Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Joe Meeks hoogtijdagen liggen tussen de wederopbouw van na de Tweede Wereldoorlog en de opkomst van The Beatles. Een tijd waarin popmuziek langzaam volwassen wordt en zich ontwikkelt van onnozele amusementsmuziek tot een tegencultuur en een nieuwe kunstvorm. Joe Meek maakt en breekt, net als zijn Amerikaanse evenknie, de sterren van zijn tijd. Aanvankelijk als technicus in dienst van anderen en al snel als onafhankelijk producer. Net als Spector wordt Meek belangrijker dan zijn sterren van wie de hitsingles op de markt komen.
Compressie
Meek heeft een obsessie voor de leefwereld van jonge mensen, hij wil hen een nieuwe, andere wereld aanreiken met zijn producties. Zijn kenmerkende stijlmiddel daarbij is compressie. De liedjes moesten immers lekker klinken op de transistorradio. Hifi stereo, super audio en quadrafonische speakers zijn nog ver weg. Meeks identificatie met de boy singer, geadoreerd door tienermeisjes en benijd door de jongens, is een eerste teken van zijn homoseksuele gevoelens. De compressie van het volle geluidspalet van zijn producties staat in zekere zin voor Meeks onderdrukte gevoelens voor zijn mannelijke sterren. Met de wetenschap van nu geeft dit Meeks producties een pervers randje.
De hits van 1955 tot 1959
Op de eerste cd van Portrait of a Genius horen we hoe Joe Meek zijn producties perfectioneert in een reeks hitsingles die de amusementsmuziek van na de oorlog belichamen. Er is jazz van Chris Barber, skiffle van Lonnie Donegan (van invloed op John Lennon), big bands en novelties zoals ‘The Yellow Rose of Texas’ van Gary Miller. De legendarische bluesman Big Bill Broonzy speelt ‘It Feels So Good’, dat Meek rijkelijk arrangeert. In de oren van de hedendaagse popliefhebber zijn de songs op deze eerste cd auditieve hiërogliefen uit een muzikale prehistorie. Aan het einde van dit eerste schijfje horen we Meeks interpretatie van de rock-‘n-roll, waarin hij enkele vreemde geluidsexperimenten uithaalt. Luister naar de gierende draaikolk waarin Terry Whites ‘Blackout’ verdwijnt. Om muzikale en wellicht ook andere redenen zal Meek voor altijd een bewonderaar van Buddy Holly blijven.
The Classic RGM Sound 1960-1962
Met de tweede cd van de doos is het meteen raak. ’I Hear a New World’ klinkt, in Meeks eigen woorden, zoals een foto van de maan eruit zou kunnen zien. Het is 1960 en Meek gooit alle remmen los in zijn producties voor The Blue Men. Dit is vele jaren voor Brian Wilson doorbreekt naar een nieuwe dimensie. Meek, die dag en nacht werkt, presteert het op louter amfetaminen. Terwijl hij nog steeds werkt aan singles voor de tienermarkt en nieuwe sterren lanceert volgens het model Buddy Holly, worden Meeks producties geleidelijk steeds vreemder. Nieuw succes viert de Engelse topproducer met ‘Johnny Remember Me’, geschreven door Meeks trouwe kompaan Geoff Goddard en uitgevoerd door de nieuwe ster John Leyton. Leyton spreekt later zijn bedenkingen uit over zijn grootste hitsingle, want waarom zou een man zo gepassioneerd moeten zingen over iemand die de naam Johnny draagt? Meek heeft echter via een spirituele sessie contact gehad met de overleden Buddy Holly en die verzekert hem dat dit liedje nummer één zal worden. Buddy heeft natuurlijk gelijk.
Telstar
Op de televisie ziet Joe Meek een Amerikaans programma dat per satelliet rechtstreeks wordt doorgestraald naar Engeland. Het duizelt Meek als hij nadenkt over de mogelijkheden van de satelliet. Deze heet Telstar. Meeks complexe fantasie gaat met hem op de loop en hij componeert met ‘Telstar’ een waardige opvolger van ‘I Hear a New World’. The Tornadoes zijn de gelukkigen die deze instrumentale, buitenwereldlijke luisterervaring mogen vertolken. Bedenk, dit is jaren voor de Beatles, LSD, Pet Sounds en Syd Barrett. De enige van wie Meek te vrezen heeft, is die vuurgevaarlijke, scherpgeklede geluidsfreak uit Los Angeles, met wie hij niet in verband gebracht wil worden. Naar verluidt weigert Meek de telefoon aan te nemen als Spector hem een keer belt. Meek is inmiddels hals over kop verliefd geworden op Heinz Burt, de bassist van The Tornadoes, die hij later met peroxide kapsel lanceert als soloartiest met een ode aan Eddie Cochran getiteld ‘Just Like Eddie’. Jongens onder elkaar, als het ware. Heinz trekt in bij Joe Meek. Dit blijft vanzelfsprekend verborgen voor de buitenwereld.
In Search of a New Sound
De vierde en laatste cd in de box-set opent met het dubbelzinnige ‘I’m Just a Boy’, waarin Deke Arlon, de zoveelste boy singer uit de stal van Meek, de nauwelijks verhulde homo-erotische regels kwijlt: “I’m just a boy / Though I looked at a another girl / I’m telling you / I’m just a boy / But I wanna be yours”. Na de opkomst van de Beatles begint Meeks imperium scheurtjes te vertonen en ook op het persoonlijke vlak komt Meek in het nauw. Heinz wordt verliefd op een meisje en de depressieve en in financiële nood gerakende Meek zakt helemaal door de grond als men hem betrapt op onzedelijke praktijken in een openbaar toilet. ‘Have I the Right to Know You’ is een fantastische, stampende hitsingle waarmee Meek zich revancheert en opnieuw barst het nummer, zeker met de kennis van nu, van homoseksuele connotaties en verontwaardiging over alles wat de producer wordt aangedaan. Gelukkig heeft hij nog regelmatig ‘contact’ met Buddy Holly die hem, denkt hij, op het rechte spoor houdt.
Het einde
Het kan niet anders of het verhaal van Joe Meek eindigt in totale waanzin. In januari 1967 vliegt een Amerikaanse dj naar Engeland om Meek te vragen in de VS een label op te zetten dat zich op Meeksville producties zou toeleggen. Meek legt het aanbod naast zich neer en bekent openlijk dat hij niemand in deze wereld meer vertrouwt. De producer wordt gestoord van alle stemmen in zijn hoofd en de vele afwijzingen uit de muziekwereld. Acht jaar na de dood van Buddy Holly, op 3 februari 1967, schiet Meek zijn vrouwelijke huisbaas overhoop en richt daarna het pistool, dat door Heinz in zijn appartement zou zijn achtergelaten, op zijn eigen lijf. Een einde dat iets wegheeft van de coda die Phil Spector voor zijn eigen leven arrangeerde. Al schoot Spector, tot het tegendeel is bewezen, alleen op een dame en niet op het eigen lichaam. Waarmee Meek zich nog eens van zijn Amerikaanse gelijke en schrikbeeld onderscheidt.
Joe Meek: Portrait of a Genius; The RGM Legacy is verschenen op Castle/BMG
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/joe-meek/joe-meek-geluidsmagi-r-en-tragische-held/11418/
Meer Joe Meek op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/joe-meek
Deel dit artikel: