Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Voor iemand die nog net platenwinkels heeft meegemaakt waar alleen vinylplaten werden verkocht en die nooit compleet is overtuigd door de cd start het plezier van de dubbel-lp bij andere zintuigen, dan het oor. Een dubbel-lp voelt goed aan. Lekker op de grond zitten, de hoes uitklappen op je schoot als een soort synthese tussen plaat en boek. Je ogen uitkijken, want je krijgt er niet alleen meer muziek bij, maar naarmate men popmuziek serieuzer ging nemen (met alle voor- en nadelen van die tendens) werd de hoes een kunstwerk op zich, een labyrint van symbolen, woorden en afbeeldingen.
Dit zijn de hoogtijdagen van de jaren zeventig waar E.L.O.’s even meesterlijke als absurde Out of the Blue, een opvouwbare U.F.O. herbergde, waar de hoes van Pink Floyds The Wall daadwerkelijk een muur vormt of Exile on Main Street van The Rolling Stones kunstig in elkaar is gevouwen.
Geen noot verloren
Over het algemeen wordt aangenomen dat The Dave Brubeck Quartets At Carnegie Hall uit 1963 de eerste dubbel-LP is geweest. Die keuze was er een van authenticiteit. Producer Teo Macero stelde dat het mogelijk was geweest om het complete concert weer te geven, geen noot was verloren gegaan. Het live-album als dubbelaar is sindsdien een normale zaak geworden. Interessanter werd het toen vanaf 1966 artiesten dubbele studioalbums begonnen te maken. Dylans Blonde on Blonde is hier het oermodel van: de artiest op een creatieve golf, waar alles in goud veranderd en in één keer moet worden uitgebracht.
Twee jaar later geeft The Beatles hier een interessante draai aan op The Beatles (White Album in de volksmond) door de tijdsduur van een dubbel-lp te gebruiken om stilistisch allerlei mogelijkheden uit te proberen. Dit is de dubbel-lp als caleidoscoop, een uitdaging om op zoek te gaan naar het onbekende, om, je ontkomt er niet aan, te experimenteren. Het White Album van The Beatles is door een bepaalde nonchalance ontwapenend, maar het is ook een plaat waar een van de grootste (en luie) rockkritiekclichés aller tijden mee is geboren: “als ze de beste nummers op een plaat hadden gezet, was het hun beste plaat geweest.”
Kip of het ei?
De dubbelaar verleidt tot exces. Maar of overdaad schaadt is iets wat steeds per geval bekeken moet worden. Kip of het ei. Gingen bands langer spelen, omdat er meer ruimte ter beschikking stond of werd die ruimte geschapen, omdat bands live zich toch al meer aan improvisatie overgaven?
Beide werelden komen samen op Ummagumma (1970) waar een lp bestaat uit live-opnamen en de ander uit doelloos studiogeneuzel, waar alle vier bandleden een solostuk voor aanleveren. Voor zulke bands als Pink Floyd, Tangerine Dream, Amon Düül II en Can is de dubbel-lp een uitkomst, omdat makkelijker een hypnotisch effect kan worden bereikt met langere stukken die een complete plaatkant bestrijken en daarnaast ruimte lieten voor wildere ideeën.
Tago Mago van Can is het schoolvoorbeeld. De tweede plaat vol extreme jams en klankexperimenten zou waarschijnlijk nooit als zelfstandige plaat zijn uitgebracht, maar in de schaduw van de eerste , meer conventioneel groovende plaat, krijgt de band een kans om een andere zijde van zichzelf te tonen.
Geen wonder dat tijdens de dageraad van punk de dubbel-lp verdacht werd als favoriete uitingsvorm van de rockdinosauriërs die zich steeds vaker vertilden aan het idee van het conceptalbum, het vertellen van een doorlopend verhaal met de duur van vier plaatkanten. Dat moest afgelopen zijn. Kort en puntig was in en alles was met gemak in minder dan 35 minuten te zeggen. Die nieuw ingestelde taboes hebben eigenlijk een kortere levensduur gekend bij muzikanten dan bij critici en punkers-voor-het-leven.
The Clash, altijd een vrij hypocriete band, gaf zich eindelijk over aan hun hartenwens om zo groot te worden als de voorheen door hen beschimpte The Beatles en The Rolling Stones. London Calling (1980) is wat dat betreft een slaafse ode aan de caleidoscopische insteek van het White Album en de outsider-chic van Exile on Main Street. Veel avontuurlijker deed P.I.L. door hun Metal Box in de eerste oplage te verpakken in een filmblik met daarin drie 12-inches voor optimaal knallen van de bas.
Het gebruik van de 12-inch zou een vooruitziende blik verraden. Maar eerst zou Metal Box een bevrijdend model vormen voor bands die van geest punk zijn maar zich niet willen conformeren aan haar beperkte wetten, die dezelfde creatieve vrijheid eisen als de rockaristocratie van weleer.
Artistiek statement
Drie van de beste rockplaten in dat decennium maken zelfbewust gebruik van de dubbel-lp: Hüsker Dü’s Zen Arcade (1984), Sonic Youths Daydream Nation (1988) en Twin Infinitives (1990) van Royal Trux. Die jaren zijn over het algemeen niet slecht voor de dubbel-lp ook al dreigt de opkomst van de cd een einde aan het fenomeen te maken.
Het brutaal je debuut als dubbel-lp presenteren doet zijn intrede met Frankie Goes To Hollywood half-briljante/half-flauwe Welcome to the Pleasuredome en de dubbelaar als symbool voor een definitief artistiek statement wordt piekfijn uitgewerkt door Prince met Sign ‘O’ The Times (1987), die los van zijn muzikale merites al door de vorm meteen tot klassieker kon worden gebombardeerd.
Dan begint de devaluatie van de dubbelaar goed op gang te komen. Cd’s worden met gemak tot zeventig minuten volgestopt zonder dat daar verder de conceptuele intensiteit aan wordt verbonden van de dubbel-lp. Een andere reden is dat begin jaren negentig dansmuziek het vinyl in leven hield en daar in zekere zin kwistig mee omsprong.
House en hiphop
In house wordt uiteindelijk in 12-inches gedacht ook als het om albums gaat. Dus albums die op een enkele cd uitgebracht worden en zelfs op een enkele LP passen worden doorgaans op twee 12-inches uitgebracht ten behoeve van de DJ (en de beter geluidskwaliteit van minder volle vinylschijven). Daarbij wordt meestal weinig aandacht besteed voor het artwork, de twee schijven verdwijnen vrijwel standaard in een enkele hoes, als zijn daar uitzonderingen wanneer de artiest toch nog een ouderwetse Auteur willen uitstralen, zoals bijvoorbeeld Moodymann met zijn prachtige uitklaphoes bij Silent Introduction.
Natuurlijk willen artiesten altijd meer dus is die 74 minuten eigenlijk te weinig en begint men te werken aan serieuze dubbelcds. Guns ’n Roses plundert op opzichtige wijze de portemonnee van hun toen nog aanzienlijke fanschare door Use Your Illusion (1991) op twee afzonderlijke cd’s uit te brengen in plaats van een goedkopere dubbelaar of dankzij strenge selectie artistiek ongetwijfeld succesvoller enkel album.
Vanuit de dansmuziek verschijnen interessante variaties als The Aventures beyond the Ultraworld (1991) van The Orb (een ironisch gebaar naar Pink Floyd), Goldie’s Timeless (de dubbelaar als groot artistiek gebaar) en Selected Ambient Works Vol.II van Aphex Twin (de dubbelaar als genereuze compilatie). In zekere zin is het verschijnen van de dubbelaar in jonge genres als hiphop een teken dat zulke muziek ‘volwassen’ wordt zonder daar de valkuilen van in te zien. Het met veel bombarie aangekondigde ultieme, maar onevenwichtige, hiphop album Wu Tang Forever is daar een mooi voorbeeld van.
Een onevenwichtigheid die van een hele andere orde is op Speakerboxxx/The Love Below (2003) waarop Outkast zich in tweeën splitst en waar je naar gelang je voorkeur met een vervelende cd zit opgescheept. In de stroom van dubbel mixcd’s, dubbele remix compilaties, heruitgaven met bonuscd’s raakt de dubbelaar misschien uiteindelijk zijn speciale status kwijt.
Meer, meer, meer
Meer, alsmaar meer, meer-is-beter, muziek als permanente bonuskorting, dat schiet niet op. Vandaar dat Aerial van Kate Bush vorig jaar zo verfrissende werkte. Aerial had met misschien een liedje minder op een enkele cd gepast, maar Bush koos juist voor een ouderwetse tweedeling. Een cd met losse liedjes en een cd met een doorlopende suite of liedjescyclus. Twee verschillende entiteiten die los van elkaar staan. Kate Bush is duidelijk van een andere generatie die nog in dubbel-lp’s heeft gedacht, die weet dat een juiste balans in tweedeling een plaat extra kracht kan geven. Die mysterieuze kracht lijkt bij de dubbelaars van nu vrijwel ondergeschoven door de brute kracht van het volstoppen. Het lijkt een kwestie van tijd voordat de eerste pogingen gedaan wordt om drie cd’s (al dan niet met complementaire dvd) de standaard te maken van de muzikant die geen grenzen aan zijn of haar expressiviteit wil opleggen. Nu nog de hongerige luisteraar/superfan
vinden die de tijd heeft om het allemaal te beluisteren.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/dubbelalbums/het-album-zonder-einde-het-plezier-van-de-dubbel-lp/12773/
Meer Dubbelalbums op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/dubbelalbums
Deel dit artikel: