken in zijn ook vandaag nog bij de tijd klinkende synthtapijten de vervreemding op van de samenleving in het Los Angeles van 2019 (ondertussen ook alweer zo ver weg niet meer), met zijn combinatie van multi-etnische maatschappij, technologische vooruitgang met de daaraan gekoppelde milieuafbraak, en politiestaat.
Dat de wereld die in de film wordt opgeroepen niet enkel een mooie buitenkant presenteert, maar ook paranoïa en onder druk staande menselijke verhoudingen, lost hij muzikaal magistraal op door donkere elektronica (Carl Craig heeft verdraaid goed geluisterd) te koppelen aan soms tenenkrommende kitschklanken. Dat je hem die laatste niet kwalijk neemt, is waarschijnlijk het grootste compliment. Voor wie er zich aan wil wagen: zoek de supervette dubbele Esper-editie, waar naar verluidt alle muziek die in de film werd verwerkt op staat. (VR)
Mulholland Drive (David Lynch & Angelo Badalementi - 2001)
Toen David Lynch midden jaren tachtig een pianist zocht voor zijn Blue Velvet, kwam hij via via terecht bij de nogal onbekende Angelo Badalamenti. De twee vielen bij elkaar in de smaak, bleek al gauw, want er volgden meer samenwerkingen. Het was Lynch die naast de piano aanwijzigingen gaf - meestal tamelijk abstract, zoals in het geval van Twin Peaks: "We zijn nu in een donker bos, met een zacht briesje erdoorheen" - en Badalamenti die de muziek componeerde.
Een hoogtepunt bereikten de twee op het meesterwerk Mulholland Drive (2001), waarbij mysterieuze, onheilspellende strijkers in vrijwel alle belangrijke scènes een hoofdrol spelen. Vaak worden deze zo lang herhaald dat het haast een hypnotiserend effect krijgt. En het allerknapste is nog wel dat er door de mystieke bovenlaag ook continu een laag van (vergeefse) hoop doorschemert; hier wordt dus geen eenvoudige suspense opgeroepen, maar de complexiteit van de hoofdrolspeler(s) klinkt door in de muziek. En dat maakt van Badalamenti een van de begaafdste componisten van de laatste decennia. De prachtige beelden van David Lynch doen de rest. (THvV)
(PS: en dan hebben we de filmmuziek van Ennio Morricone nog niet eens genoemd!)
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/muziek-film/16-essenti-le-soundtracks/20980/
Meer Muziek & Film op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/muziek-film
Deel dit artikel: