Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De jaren zeventig zijn haar beste jaren. Tien jaar geleden bracht ze zelf al een laatste ode aan dat werk met de dubbelaar Travelogue, waarop ze oud werk opnieuw uitvoert; nu herdenkt platenmaatschappij Warner haar met een verzameling van de platen die ze maakte voor respectievelijk Reprise en Asylum.
Joni Mitchell wordt wel geschaard onder de als los zand samenhangende groep singer-songwriters die elkaar eind jaren zestig vinden in en rond Laurel Canyon, een wijk in Los Angeles waar ook musici als Jackson Browne, James Taylor, Graham Nash en Carole King deel van uitmaken. Mitchell is één van die bloemenkinderen die ze liefdevol bezingt in het titelnummer van haar derde soloplaat, Ladies of the Canyon. Op deze plaat vinden we ook het nummer dat haar wereldberoemd maakt, al is het in de uitvoering van Crosby, Stills, Nash & Young: 'Woodstock': "We are stardust / We are golden / And we've got to get ourselves back to the garden."
Het is de optimistische kant van Mitchell, die echter geregeld ook de zwarte, depressieve kant van het leven toont, zoals in 'Tin Angel' van haar tweede plaat Clouds, waarin de liefde helemaal niet als gelukkig ervaren wordt. Opmerkelijk dat Bob Dylan op zijn laatste plaat ook een nummer 'Tin Angel' heeft genoemd, waarin een vrouw achtereenvolgens haar drie echtgenoten om het leven brengt.
Geen hitmachine
De hits die Mitchell zelf heeft, zijn gering in aantal. Om een echte hitmachine te kunnen zijn is zij te eigenzinnig en stelt zij muzikaal avontuur boven commercieel succes, hoewel die twee begin jaren zeventig hand in hand gaan. Blue immers, de opvolger van Ladies of the Canyon, bereikt in Amerika de top 20 en met 'You Turn Me On I'm a Radio' van For the Roses uit 1972 scoort zij zelfs haar eerste top 40-hit. 'Help Me' van Court and Spark uit 1974 reikt zelfs tot in de top 10, maar in 1975 keert Mitchell zich af van het sterrendom met het moeilijke, jazzy The Hissing of Summer Lawns. Vanaf dan zingt Mitchell weer voornamelijk voor de liefhebbers. En deelt met Bob Dylan het podium tijdens enkele shows van diens Rolling Thunder Revue.
Vervolgens zoekt Mitchell toenadering tot jazzcats als bassist Jaco Pastorius en saxofonist Wayne Shorter, en maakt in 1976 met hen de voortreffelijke conceptplaat Hejira, over het slopende leven van een muzikant on the road, met onder meer nummers als het bekende 'Coyote', waarin zij zichzelf ziet als de "prisoner of the white lines on the freeway", maar ook met prachtige latenightballads als 'Blue Motel Room'.
Meanderen
Op de dubbelelpee met de betekenisvolle titel Don Juan's Reckless Daughter worden zelfs traditionele songstructuren geregeld verlaten en staan lange, meanderende stukken, waaronder het een hele plaatkant in beslag nemende 'Paprika Plains'. In deze stijl maakt zij voor Asylum haar laatste studioalbum Mingus, met vertolkingen van nagelaten werk van jazzgigant Charles Mingus. Hieraan werken opnieuw Pastorius en Shorter mee, alsook bassist Stanley Clarke, gitarist John McLaughlin, saxofonist Gerry Mulligan en pianist Herbie Hancock.
Mitchell is precies tien studioplaten verder als zij in 1980 overstapt op het label van David Geffen en voor hem nog een aantal platen maakt die weer wat meer richting pop gaan, om in 1994 terug te keren bij Warners label Reprise. Hier bouwt zij haar carrière af op een manier die weer wat meer teruggrijpt op haar oude folkwerk.
Dat gezegd hebbende kunnen we concluderen dat die eerste tien studioplaten Mitchells blijvende muzikale testament zijn. De oudere fans hebben ze natuurlijk allemaal al en ze zijn ook los nog altijd goed verkrijgbaar, zelfs op vinyl, nieuw zowel als tweedehands. Wie dat te veel zoeken is, is met deze box-set in één keer klaar.
Foto's: Jack Robinson.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/joni-mitchell/joni-mitchell-compromisloos-bloemenkind/23436/
Meer Joni Mitchell op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/joni-mitchell
Deel dit artikel: