Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Hier is het. De Joshua Tree Inn, kamer 8. Hij is nog vrij. Omdat P. en ik al een kamer hebben genomen in het Oleander Motel en zij bovendien niet wil slapen in een kamer die zij voor een graftombe houdt, neuzen we er alleen even rond en lezen onder meer in het gastenboek.
Levon Helm, drummer van The Band, blijkt er geslapen te hebben en ook Evan Dando, hoe kan het ook anders. Kamer 8 is maar een klein kamertje, met een schuin, houten plafond, dat voor een groot deel in beslag wordt genomen door een tweepersoonsbed. De spiegel en het schilderij hingen er in 1973 ook al. Het bed zal wel niet meer hetzelfde zijn, maar in een bed als dit, in deze kamer is hij overleden: Gram Parsons, mijn laatste grote held.
Uit het hart
Tot 1990 luister ik niet naar country. Er gaapt een grote kloof tussen mijn muziek en die vulgaire klompendansmuziek. De man die voor mij de brug slaat, is Evan Dando, dan nog van The Lemonheads. In 1990 verschijnt hun album Lovey en daarop staat die prachtige ballad van Gram Parsons, ‘Brass Buttons’. Het is veruit het mooiste nummer van de plaat en ik ga op zoek naar het origineel dat op de in hetzelfde jaar uitgebrachte twee-voor-de-prijs-van-één-cd GP/Grievous Angel is terug te vinden. Die cd gooit de deur naar country wijd open en cd’s van Hank Williams, Lefty Frizzell, en zelfs Buck Owens, volgen snel.
Het lijkt een logisch vervolg op mijn aanvankelijke enthousiasme voor de popmuziek. Ik heb alle poses nu wel gezien en heb alle gitaarsolo’s gehoord. In de countrymuziek hoor ik weer muziek die met het hart wordt gemaakt en ergens over gaat. Dan blijken ook, of misschien wel juist in de countrymuziek mensen rond te lopen met prachtige levensverhalen. De biografieën van Hank Williams, George Jones en Gram Parsons maken net zo´n indruk als het boek van Tony Sanchez over de Rolling Stones of de biografie van Jim Morrison.
Graftoerisme
Ik ben een echte graftoerist. Het kerkhof in Blauwhuis, nabij Greonterp, dat Gerard Reve inspireerde tot het gedicht ‘Graf te Blauwhuis’, heb ik helemaal afgestruind op zoek naar dat ene graf van die jongen.
Hij rende weg, maar ontkwam niet,
en werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud.
Wist ik veel dat het graf verplaatst was. En natuurlijk was ik op het Père Lachaise in Parijs. Met gemengde gevoelens bekijk ik de foto waar ik aan de rand van het graf van Jim Morrison zit, in gedachten verzonken. Pathetisch, maar ook aandoenlijk.
Een foto van mij bij het graf van Gram Parsons bestaat er niet, hoewel ik er wel geweest ben, enkele jaren na ons bezoek aan Joshua Tree. Naar de wens van zijn stiefvader is Gram Parsons niet gecremeerd in de woestijn bij Joshua Tree, maar begraven in de Garden of Memories aan Airline Highway, nabij het vliegveld van New Orleans. Gele bordjes met zwarte pijlen wijzen de weg naar een kleine steen met de inscriptie ‘God’s Own Singer’. Hier is de laatste rustplaats van Gram Parsons. Ik sta erbij, maar voel weinig. In mijn herinnering is het er ook erg lawaaiig. P. en ik blijven enige tijd, maken wat foto’s en gaan. Hier is hij niet.
Kort geleden heeft het graf van Gram Parsons in New Orleans een gedaanteverwisseling ondergaan en is het opgesierd met een groot bronzen sculptuur, met daarop een afbeelding van een gitaarspelende Parsons en een couplet uit het autobiografische ´In My Hour of Darkness´. Daaronder staat:
”Your soul lives on through your music
Your spirit lives on in our hearts”
Ik heb het niet met eigen ogen gezien en het is dan ook niet waar mijn zoektocht naar de ziel van Gram Parsons eindigt.
Joshua Tree
In Joshua Tree is het al vroeg bloedheet. P. en ik zitten in een diner te ontbijten als we aan de overkant van de straat een man in een wit shirt voorbij zien lopen. Hij heeft net een krant gekocht. Het zou Marc Olson kunnen zijn, ooit lid van The Jayhawks, die na enkele jaren het rock-´n-rollcircus vaarwel zei en met zijn vrouw Victoria Williams in Joshua Tree is gaan wonen. Er bleek altijd al iets van de invloed van Gram Parsons op de muziek van The Jayhawks en dat Olson nu hier woont, moet iets te maken hebben met zijn band met Parsons. Ik durf hem er niet naar te vragen, wil geen inbreuk maken op zijn privéleven. We eten rustig door, ondertussen speculerend: of hij het nu wel of niet was?
Parsons vertoeft graag in de woestijn om er weg te zijn van de beslommeringen van de stad Los Angeles. Het is slechts een paar uur rijden, maar het zijn werelden apart. Parsons spreekt met zijn roadmanager af dat de langstlevende van hen beiden de ander hier in de woestijn zal cremeren. Dat Parsons niet oud zal worden, ligt in de lijn der verwachting. Vader en moeder zijn stevige innemers en verkiezen beiden een vroege aftocht uit het aardse tranendal. Parsons heeft zeker iets van beiden geërfd. De hoeveelheden drugs die Gram Parsons tijdens zijn leven consumeert, mogen dan mythische proporties hebben aangenomen; er is daarentegen goed beschouwd weinig mythisch aan zijn dood na een overdosis op 26-jarige leeftijd. In een hotelkamer nog wel in het bijzijn van een minnares.
Zoals afgesproken lukt het Kaufman om de kist met het stoffelijk overschot van Parsons in een lijkwagen van het vliegveld van Los Angeles naar de woestijn te verplaatsen en zelfs in brand te steken. De gealarmeerde politie is niet lang daarna ter plaatse, confisqueert de kist, beboet Kaufman en zorgt dat de kist met de verkoolde resten van Gram Parsons´ lichaam naar New Orleans worden overgebracht.
In de woestijn van Joshua Tree ligt op de bewuste plaats, onder Cap Rock, een betonnen plaat met het opschrift ‘Gram Safe at Home’.
Bij het zien ervan schiet ik vol. Het is als tijdens het bezoek aan een afgelegen kerkhof in Quito in de staat Mississippi. Hier is een prachtig monument opgericht voor de blueszanger Robert Johnson, maar het is vrijwel zeker dat de man hier niet begraven ligt. Wanneer Gram veilig thuis is en hij is niet hier, waar is hij dan? En waarom sta ik dan een potje te janken bij een betonnen plaat, ergens in de Californische woestijn?
Verder zonder Gram
In het gastenboek van de Joshua Tree Inn vermelden fantasierijke bezoekers dat ze Gram Parsons onderweg in de woestijn hebben gezien in de verschijning van een coyote, of in die van een adelaar. Dergelijke hoogdravende adoratie kan ik moeilijk verdragen. Filmmaker David Caffrey heeft waarschijnlijk hetzelfde gevoeld. Met Grand Theft Parsons uit 2003 heeft hij een komische kijk op de mislukte crematie van Parsons gegeven. Het is in die zin ook meer een film over Phil Kaufman dan over Gram Parsons. Als ik het mij goed herinner, komt Parsons alleen aan het einde van de film voor, als geestverschijning. Een geintje.
Al mijn helden zijn inmiddels van hun voetstuk gevallen. Hun graven heb ik bezocht. Voor mij leeft Gram Parsons echter voort in zijn muziek. Volstaan die vier, vijf klassieke countryalbums voor de rechtvaardiging van een bestaan? Ik denk van wel. Er zat niet veel meer in. Dat hij nooit een superster is geworden, ligt zowel aan de muziek die hij maakte – die is gewoon niet mainstream genoeg – als aan het feit dat hij simpelweg de discipline miste om er meer van te maken. Ik heb er vrede mee.
Parsons zelf zou het trouwens niet anders hebben gewild. Het citaat op zijn nieuwe grafsteen is dan ook goed gekozen.
Some say he was a star
But he was just a country boy,
his simple songs confess
And the music he had in him,
so very few possess.
Wat die tranen dan betekenen? Dat is wat de woestijn met je doet. Daarom kwam Gram Parsons er ook zo graag.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/gram-parsons/gram-parsons-waar-zijt-gij/13754/
Meer Gram Parsons op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/gram-parsons
Deel dit artikel: